EN
Schade na het aanrijden van een huisdier of een wild dier

Schade na het aanrijden van een huisdier of een wild dier

In Europa sterven er jaarlijks 29 miljoen zoogdieren en 194 miljoen vogels na aanrijdingen. Ook in Nederland zijn zo'n aanrijdingen niet ongewoon. Het kan daarbij gaan om huisdieren of wilde dieren. Soms kan er iemand voor de schade aansprakelijk worden gesteld en soms niet. Soms zal de verzekeraar de schade vergoeden, maar zo nu en dan ook niet. Hieronder zijn de belangrijkste regels weergegeven.

Aansprakelijkheid bij het aanrijden van tamme dieren of vee

Het Burgerlijk Wetboek voorziet een vorm van risicoaansprakelijkheid ten aanzien van de bezitter of de bedrijfsmatige gebruiker van dieren. Dat wil zeggen dat schade die door het dier wordt aangericht aan de bezitter of bedrijfsmatige gebruiker moet worden aangerekend. De redenering is natuurlijk dat elk dier een vorm van onberekenbaarheid heeft en dat de bezitter of gebruiker daarbij een risico neemt, waar hij ook maar de gevolgen van moet dulden. Deze risicoaansprakelijkheid geldt enkel voor tamme dieren, wat ook logisch is: een wild dier heeft geen bezitter of bedrijfsmatige gebruiker. De risicoaansprakelijkheid van het dier geldt ook wanneer het dier een weg oploopt en een ongeval veroorzaakt of wordt aangereden.

De aansprakelijke partij

Natuurlijk stelt zich in de eerste plaats de vraag of de bestuurder van de auto geen fout heeft begaan. Zo kan een auto bijvoorbeeld plotsklaps een ruiter en zijn paard aanrijden en dan is de houder van die auto daar misschien wel aansprakelijk voor. Zijn WA-verzekering moet dan de schade vergoeden. Bovendien kan er altijd sprake zijn van een vorm van eigen schuld. Een auto kan te hard rijden, de bestuurder kan gedronken hebben enzovoort. Wat de aansprakelijkheid betreft, moet er steeds een detailstudie worden gemaakt.

Wanneer de aansprakelijkheid toch richting het dier wijst, is de bezitter van het dier in principe aansprakelijk. Dan zal zijn aansprakelijkheidsverzekering de schade vergoeden.

Dat is ook het geval wanneer het dier enkel vermogensschade heeft aangericht. Vaak is de bezitter van het dier ook de eigenaar, maar dat is niet altijd het geval. Cruciaal daarbij staat wie de feitelijke macht over het dier uitoefent. Deze vraag geeft vaak aanleiding tot discussies. Zo gaf de Rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2018:3231) aan dat de eigenaar van het paard de bezitter was en niet zijn voormalige stiefdochter die het dier trainde en gedurende enige periodes ook de verzorging op zich nam. Volgens de rechter waren deze periodes onvoldoende van belang en stond het vast dat de stiefvader de beslissingsbevoegdheid ten aanzien van het dier had. Daarom oordeelde het dat de stiefvader aansprakelijk was.

Natuurlijk is het mogelijk dat een dier meerdere bezitters heeft. In dat geval zijn zij hoofdelijk aansprakelijk. Dat wil zeggen dat het slachtoffer kiest wie aan te spreken. Deze moet dan de volledige schade vergoeden en kan nadien de afrekening maken met de andere bezitters. Het slachtoffer heeft hier een luxepositie want hij natuurlijk op zoek gaan naar de best vermogende of de best verzekerde bezitter.

Wat de bedrijfsmatige gebruiker betreft, is het in principe degene die het bedrijf leidt die aansprakelijk is.

Ten slotte geldt deze redenering ook binnen de contractuele sfeer. Het gaat dan vooral om maneges die hun dier toevertrouwen aan anderen. Daarbij zal de manege vaak nog steeds de bezitter zijn. De partijen kunnen echter contractuele afspraken hebben gemaakt en bijvoorbeeld afstand hebben gedaan van de risicoaansprakelijkheid.

Schadegeval moet voortvloeien uit de onberekenbaarheid en de eigen energie van het dier

De risicoaansprakelijkheid geldt enkel wanneer deze het gevolg is van het onberekenbaar karakter en de eigen energie van het dier.

