EN

Aansprakelijkheid van openbare vervoerders

Net als met de auto of met de fiets kan je ook bij het gebruik van het openbaar vervoer letselschade oplopen. Bij een ongeval wanneer je reist met het openbaar vervoer zal de vervoerder meestal aansprakelijk zijn, tenzij hij overmacht kan aantonen. Wanneer het gaat over de aansprakelijkheid van openbare vervoerders ten opzichte van andere weggebruikers, bijvoorbeeld een autobestuurder of een fietser, zijn de regels uiteraard anders.

Inhoud

    openbaar-vervoer

    Aansprakelijkheid ligt bij de vervoerder

    Als je een ticket hebt gekocht en kiest voor het openbaar vervoer heb je meestal recht op een schadevergoeding als je letselschade oploopt. De aansprakelijkheid ligt namelijk vrijwel altijd bij de openbare vervoerder. Als dat niet het geval is, is het soms mogelijk om iemand anders aansprakelijk te stellen. Bijvoorbeeld de autobestuurder die het ongeluk heeft veroorzaakt.

    Veelvoorkomende ongevallen bij openbaar vervoer

    Meestal is het openbaar vervoer sneller en veiliger dan andere vormen van vervoer, maar ongevallen zijn nooit helemaal uit te sluiten. Meer nog: ongevallen bij het gebruik van het openbaar vervoer zijn niet ongewoon. Gelukkig gaat het vaak om beperkte ongevallen met weinig letselschade, maar ook ernstige ongevallen komen voor. Hieronder zijn een aantal veelvoorkomende ongevallen bij het gebruik van het openbaar vervoer weergegeven:

    • Valongeval bij het instappen of uitstappen

    • Aanrijding van een bus, tram, metro of trein met een andere weggebruiker

    • Onverwacht hard optrekken of remmen, waardoor een inzittende ten val komt

    • Een eenzijdige aanrijding, bijvoorbeeld een bus die tegen een paaltje rijdt

    • Een uitglijdongeval op het perron

    • Een valongeval doordat de bestuurder te hard door een bocht rijdt

    Bij dergelijke ongevallen op het openbaar vervoer kunnen diverse vormen van letselschade optreden. Meestal gaat het om kleine verwondingen aan het hoofd en de ledematen. Schaafwonden en kneuzingen komen vaak voor, net als botbreuken. In meer extreme gevallen gaat het om ernstige letselschade, bijvoorbeeld een whiplash, een hersenletsel of een dwarslaesie. Uitzonderlijk sterft iemand bij een ongeluk op het openbaar vervoer.

    Aansprakelijkheid bij ongeluk met openbaar vervoer

    Indien je bij een reis met de bus, de tram, de metro of de trein letselschade oploopt door een ongeval is de vervoerder meestal aansprakelijk. Dit volgt uit artikel 8:105 BW dat de aansprakelijkheid van de vervoersmaatschappij regelt. Slechts uitzonderlijk, namelijk als er sprake is van overmacht, is dit anders.

    Overeenkomst met vervoerder

    Wanneer je het openbaar vervoer gebruikt, is er sprake van een vervoersovereenkomst. Door het kopen van een vervoersbewijs is deze vervoersovereenkomst tot stand gekomen. Op basis van deze vervoersovereenkomst mag je verwachten dat je veilig van punt A naar punt B kunt reizen. Als er onderweg iets fout loopt, is er sprake van een inbreuk op de vervoersovereenkomst. En dan is de vervoerder mogelijk contractueel aansprakelijk. De bepalingen van de vervoersovereenkomst spelen dan een rol. De aansprakelijkheid van de openbaar vervoerder is wel wettelijk beperkt.

    Letselschade opgelopen tijdens de rit

    Op basis van artikel 8:105 BW is het mogelijk om de openbaar vervoerder aansprakelijk te stellen bij letselschade tijdens een rit. De vervoerder dient dan de schade te vergoeden. Voor de vervoerder is er wel nog een uitweg. Hij kan namelijk aantonen dat er sprake was van overmacht en dat hij daardoor het ongeval niet kon vermijden. Ook als hij kan aantonen dat de letselschade ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet te voorkomen was, kan de openbaar vervoerder de aansprakelijkheid ontlopen. In de praktijk is er niet snel sprake van overmacht, waardoor het meestal mogelijk is om een schadevergoeding te krijgen bij een ongeval met het openbaar vervoer.

