EN

Verkeersaansprakelijkheid

Buiten de privésfeer is het wegverkeer het terrein bij uitstek waar ongevallen gebeuren. Het mag dan ook niet verbazen dat het aansprakelijkheidsrecht veel aandacht besteedt aan het verkeer. Er zijn verschillende regels die de aansprakelijk bij verkeersongelukken regelen. Hierbij geldt er een strenge risicoaansprakelijkheid bij verkeersongevallen waarbij zowel gemotoriseerde als niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemers zijn betrokken.

Inhoudsopgave

    Artikel 185 Wegenverkeerswet (WVW)

    Wie een gemotoriseerd voertuig in het verkeer brengt, neemt een risico. Bij een ongeluk kan zo’n voertuig namelijk erg veel schade veroorzaken, zowel aan de inzittenden als aan andere weggebruikers. Daarom geldt er al sinds 1924 een risicoaansprakelijkheid. Bij ongevallen tussen motorrijtuigen en niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemers zal de gemotoriseerde verkeersdeelnemer in principe altijd voor minstens 50% (en soms 100%) aansprakelijk zijn. Er zijn wel uitzonderingen mogelijk, bijvoorbeeld bij overmacht.

    WVW: zwak of sterk bepaalt de aansprakelijkheid

    In de Wegenverkeerswet (WVW) is onder meer de bescherming van de fietser in het verkeer opgenomen. Het belangrijke artikel 185 WVW bepaalt dat fietsers en voetgangers als zwakke verkeersdeelnemers worden beschermd.

    Bijzonder is dat de definitie van een motorrijtuig in deze wet verschilt van de definitie die in de WAM-wet staat. In de WVW is namelijk expliciet opgenomen dat een fiets met trapondersteuning geen motorrijtuig is (artikel 1, lid 1, sub c). Dat wil zeggen dat zo’n fiets wordt gelijkgesteld met een zwakke verkeersdeelnemer. Hierdoor geniet men net dezelfde bescherming als de niet-gemotoriseerde fiets.

    In de andere gevallen gaat het om een sterke verkeersdeelnemer en is artikel 185 WVW niet van toepassing. Zwak (trapondersteuning) of sterk (volledig elektrisch) bepaalt met andere woorden de aansprakelijkheidsregels die van toepassing zijn.

    Lees de tekst van artikel 185 WVW

    Causale verdeling

    Binnen het aansprakelijkheidsrecht is de causale verdeling het uitgangspunt. Als verschillende partijen hebben bijgedragen aan het ontstaan van een ongeluk, wordt de causale verdeling toegepast om te bepalen wie welke schadevergoeding moet betalen of zal krijgen. Als een verkeersdeelnemer bijvoorbeeld voor 60% aan het ongeval heeft bijgedragen en het slachtoffer voor 40%, moet de eerste verkeersdeelnemer slechts 60% van de schade van het slachtoffer vergoeden. Dat komt omdat het slachtoffer ook zelf schuld treft.

    Deze causale verdeling wordt ook toegepast bij een verkeersongeluk tussen een gemotoriseerde en een niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemer. Enkel wordt er een ondergrens vastgelegd die varieert van 50% tot 100%: de gemotoriseerde verkeersdeelnemer zal altijd een deel van de schade aan de niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemer moeten vergoeden. Dat komt omdat hij een risico heeft genomen door een gemotoriseerd voertuig in het verkeer te brengen. Daarom is hij altijd voor een deel verantwoordelijk.

    Billijkheidscorrectie

    In sommige gevallen kan de rechter een billijkheidscorrectie toepassen. Daarbij kan de rechter rekening houden met verschillende factoren, bijvoorbeeld met de dekking van de verzekering of met de ernstige letselschade van een slachtoffer. Ook de kenmerken van het voertuig kunnen een rol spelen. Op basis van deze billijkheidscorrectie kan de rechter bijvoorbeeld beslissen dat een fietser die door eigen schuld normaal gesproken slechts recht heeft op een schadevergoeding van 50% toch een hogere schadevergoeding krijgt. Dit kan zelfs oplopen tot 100% van de schade.

