Het verzekeren van een tractor

Ongeval tussen fietser en tractor

In het geval van een ongeluk tussen een fietser en een tractor is de aansprakelijkheid afhankelijk van verschillende factoren, zoals de verkeersregels die zijn overtreden en de mate van nalatigheid van beide partijen. In het aansprakelijkheidsrecht is er wel een speciale regel die in het voordeel is van de fietser. Op basis van deze regel zal de tractorbestuurder vrijwel altijd ten minste vijftig procent van de schade van de fietser dienen te vergoeden. Verder is een uitgebreide beoordeling van de feiten nodig om te bepalen wie aansprakelijk is voor het ongeluk tussen de fietser en de tractor.

Een aanrijding met een voetganger

In het geval van een ongeluk tussen een voetganger en een tractor is de aansprakelijkheid eveneens afhankelijk van verschillende factoren. In het algemeen is de bestuurder van de tractor aansprakelijk voor het ongeluk als hij of zij niet op een verantwoorde manier heeft gereden of als de tractor onveilige technische defecten had. Aan de andere kant kan de voetganger ook aansprakelijk zijn als hij of zij bijvoorbeeld niet op een veilige manier overstak of de verkeersregels heeft overtreden. Een voetganger wordt door dezelfde regels beschermd als een fietser. Ook hier zal de tractorbestuurder vrijwel altijd minstens de helft van de schade van de voetganger moeten vergoeden. Precies als in het geval van een ongeluk tussen een fietser en een tractor, is een uitgebreide beoordeling van de feiten nodig om te bepalen wie aansprakelijk is.

Aanrijding tussen een tractor en een andere gemotoriseerde weggebruiker

Bij een aanrijding tussen een tractor en een andere gemotoriseerde weggebruiker gelden de genoemde beschermingsregels niet. Dit wil zeggen dat enkel de concrete omstandigheden, namelijk wie fouten heeft gemaakt en de mate waarin de partijen met hun fouten hebben bijgedragen tot het ontstaan van het verkeersongeluk, zal bepalen wie aansprakelijk is.

Een gemotoriseerde weggebruiker is een ruim begrip. Het gaat dan bijvoorbeeld om een andere tractor of een auto. Ook vrachtwagens, autobussen en scooters behoren tot de gemotoriseerde weggebruikers. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld elektrische steps en scootmobielen. Enkel de e-bike vormt hier een uitzondering op, dit wordt namelijk gelijkgesteld met een traditionele fiets. Maar een speedpedelec dan weer niet, een speedpedelec is wel gewoon een gemotoriseerde verkeersdeelnemer.

Uitwijken voor een tractor en tegen een boom rijden: € 3.901

Een man van 29 jaar diende met zijn auto uit te wijken voor een tractor met een aanhanger die uit een uitrit kwam. Hierdoor is de auto van de man beginnen te slippen en is het tegen ee boom gereden. De man liep een letsel op aan de heup en een verbrijzelde linkerknieschijf. Gedurende meer dan vier weken diende de man plat op zijn rug in een ziekenhuisbed te liggen. Voor een periode van ongeveer 2,5 maanden was de man arbeidsongeschikt.

De functionele invaliditeit werd vastgesteld op vijf procent, maar door verdere knieslijtage zou dit kunnen oplopen tot acht of negen procent. De rechter houdt er rekening mee dat de man tijdens zijn herstelperiode niet op vakantie is kunnen gaan en dat hij zijn hobby’s, dansen en zingen, niet kon uitoefenen. Hij kreeg een smartengeldvergoeding van 2.269 euro toegewezen. Het geïndexeerde bedrag bedraagt 3.901 euro.

Dwarslaesie en leven in een rolstoel nadat fietser onder tractor terechtkomt: € 186.998

Toen een 62-jarige vrouw deelnam aan een fietstocht, diende ze op een bepaald moment uit te wijken voor een tractor met een hooischudder. Hierbij is de vrouw ten val gekomen, waarna de tractorcombinatie over de vrouw is gereden. De letselschade was enorm: gebroken wervels, een dwarslaesie ter hoogte van de vierde borstwervel, een gebroken borstbeen, een gebroken schouderblad, gebroken ribben, een gebroken middenhandsbeentje, een klaplong en een gebroken sleutelbeen.

De eerste dagen diende de vrouw op de IC door te brengen. Ze onderging chirurgische ingrepen en diende gedurende een half jaar te verblijven in een revalidatieoord. Ze was gedurende die tijd volledig afhankelijk van de hulp van anderen. Nadien volgde twee maanden poliklinische revalidatie. Haar woning diende geheel aangepast en rolstoelvriendelijk te worden gemaakt.