    Aantonen dat schade gevolg is van ongeluk met openbaar vervoer

    Bij een vliegtuigramp is het altijd heel duidelijk dat je op het vliegtuig zat, omdat ze daar met passagierslijsten werken. Bij het reizen met de bus of de tram is dat niet het geval. Dat wil zeggen dat je zelf dient aan te tonen dat je schade is ontstaan door een ongeluk met het openbaar vervoer. Je dient zelf aannemelijk te maken dat je op de bewuste bus of tram zat en dat je schade daar is ontstaan. Dat kan je bijvoorbeeld doen door een uitdraai te maken via de website www.ov-chipkaart.nl. Om je letsel aan te tonen, is het belangrijk om zo snel mogelijk een arts te bezoeken. Noteer eventueel ook gegevens van getuigen en maak foto’s van het ongeluk.

    Zorgplicht openbaar vervoer

    In de wet is geregeld dat de openbare vervoerders een zorgplicht hebben. Dat wil zeggen dat ze hun uiterste best moeten doen om ervoor te zorgen dat de vervoerde personen veilig op hun bestemming aankomen. Het gaat er niet alleen om dat chauffeurs over een geldig rijbewijs moeten beschikken, maar het gaat er ook om dat de vervoersmiddelen regelmatig worden nagezien. Naast de algemene zorgplicht krijgen deze bedrijven ook nog te maken met aanvullende regels en wettelijke eisen.

    Deelschuld

    Het slachtoffer van een ongeval met het openbaar vervoer kan ook zelf schuld treffen. Dat is bijvoorbeeld het geval als een passagier zich opzettelijk niet vasthield of niet is gaan zitten. Of als een passagier dronken door de bus liep. Bij een deelschuld kan de vervoersmaatschappij nog altijd aansprakelijk zijn, maar zal een deel van de schade niet worden vergoed.

    Verjaring

    Houd er rekening mee dat een vordering voor een schadevergoeding kan verjaren. De verjaringstermijn bij het aansprakelijk stellen van de openbare vervoerders bedraagt drie jaar. De verjaring kan wel worden gestuit of onderbroken, bijvoorbeeld door middel van rechtsvervolging (het instellen van een eis).

    Een botsing met een bus of tram

    Een tram heeft dan wel een vast traject, maar haalt toch een hoge snelheid en heeft een hoge massa. Hierdoor kan een tram best wel veel schade aanrichten wanneer het een auto, een voetganger of een fietser aanrijdt. Daarnaast kunnen ook de passagiers letselschade oplopen, bijvoorbeeld wanneer een trambestuurder ineens aan de noodrem trekt. Wie er in zulke gevallen aansprakelijk is? Dat zal afhankelijk zijn van de omstandigheden van het verkeersongeval.

    Verkeersongeval tussen een tram en een auto

    In dit geval spelen de voorrangsregels een belangrijke rol. De verkeersregels en voorrangsregels bij auto’s en bussen zijn in principe identiek. Bij trams is dit dan weer anders. Zo geeft artikel 15 Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) aan dat autobestuurders op kruispunten altijd voorrang moeten verlenen aan een tram. Ook in artikel 18 RVV is de regel opgenomen die stelt dat een tram voorrang heeft. Samengevat luiden de voorrangsregels als volgt:

    • Een tram heeft voorrang op gelijkwaardige kruispunten, zelfs wanneer de auto van rechts komt.

    • Op een voorrangsweg heeft een auto voorrang op trams die de voorrangskruising naderen. Hier worden vaak verkeerslichten geplaatst om de oversteek veilig te laten verlopen.

    • Een autobestuurder mag een tram rechts inhalen.

    • De regel dat rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg voorrang heeft, geldt niet. Wanneer een tegemoetkomende tram links afslaat, moet het rechtdoorgaand verkeer toch voorrang verlenen aan de tram.

    Rol van de autoverzekering

    Op basis van de aansprakelijkheidsregels wordt vastgelegd of de autobestuurder al dan niet aansprakelijk is voor de veroorzaakte schade. Net omdat een tram vrijwel altijd voorrang heeft, is dat meestal wel het geval. De WA-verzekeraar zal dan de schade vergoeden. Soms begaat de bestuurder van de tram een fout. Dan is het natuurlijk mogelijk om de trammaatschappij aansprakelijk te stellen voor de schade. Deze regels gelden overigens ook voor andere gemotoriseerde voertuigen, zoals scooters, motors, vrachtwagens et cetera.