    Meer over de billijkheidscorrectie

    Overmacht

    Voor de eigenaar of de houder van het motorrijtuig is er een manier om te ontsnappen aan de aansprakelijkheid op grond van artikel 185 WVW. Daarvoor dient hij aannemelijk te maken dat er sprake was van overmacht. Doordat de Hoge Raad hier heel zware eisen aan stelt, is dat slechts per uitzondering mogelijk. Zelfs een plotseling lichamelijk gebrek van de bestuurder, zoals een hartstilstand, is niet per se overmacht. Opdat er sprake zou kunnen zijn van overmacht moet de bestuurder zelf foutloos hebben gereden (of de fout moet irrelevant zijn voor het ongeval) en moeten de fouten van de andere weggebruiker zo onwaarschijnlijk zijn geweest dat de bestuurder hier geen rekening mee hoefde te houden.

    Sterke verkeersdeelnemers

    achterlicht

    Zoals eerder gezegd, bepaalt sterk of zwak de aansprakelijkheid. Een sterke verkeersdeelnemer is in principe een gemotoriseerde verkeersdeelnemer, zoals een auto, een bestelbus of een vrachtwagen. Omdat ook een scooter een motor heeft, is ook dit een sterke verkeersdeelnemer. Maar er zijn ook uitzonderingen. Een elektrische fiets heeft bijvoorbeeld wel een motor, maar wordt desondanks toch niet beschouwd als een gemotoriseerd voertuig. Voor een elektrische step is deze uitzondering er dan weer niet. Een elektrische step is dus wel een sterke verkeersdeelnemer.

    Voorbeelden van aansprakelijkheid van sterke verkeersdeelnemers

    Door de risicoaansprakelijkheid die geldt voor gemotoriseerde voertuigen zal (de verzekeraar van) een sterke verkeersdeelnemer bij een ongeluk met een zwakke verkeersdeelnemer meestal verplicht zijn om een schadevergoeding te betalen. Ook als de zwakke verkeersdeelnemer een fout heeft gemaakt. Dat tonen de onderstaande vier praktijkvoorbeelden aan.

    Voetganger wordt aangereden als ze plotseling oversteekt (50%)

    Op 31 december 2019 vindt een ongeval plaats tussen een voetgangster en een personenauto. Het ongeval vond plaats in Hengelo. Volgens het verslag van de politie stak de voetgangster ineens een weg in de bebouwde kom over. De rechter besliste dat de bestuurder van de personenauto voor 50% aansprakelijk is voor de schade van de voetgangster..

    Lees de uitspraak op Rechtspraak.nl

    Fietser rijdt tegen een vrachtwagen (50%)

    Op 26 november 2014 reed het slachtoffer op zijn fiets van zijn huis naar het werk. De fietser reed een straat op en reed daarbij tegen een vrachtwagen aan die in dezelfde richting aan het rijden was. De fietser had eigenlijk vrije doorgang moeten verlenen aan de vrachtwagen. Doordat de vrachtwagen een sterke verkeersdeelnemer is en een fiets niet, moet de bestuurder van de vrachtwagen desondanks 50% van de schade vergoeden.

    Lees de uitspraak op Rechtspraak.nl

    Frontale aanrijding met een fietser die in de verkeerde richting reed (50%)

    Op 31 januari 2017 rijden een fietser en een scooter op het fietspad. De fietser reed aan de verkeerde kant van de weg en werd frontaal aangereden door de scooter. De fietser liep een gebroken oogkas op, net als een kleine snee in het hoofd. De scooterbestuurder diende 50% van de schade te vergoeden, omdat een scooter een sterke verkeersdeelnemer is en een fietser een zwakke verkeersdeelnemer.

    Lees de uitspraak op Rechtspraak.nl

    Aanrijding van een belaadster van een vuilniswagen (100%)

    Op 8 april 2019 vond een ongeval plaats waarbij een belaadster van een vuilniswagen binnen de bebouwde kom werd aangereden door een auto. Bij de aanrijding is de voet van de belaadster in de wielkast van de auto terechtgekomen. De vuilniswagen had zowel de zwaailichten als de alarmlichten aan. De auto reed heel dicht tegen de vuilniswagen aan, op een afstand van hooguit twintig centimeter. Dit heeft bijgedragen aan het ontstaan van de aanrijding. De automobilist diende 100% van de geleden schade te vergoeden.