Op het moment van het ongeval was ze kerngezond en was ze een zeer actieve vrouw. Ze ging graag op reis, ze had veel hobby’s en ze hield zich graag bezig met klusjes in en rond het huis. Sinds het ongeval heeft ze geen regie meer over haar leven en is ze haar zelfstandigheid kwijt. De rest van haar leven zal ze in een rolstoel moeten doorbrengen. Ze blijft last hebben van diverse klachten, zoals terugkerende blaasinfecties en spasmen in de benen en de romp. Ze heeft voortdurend pijn in de schouders en intiem contact met haar echtgenoot is niet langer mogelijk. Vooral de beperkingen op het gebied van contact en omgang met haar vier kleinkinderen valt haar zwaar. Ze kreeg een smartengeldvergoeding van 150.000 euro toegekend. Na indexering komt dit op 186.998 euro.

Vrouw wordt van achteren aangereden door een tractor: € 129.533

Tijdens een fietstocht wordt een vrouw van 74 jaar samen met haar man van achteren aangereden door een tractor die aan de voorzijde een maaibak heeft. De man komt bij dit tractorongeluk om het leven. De vrouw loopt een ernstig hersenletsel op en ligt lange tijd in coma in het ziekenhuis. Pas later komt ze te weten dat haar man is overleden, waardoor ze geen afscheid heeft kunnen nemen. Naast een hersenletsel liep de vrouw ook een klaplong, gebroken ribben, breuken, verwondingen aan het gezicht, een hematoom, een bloeding op het hoofd en diverse schaafwonden op. Communicatie met de vrouw was bijna geheel onmogelijk.

Gedurende een half jaar verbleef de vrouw in een revalidatiecentrum. Bij aankomst kon ze niet spreken of lopen. Nadien verbleef de vrouw nog eens 8,5 maanden in een verpleeghuis, waar ze het slachtoffer werd van verschillende valincidenten, waarna ze is overgeplaatst naar een woonzorgcentrum. Daar is de vrouw opnieuw gevallen en heeft ze haar heup gebroken. De vrouw is rolstoelgebonden, is opgehouden met spreken en krijgt voortdurend pijnmedicatie.

Voor het ongeval was ze een zelfstandig functionerende echtgenote, moeder en grootmoeder met een voor haar leeftijd heel actieve levensstijl. Na het ongeval is ze een vrouw met zeer ernstige beperkingen. Ze is nooit meer kunnen terugkeren naar haar woning en het is lastig gebleken om voor haar een passende woonplek te vinden. Ze kreeg een smartengeldvergoeding van 110.000 euro toegewezen. Geïndexeerd is dit 129.533 euro.

Tijdens het werk aangereden door een tractor: € 92.446

Tijdens zijn werk wordt een rij-instructeur van rechts aangereden door een beladen tractor met een aanhanger. Aan het stuur van de tractor zit een zestienjarige jongen. Ten gevolge van de aanrijding ligt de rij-instructeur gedurende zes weken in coma. Zijn rechteroor is afgescheurd, zijn rechterrib is gebroken en zijn rechterschouderblad is gebroken. Daarnaast had hij ook een ingeklapte long en een longperforatie. Dit zorgde ervoor dat hij gedurende enkele maanden diende te worden beademd.

Daarbovenop had de man ook een hersenletsel. Hierdoor was hij aanvankelijk volledig verlamd aan de rechterzijde. Later verkreeg hij opnieuw beperkte controle over de ledematen aan de rechterzijde van het lichaam. Zijn cognitieve functies en spraak waren eveneens verstoord. Gedurende de eerste maanden na het ongeval had de man geen controle over zijn urine en ontlasting. Hij maakte vaak spastische bewegingen en kon enkel onverstaanbaar spreken. Het verwerken van informatie ging heel langzaam. Soms vertoonde de man agressief gedrag.

Gedurende enkele maanden lag de man in het ziekenhuis. Vervolgens is hij gedurende achttien maanden verpleegd in een revalidatiecentrum en is hij afwisselend thuis en in diverse verzorgingstehuizen en klinieken verpleegd. Pas na lange tijd kon hij opnieuw thuis gaan wonen, waar hij vier jaar later is overleden. Tot aan zijn dood is hij altijd afhankelijk gebleven van verzorging en verpleging. Hij had veel besef van alle beperkingen en van alles wat hij niet langer kon doen, zoals het aangaan van sociale relaties of het beoefenen van een hobby. De rechter hield met dit alles rekening bij het toekennen van de smartengeldvergoeding van 70.000 euro (geïndexeerd bedrag: 92.446 euro).