    Als voetganger of fietser aangereden door tram of bus

    Voetgangers en fietsers genieten binnen de aansprakelijkheidswetgeving extra bescherming. Deze bescherming houdt in dat de houder van een gemotoriseerd voertuig altijd voor minstens 50% of 100% (-14-jarigen) aansprakelijk is voor de schade, zelfs wanneer er sprake is van eigen schuld. Deze regel geldt bij een ongeval met een gemotoriseerd voertuig, bijvoorbeeld een auto of een bus.

    Het probleem is dan weer dat een tram in principe niet wordt gelijkgesteld met gemotoriseerde voertuigen. Dat komt omdat artikel 1 WVW aangeeft dat een gemotoriseerd voertuig niet over spoorstaven beschikt. De Arnhemse trolleybus is dus een gemotoriseerd voertuig, maar een tram met spoorstaven niet.

    Desondanks is in de rechtspraak de gewoonte ontwikkeld om de regels die gelden bij gemotoriseerde voertuigen toch ook gewoon op trams toe te passen. De redenering is, en dat voelen de meeste mensen ook wel zo aan, dat het onbillijk zou zijn om een aanrijding door een tram ongunstiger te behandelen dan een aanrijding door pakweg een scooter, een elektrische step of een bus. Hierdoor passen rechters een billijkheidscorrectie toe waardoor de beschermingsregels die in andere gevallen voor voetgangers en fietsers gelden worden nagebootst. Deze billijkheidscorrectie is onder andere gebaseerd op het gevaar dat een tram, met zijn hoge massa en snelheid, veroorzaakt.

    Een voorbeeld vinden we in een uitspraak van 22 december 2009 door Gerechtshof Amsterdam. Toen was de trambestuurder onoplettend, voerde hij tijdens het besturen van de tram een gesprek met een conducteur en had hij geen belsignaal geluid. De tram reed daarop een voetganger aan. Diezelfde voetganger had ook fouten gemaakt en had onder andere een waarschuwingssignaal genegeerd. Na een billijkheidscorrectie werd echter alsnog geoordeeld dat de voetganger recht had op een schadevergoeding van 100% van zijn schade.

    Aansprakelijk stellen van openbare vervoerder

    Het aansprakelijk stellen van de vervoerder doe je met een aansprakelijkstelling, een brief waarin je aangeeft dat je schade hebt geleden en dat je meent dat de vervoerder hiervoor aansprakelijk is. Je kan deze brief zelf opstellen, dit hoeft niet te worden gedaan door een letselschadespecialist. Op WA.nl vind je voorbeeldbrieven die je kan gebruiken om de openbare vervoerder aansprakelijk te stellen.

    Alle voorbeeldbrieven

    Aansprakelijk stellen openbaar vervoer is meestal mogelijk

    Wanneer een passagier verwondingen of schade oploopt in de tram is de bestuurder en zo ook de trammaatschappij vrijwel altijd aansprakelijk. Een trammaatschappij heeft per slot van rekening een (gemaximeerde) vervoerdersaansprakelijkheid ten opzichte van zijn passagiers.

    Hierop zijn natuurlijk wel uitzonderingen mogelijk. Dat is het geval wanneer er sprake is van overmacht, de trambestuurder zorgvuldig handelde en de bestuurder op geen enkele manier het ongeval kon afwenden. Ook kan de passagier zelf een fout maken en dan moet er rekening worden gehouden met eigen schuld. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer een dronken passagier al te eenvoudig ten val komt. Ten slotte gelden de maximale aansprakelijkheidsbedragen niet wanneer de vervoerder opzettelijk of bewust roekeloos handelde.

    Verder gaat de vervoerdersaansprakelijkheid vrij ver. Zo is de openbare vervoerder bijvoorbeeld ook aansprakelijk voor de aangeboden hulpmiddelen. Onder andere voor een te hoge opstap of voor een defect stoeltje kan de vervoerder dus aansprakelijk zijn. De tram hoeft met andere woorden niet eens te rijden om de aansprakelijkheid in het gedrang te brengen.

    De nodige bewijzen verzamelen

    Bij een ongeval in de tram is het belangrijk om meteen bewijsstukken te verzamelen. Meld het ongeval altijd aan de conducteur of bestuurder, noteer het nummer van de tram of de bus en het tramstel en noteer ook gegevens van getuigen. Breng daarna altijd een bezoek aan de huisarts. Vaak is er maar één kans, meteen na het ongeval, om de nodige bewijzen te vergaren. Mis die kans niet.