    Lees de uitspraak op Rechtspraak.nl

    Zwakke verkeersdeelnemers

    fietser

    Zwakke verkeersdeelnemers zijn niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemers, zoals voetgangers en fietsers. Ook de klassieke e-bike wordt tot de niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemer gerekend, net als bijvoorbeeld steppers en skateboarders. Deze zwakke verkeersdeelnemers genieten bescherming ten opzichte van sterke verkeersdeelnemers. Onderling geldt deze bescherming echter niet, bijvoorbeeld wanneer het gaat om een verkeersongeluk tussen twee fietsers. Dan geldt enkel de causale verdeling en de schuldvraag.

    Voorbeelden van aansprakelijkheid van zwakke verkeersdeelnemers

    Ook tussen zwakke verkeersdeelnemers vinden er regelmatig ongelukken plaats, bijvoorbeeld onderling tussen fietsers of tussen een fietser en een voetganger. De praktijksituatie zal dan bepalen wie er al dan niet aansprakelijk is voor de schade. De onderstaande vier voorbeelden tonen dit aan.

    Botsing waarbij een fietser geen voorrang heeft verleend (100%)

    Op 12 juni 2018 vindt er een aanrijding plaats tussen twee fietsers. Beide fietsers fietsten op dat moment een kruising van twee fietspaden op. Een van de fietsers kwam van rechts. De andere fietser had geen voorrang verleend. De rechter besliste dat de fietser die geen voorrang had verleend in de fout was. Hij diende de schade van de andere partij voor 100% te vergoeden.

    Lees de uitspraak op Rechtspraak.nl

    Fietser valt door een fiets die deels op het fietspad ligt (75%)

    Op 26 augustus 2010 vond er een ongeval plaats in een fietstunnel. Het slachtoffer kwam ten val doordat een andere fiets deel op het fietspad lag. Volgens de kantonrechter was er sprake van 25% eigen schuld: een fietser met een normaal zicht had de fiets kunnen zien liggen en had tijdig kunnen uitwijken. Daarom werd slechts 75% van zijn schade vergoed.

    Lees de uitspraak op Rechtspraak.nl

    Racefiets rijdt een voetganger aan (100%)

    Op 11 januari 2020 wordt een 84-jarige voetganger door een racefiets aangereden op het fietspad. Hierdoor raakte de 84-jarige ernstig gewond, met onder meer een hersenbeschadiging. De racefietser reed ongeveer 20 km/u en zou voor de aanrijding niet hebben geremd. Het zicht was onbelemmerd en hij moet ongeveer 3,3 seconden zicht hebben gehad op de 84-jarige man, voldoende om tijdig te remmen. De fietser diende de gehele schade aan de voetganger te vergoeden.

    Lees de uitspraak op Rechtspraak.nl

    Aanrijding door een fiets zonder remmen (100%)

    Op 25 april 2014 vindt een ongeval plaats waarbij een fietser en een voetganger betrokken zijn. De fietser reed met een fiets zonder remmen en reed een overstekende voetganger aan, wat in een zwaar lichamelijk letsel resulteerde. De fiets voldeed niet aan de wettelijke eisen, de fietser heeft zich er onvoldoende van vergewist dat iemand zich op het fietspad bevond en de fietser heeft bovendien niet tijdig en/of onvoldoende uitgeweken of geremd voor de voetganger. De fietser diende dan ook alle schade van de voetganger te vergoeden.

    Lees de uitspraak op Rechtspraak.nl

    Het onderscheid tussen sterke en zwakke verkeersdeelnemers

    Het onderscheid tussen zwak en sterk wordt gemaakt op basis van het al dan niet beschikken over een mechanische kracht of een elektrische tractie met stroomtoevoer die ervoor zorgt dat het voertuig voortbeweegt. In de wet zijn hierop twee uitzonderingen opgenomen: voertuigen die bedoeld zijn om langs spoorstaven te bewegen (treinen en trams) en elektrische fietsen met trapondersteuning.

    Zwakke verkeersdeelnemers (art. 185 WVW is van toepassing)Sterke verkeersdeelnemers (art. 185 WVW is niet van toepassing)
    · Voetganger · Fietser met een niet-gemotoriseerde fiets · Fietser met een elektrische fiets met louter trapondersteuning(*)· Auto · Bus · Motor · Scooter · Bestelwagen · Vrachtwagen · Bromfietser · Andere elektrische fietsen

     (*) Er worden meer eisen aan de elektrische fiets gesteld dan het louter beschikken over trapondersteuning. Zo mag de trapondersteuning niet functioneren bij snelheden vanaf 25 km/u en mag de elektrische motor geen vermogen hebben van meer dan 250 W.

    Verkeersdeelnemers en de aansprakelijkheid

    In het verkeer zijn er verschillende partijen betrokken. Onder andere de hoedanigheid van de verkeersdeelnemer zal bepalen hoe de aansprakelijkheid is geregeld. Hieronder is dit per verkeersdeelnemer toegelicht. Weet echter dat de situatie soms extra complex kan zijn en dat bijvoorbeeld ook overmacht een rol kan spelen.

    Voetgangers

    Een voetganger wordt beschouwd als een zwakke verkeersdeelnemer. Bij een ongeluk met een sterke verkeersdeelnemer wordt een voetganger dus beschermd door het aansprakelijkheidsrecht. Hierdoor zal de sterke verkeersdeelnemer over het algemeen minstens vijftig procent van de schade aan de voetganger moeten vergoeden. Deze bescherming geldt niet als de andere verkeersdeelnemer ook een zwakke verkeersdeelnemer is, bijvoorbeeld een fietser. Dan is het de causale verdeling die de schadevergoedingsplicht zal bepalen.

    Aangereden als voetganger en aansprakelijkheid
    voetganger-oversteken

    Kinderen onder 14 jaar

    Wanneer een zwakke verkeersdeelnemer, zoals een voetganger of een fietser, jonger is dan veertien jaar geldt de zogeheten 100%-regel. In dergelijke gevallen zal de sterke verkeersdeelnemer in principe 100% van de schade moeten vergoeden in plaats van 50% van de schade, ook als het kind zelf een fout heeft gemaakt. Als er sprake is van opzet of van aan opzet grenzende roekeloosheid kan van deze regel worden afgeweken.

    Alles over kinderen in het verkeer
    kind-alleen

    Bestuurder van een auto

    Als bestuurder van een auto draag je een grote verantwoordelijkheid, zowel ten opzichte van voertuiginzittenden als ten opzichte van andere verkeersdeelnemers. In de verhouding tussen een sterke verkeersdeelnemer (bestuurder van een auto) en een zwakke verkeersdeelnemer (bv. een fietser) geldt bijvoorbeeld dat de autobestuurder vrijwel altijd vijftig procent van de schade dient te vergoeden. Ten opzichte van andere sterke verkeersdeelnemers geldt dit niet. De praktijksituatie (bv. achteruitrijden of geen voorrang verlenen) zal dan bepalend zijn voor de causale verdeling. Houd er rekening mee dat er in het buitenland soms andere verkeersregels gelden.

    bestuurder-auto-rijden

    Fietsers

    Een fietser is net als een voetganger een zwakke verkeersdeelnemer. Dat wil zeggen dat als een fietser betrokken raakt bij een verkeersongeval met een sterke verkeersdeelnemer, deze sterke verkeersdeelnemer meestal ten minste vijftig procent van de schade dient te vergoeden. Bij jonge kinderen gaat het zelfs om honderd procent. Bij een botsing tussen twee fietsers geldt dit niet. Dan zal de causale verdeling bepalend zijn.

    Alles over de fietser in het verkeer en fietsverzekeringen
    fietster-stad

    Elektrische fietsers of speed pedelecs

    Hoewel een elektrische fiets of een e-bike een motor heeft, wordt het toch niet tot de motorrijtuigen gerekend. Hierdoor is een e-bike in principe ook een zwakke verkeersdeelnemer en gelden dezelfde aansprakelijkheidsregels als voor fietsers. Een speed pedelec wordt dan weer wel als een gemotoriseerd voertuig beschouwd. De aansprakelijkheidsregels voor een speed pedelec zijn met andere woorden veel ongunstiger.

    Verschillen tussen de e-bike en de speed pedelec
    e-bike-stad

    Bestuurders elektrische steps

    Een elektrische step, ook wel eens een e-step genoemd, wordt als een motorvoertuig beschouwd. Hierdoor is de bestuurder van een elektrische step vrijwel altijd voor 50% (of meer) aansprakelijk bij een ongeval met een zwakke verkeersdeelnemer als een fietser of een voetganger. Het is bovendien belangrijk om goed op de hoogte te zijn voor de regels voor de elektrische step, want de verkeersregels zijn uiteraard bepalend voor de aansprakelijkheid en de causale verdeling.