    Andere aansprakelijke bij schade in de tram of de bus

    Wanneer de tram- of busmaatschappij niks te verwijten valt, is het soms mogelijk om iemand anders aansprakelijk te stellen. Denk daarbij aan situaties als:

    • Een auto ramt met grote snelheid een tram of een bus

    • Een andere passagier laat een medepassagier opzettelijk vallen

    • Een kraan valt plotsklaps op de tram of de bus

    Als voorbeeld kunnen we verwijzen naar de Utrechtse tramaanslag (ECLI:NL:RBMNE:2020:1046). Op 18 maart 2019 was een dader in het achterste stel van de tram ingestapt. Toen de deuren sloten en de tram vertrok, heeft de dader vrijwel meteen een geweer met een geluidsdemper getrokken. Vervolgens richtte hij het pistool op het achterhoofd van een passagier, maar het pistool weigerde dienst. De dader probeerde het toen bij een ander slachtoffer, maar het pistool weigerde opnieuw. Bij een derde slachtoffer werkte het pistool wel.

    Hij schoot meteen ook op het vorige slachtoffer en er ontstond paniek in de tram. Vooraan de tram probeerden passagiers de deuren te openen, maar dat lukte niet. De dader wandelde in hun richting en opende ook daar het vuur. De dader liep verschillende keren heen en weer in de tram en heeft ook de tijd genomen om het pistool te herladen. Er vielen vier doden en zes gewonden, waarvan twee zwaargewonden.

    De dader werd aansprakelijk gesteld en veroordeeld tot de betaling van schadevergoedingen aan de verschillende slachtoffers en hun familieleden. De vader van het eerste overleden slachtoffer kreeg een schadevergoeding van 20.000 euro toegewezen voor het aangedane leed.

    Schadevergoeding na een ongeval met de tram of de bus

    Bij een verkeersongeval waarbij de tram of de bus een fout beging, heeft het slachtoffer recht op een schadevergoeding. Deze schadevergoeding is eventueel aan te passen op basis van het percentage eigen schuld. De schadevergoeding moet onder andere volgende schadeposten vergoeden:

    • Inkomensschade door arbeidsongeschiktheid

    • Medische kosten (eigen risico en eigen bijdragen)

    • Pensioenschade

    • Verlies van een leerjaar

    • Kosten voor huishoudelijke hulp

    • Kosten voor hulp met het onderhoud van de tuin

    • Reiskosten

    • Administratiekosten

    • Smartengeld (bv. voor depressieve gevoelens en angstklachten)

    Veelgestelde vragen over de aansprakelijkheid en openbaar vervoer

    Een ongeval waarbij een openbaar vervoerder is betrokken, is vaak extra complex. Enerzijds zijn er namelijk de standaard aansprakelijkheidsregels, maar anderzijds is er ook de zorgplicht van de openbaar vervoerder en moet er rekening worden gehouden met de vervoersovereenkomst. Hierbij gelden bovendien eigen wettelijke regels. Het komt vaak voor dat slachtoffers hier nog een aantal vragen over hebben.

    Is een vervoersbedrijf aansprakelijk voor letselschade bij passagiers?

    Dat is afhankelijk van veel factoren, maar meestal is het vervoersbedrijf inderdaad aansprakelijk. Dat komt omdat het vervoersbedrijf een zorgplicht heeft. Het sluit een vervoersovereenkomst met zijn passagiers en het dient de passagiers veilig en wel op hun bestemming te brengen. Het vervoersbedrijf zal echter niet altijd aansprakelijk zijn voor letselschade bij passagiers. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van overmacht.

    Wat voor letselschade kan ik claimen bij de openbaar vervoerder?

    Elke vorm van werkelijke schade komt in aanmerking voor een schadevergoeding. Letselschade omvat zowel de lichamelijke schade als de immateriële of geestelijke schade. Beide vormen van letselschade kan je claimen bij het vervoersbedrijf.

    Binnen welke termijn moet ik het vervoersbedrijf aansprakelijk stellen?

    Als je letselschade oploopt bij het gebruik van het openbaar vervoer, is het belangrijk om de vervoersmaatschappij tijdig aansprakelijk te stellen. Bij het openbaar vervoer is de verjaringstermijn voor letselschade namelijk beperkt tot drie jaar. Binnen deze termijn dien je de vervoerder aansprakelijk te stellen.