    Alle regels voor de elektrische step
    e-step-stad

    Scooterrijders

    De scooter is in Nederland een populaire manier om zich te verplaatsen. Een scooter gaat harder dan de fiets, je hoeft niet te trappen en bovendien ben je heel wendbaar in het verkeer. Maar een scooter heeft een motor en dat heeft gevolgen voor de aansprakelijkheid. Bij een aanrijding met een fietser is de scooterrijder altijd voor ten minste 50% aansprakelijk. Zeker op een gedeeld fietspad is het met andere woorden belangrijk om goed op te letten.

    Aansprakelijkheid en schade bij scooterongelukken
    scooter

    Scootmobilisten

    Het aantal ongelukken met de scootmobiel neemt toe. Dat heeft enerzijds te maken met de vergrijzing, waardoor er sowieso meer scootmobilisten op de weg zijn. Daarnaast is het eigen aan de gebruiker van de scootmobiel, een weggebruiker die vaak minder goede reflexen heeft. Het aansprakelijkheidsregime van artikel 185 WVW is niet van toepassing bij een ongeval tussen een auto en een scootmobiel. Een gehandicaptenvoertuig als een scootmobiel is dus ook een motorrijtuig en dezelfde aansprakelijkheidsregels zijn van toepassing.

    Alles over de aansprakelijkheid bij scootmobielen en de scootmobielverzekering
    scootmobiel-wandelen-partner

    Tractorbestuurders

    Een tractor is een gemotoriseerd voertuig en dus gelden dezelfde aansprakelijkheidsregels als bij een personenauto. Op basis van artikel 185 WVW is de tractorbestuurder vrijwel altijd voor ten minste 50% aansprakelijk bij een ongeval met een zwakke verkeersdeelnemer. Wat de billijkheidscorrectie betreft, kan men rekening houden met het grotere Betriebsgefahr van een tractor om tot een voor de bestuurder minder gunstige schadevergoedingsplicht te komen.

    Alles over de aansprakelijkheid bij tractors en de tractorverzekering
    tractor-landbouw-gras

    Vrachtwagenbestuurders

    Een vrachtwagen is een groot en zwaar voertuig dat veel schade kan aanrichten. Bovendien is een vrachtwagen extra gevaarlijk door de dode hoek waarin zich een fietser, een voetganger of een scooterbestuuder kan bevinden. Ten opzichte van die laatste, en ten opzichte van andere sterke verkeersdeelnemers, gelden de normale aansprakelijkheidsregels met de klassieke causale verdeling als uitgangspunt. Ten opzichte van zwakke verkeersdeelnemers, bijvoorbeeld een fietser of een voetganger, is een vrachtwagenbestuurder bijna altijd voor ten minste 50% aansprakelijk. Een rechter kan bij het toepassen van de billijkheidscorrectie rekening houden met het extra gevaar dat een vrachtwagen veroorzaakt.

    Alles over de aansprakelijkheid bij vrachtwagens en de vrachtwagenverzekering
    vrachtwagen-snelweg

    Taxibestuurders

    Een taxi is een gemotoriseerd voertuig en dus gelden dezelfde aansprakelijkheidsregels als bij andere motorvoertuigen. Daarenboven vervoert een taxi inzittenden en is er sprake van een vervoersovereenkomst. Dit wil zeggen dat de inzittende mag verwachten dat hij binnen een redelijke termijn en veilig en wel op zijn bestemming aankomt. Naast de aansprakelijkheid in het verkeer dient er dan ook rekening te worden gehouden met de aansprakelijkheid op grond van deze vervoersovereenkomst.

    Alles over de aansprakelijkheid van taxi’s en de taxiverzekering
    taxi-lamp

    Openbaar vervoer

    Het openbaar vervoer bestaat uit onder meer bussen, trams en treinen. Hierbij genieten zwakke verkeersdeelnemers over het algemeen van extra bescherming. Naast de verkeersregels speelt ook de vervoersovereenkomst een rol: de vervoersmaatschappij kan ook aansprakelijk zijn op basis van een schending van de verplichtingen van de vervoersovereenkomst. Dat alles maakt de aansprakelijkheid bij openbaar vervoer extra complex.