    Hoe kan ik bewijzen dat de schade is veroorzaakt door een ongeluk met een trein, tram, bus of metro?

    Eerst en vooral dien je te bewijzen dat je op de desbetreffende bus, trein, tram of metro aanwezig was. Dat kan je doen door middel van je vervoersbewijs. Daarnaast dien je te bewijzen dat je schade hebt geleden. Dat doe je bijvoorbeeld door een arts de letselschade te laten vaststellen. Foto’s van het ongeval en verklaringen van ooggetuigen kunnen eveneens nuttig zijn. Met behulp van je ov-chipkaart kan je altijd achterhalen wie de vervoerder was. Een uitdraai hiervan kun je maken via de website www.ov-chipkaart.nl.

    Wat is deelschuld bij een ongeluk met een trein, tram, bus of metro?

    Deelschuld wil zeggen dat je ook zelf een deeltje schuld treft. Je bent bijvoorbeeld gevallen omdat de bestuurder van de bus ineens remde, maar je was ook dronken en je hield je niet goed vast. Zowel de openbare vervoerder als jijzelf treft schuld. Voor het deeltje dat je zelf schuld treft, de zogeheten deelschuld, krijg je dan geen schadevergoeding.

    Mag een trambestuurder alleen vertrouwen op zijn sensoren en controlesystemen?

    Nee. Een trambestuurder is verplicht om voortdurend visueel de omgeving te controleren. Hij moet opmerken of er een gevaarlijke situatie is en moet er bedacht op zijn dat voetgangers of fietsers de tram niet opmerken. Indien nodig moet hij op de rem gaan staan en moet hij met de bel de voetgangers van zijn aanwezigheid attenderen.

    Kan de wegbeheerder aansprakelijk worden gesteld bij een ongeval met een bus of een tram?

    Soms is dat inderdaad mogelijk. Het gaat dan voornamelijk om situaties waarbij de wegbeheerder tekort heeft geschoten in zijn verplichtingen en waarbij er gevaarlijke verkeerssituaties ontstonden. In de praktijk is dat echter niet eenvoudig. Bovendien ontbreekt het aan duidelijke richtlijnen m.b.t. waarschuwingssystemen waardoor het moeilijk is om de wegbeheerder hiervoor aansprakelijk te houden.

    Heeft een kind altijd recht op een schadevergoeding van 100% bij een aanrijding door een tram?

    Als het kind, voetganger of fietser, jonger is dan 14 jaar is dat meestal wel het geval. Hoewel artikel 185 WVW in theorie niet van toepassing is, wordt het door de rechtspraak wel toegepast. De voorwaarde is enkel dat er geen sprake is van opzet of aan opzet grenzende bewuste roekeloosheid. Zo is de vervoerder wellicht niet aansprakelijk wanneer een jong kind zich van het leven wil beroven door zich voor de tram te werpen.

    Heb ik recht op een schadevergoeding wanneer de tram bruusk remt en ik val?

    Meestal wel, maar toch is dat niet altijd het geval. Neem bijvoorbeeld de uitspraak van 28 maart 2014 van Rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2014:1985). Toen was een buspassagier (de redenering bij een tram is identiek) ten val gekomen toen de buschauffeur hard op de rem ging staan. Toch werd geoordeeld dat de chauffeur niks te verwijten viel. Bij deze zaak had de buschauffeur een passagier gevraagd om te gaan zitten en om niet langer recht te staan. Toch ging de passagier tot twee keer toe rechtop staan, waarna de buschauffeur de passagier telkens vroeg om opnieuw te gaan zitten. Niet veel later moest de buschauffeur op de rem gaan staan om een aanrijding met een scooter te voorkomen. De passagier, die klaarblijkelijk opnieuw was gaan staan, is dan hard gevallen. De bus reed niet te snel en de chauffeur had geen fout gemaakt. Er werd door de rechter beslist dat de busmaatschappij niet aansprakelijk was.

    Krijg ik een schadevergoeding van mijn inzittendenverzekering bij een ongeval in de tram?

    Dat kan, maar dit is afhankelijk van de polisvoorwaarden. Bij de uitgebreide inzittendenverzekeringen, dit wordt soms ook wel eens de verkeersschadeverzekering genoemd, is dat het geval. Hierbij is onder andere schade als passagier van een metro, trein of tram gewoon gedekt.