    Alles over de aansprakelijkheid bij openbaar vervoer
    treinsporen-zonsondergang

    Dronebestuurder of -piloot

    Steeds meer mensen hebben een drone. Met zo’n drone kunnen heel leuke beelden worden gemaakt, maar dergelijke drones kunnen ook voor gevaar zorgen. Ze kunnen bijvoorbeeld op een auto of op een voorbijganger vallen. Daarom zijn er heel strenge regels over waar een drone al dan niet mag worden gebruikt. Als een drone niet rechtmatig wordt gebruikt en een ongeval veroorzaakt, kan dit ervoor zorgen dat de dronebestuurder of -piloot de schade moet vergoeden. Daarom is het belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de geldende dronewetgeving.

    Alles over de Europese dronewetgeving
    drone-veld-vliegen

    Veelgestelde vragen over verkeersaansprakelijkheid

    De verkeersaansprakelijkheid is bijzonder ingewikkeld. Dat heeft niet alleen te maken met de complexiteit van het verkeer en de vele verkeersregels die van toepassing zijn, maar ook met de diverse aansprakelijkheidsregels in ons land. Dat men nog vragen heeft over de zogeheten verkeersaansprakelijkheid is allesbehalve ondenkbaar. Hieronder zijn een aantal veelgestelde vragen beantwoord.

    Wat is een zwakke verkeersdeelnemer?

    Zwakke verkeersdeelnemers zijn verkeersdeelnemers die extra kwetsbaar zijn in het verkeer en die door de wet extra worden beschermd. Kort gezegd gaat het om niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemers als voetgangers en fietsers. Ook een elektrische fiets is een zwakke verkeersdeelnemer.

    Wat is een sterke verkeersdeelnemer?

    Een sterke verkeersdeelnemer is volgens de wet een motorrijtuig. Dat wil zeggen: een rijtuig dat uitsluitend of mede door een mechanische kracht of door een elektrische tractie wordt aangedreven. Elektrische fietsen met trapondersteuning en voertuigen die langs spoorstaven voortbewegen (trein en tram), vormen de wettelijke uitzondering op de regel. Zwakke verkeersdeelnemers zijn voetgangers, fietsers, steppers, skaters en dergelijke meer. Deze partijen worden zwak genoemd, omdat ze bij een ongeval eenvoudiger ernstige letselschade oplopen. Let wel op: bij een elektrische step of een elektrisch skateboard gaat het dan weer wel om een sterke verkeersdeelnemer.

    Wat is de billijkheidscorrectie?

    De billijkheidscorrectie is een aanpassing van de schadevergoedingsplicht op grond van de redelijkheid en de billijkheid. De rechter kan daarbij oordelen dat een strikte toepassing van de aansprakelijkheidsregels niet redelijk is, bijvoorbeeld omdat het slachtoffer wel erg veel schade heeft of omdat de dader met een heel zware en gevaarlijke auto rijdt. De rechter past de schadevergoedingsplicht dan aan.

    Wanneer is er sprake van overmacht bij een verkeersongeluk?

    Er is sprake van overmacht in het verkeer als de bestuurder foutloos heeft gereden (of de fout niet relevant is voor het ongeval) én de fouten van de andere weggebruiker zo onwaarschijnlijk zijn dat de bestuurder hier helemaal geen rekening mee hoefde te houden. Er is niet snel voldaan aan de eisen van deze strikte definitie van overmacht.

    Wanneer is artikel 185 WVW van toepassing?

    Artikel 185 WVW is van toepassing bij een verkeersongeval tussen een motorrijtuig en een niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemer. Daarnaast moet dit verkeersongeval schade hebben veroorzaakt en moet het verkeersongeval op de openbare weg hebben plaatsgevonden.

    Waarmee houdt de rechter rekening bij de billijkheidscorrectie?

    De rechter kan rekening houden met alle relevante factoren. Over het algemeen houdt de rechter vooral rekening met de ernst van het letsel, de leeftijd van het slachtoffer, de gevolgen voor het slachtoffer, de impact van het ongeval, de kenmerken van het voertuig en het al dan niet beschikken over een verzekering. De factoren verschillen met andere woorden van geval tot geval. Per zaak zal een eigen afweging moeten worden gemaakt.