Schadegeval moet voortvloeien uit de onberekenbaarheid en de eigen energie van het dier

Wat de onberekenbaarheid betreft, moet dit worden geïnterpreteerd in het licht van wat het dier zou hebben gedaan als het nog volledig in de macht van de begeleider (dit is niet automatisch de bezitter) was. In een zaak uit 1990 (ECLI:NL:HR:1990:AD1041) had een voertuig bijvoorbeeld de overstekende koeien van boer Blezer aangereden. De autobestuurder wou boer Blezer op basis van de risicoaansprakelijkheid aanspreken, maar dat kon volgens de rechter niet. De koeien handelden per slot van rekening gewoon zoals boer Blezer het wilde: hij was ze op dat moment bij de oversteek aan het begeleiden en de koeien gedroegen zich ook gewoon zoals hij het wilde. Vergelijk het ook met een recente uitspraak van Rechtbank Alkmaar (ECLI:NL:RBALK:2008:BO1353) waarbij de rechter oordeelde dat er geen sprake is van risicoaansprakelijkheid wanneer een politiehond gepast aanvalt na het ontvangen van het commando van een agent. Had de politiehond echter onverwacht naar het scrotum gehapt, een gedraging die de hond niet krijgt aangeleerd en niet zou mogen stellen, was de situatie allicht anders geweest.

Met betrekking tot de eigen energie is het onderscheid vaak vrij kunstmatig. De redenering van deze vereiste is dat een dier die een ziekte overdraagt niet uit eigen energie handelt en er dus geen risicoaansprakelijkheid is. In de rechtspraak oordeelt men ook dat dieren die snuffelen, nochtans een manifestatie van eigen energie van het dier, niet uit eigen energie handelen wanneer ze zo een virus overdragen. Een kat die daarentegen aanvalt en zo de kattenkrabziekte veroorzaakt, handelt dan weer wel uit eigen energie.

Dit alles houdt in dat de risicoaansprakelijkheid niet geldt wanneer de begeleider van het dier een commando geeft en dat commando netjes wordt opgevolgd. Denk daarbij aan het aanrijden van een hond die louter een commando volgt en daardoor oversteekt of een paard dat op een gelijkaardige manier een commando naleeft. Uiteraard blijft het dan wel mogelijk om diegene die het commando geeft aansprakelijk te stellen, uiteraard indien deze een fout beging.

Aansprakelijkheid bij het aanrijden van weggelopen dieren

Aansprakelijkheid bij het aanrijden van weggelopen dieren

Het feit dat een dier weggelopen is, doet de risicoaansprakelijkheid nog niet automatisch eindigen. Hierbij moet er wel de vraag worden gesteld wie op dat moment de bezitter is van het dier. Bezit kan dan ook eindigen. Dat is bijvoorbeeld het geval als het dier wordt gevangen, naar het dierenasiel wordt gebracht en daar verder wordt verzorgd. Het baasje heeft dan nog twee weken de tijd om zich aan te melden. Nadien kan wellicht worden geconcludeerd dat het baasje het bezit heeft prijsgegeven. Het bezit van het dier kan ook door een ander worden overgenomen wanneer die het dier voor zichzelf houdt. Het voederen van straatkatten wil nog niet automatisch zeggen dat het bezit is overgenomen, want daarvoor moet er macht over het dier worden uitgeoefend.

Verder geldt hier net dezelfde redenering: de bezitter of de beroepsmatige gebruiker kan op grond van de risicoaansprakelijkheid worden aangesproken.

Aansprakelijkheid bij aanrijding van een wild dier

Bij de aanrijding van een tam dier kan de risicoaansprakelijkheid spelen. Indien dat niet het geval is, moeten de klassieke causaliteitsregels worden gevolgd: wie een fout begaat en daarbij schade veroorzaakt, is aansprakelijk. Het gaat dan veelal om de begeleider van het dier of om een omstaander die een bepaalde actie van het dier heeft uitgelokt. Bij wilde dieren is er geen bezitter en dus kan de risicoaansprakelijkheid in ieder geval niet worden toegepast.

Daarom zal er bij de aanrijding van een wild dier zelden sprake zijn van aansprakelijkheid. De schade is dan voor eigen rekening. Enkel wanneer de houder van de auto een cascoverzekering heeft, kan de verzekering worden aangesproken. Het risico op zo'n aanrijding is overigens niet onbestaande. Het aantal aanrijdingen met grote wilde dieren wordt in Nederland jaarlijks op 10.000 geschat (er wordt niet altijd aangifte gedaan) en de materiële schade aan voertuigen loopt daarbij op tot 16 miljoen euro.

Uitzonderlijk kan het alsnog mogelijk zijn om iemand aansprakelijk te stellen voor de aanrijding. Het gaat dan om voorafgaande fouten die gemaakt zijn waardoor de aanrijding heeft kunnen plaatsvinden. Denk bijvoorbeeld aan een fout van de wegbeheerder (onvoldoende wijzen op het gevaar van overstekende wilde dieren), een fout van de grond- of gebiedsbeheerder (het niet plaatsen van een wildrooster in een beheerd leefgebied) of aan een fout van een derde (bv. de aanstichter van een bosbrand die ervoor zorgde dat dieren in paniek de weg op renden). Het gaat hier al met al om vrij uitzonderlijke situaties of om situaties met een bewijsproblematiek.

Houd er ten slotte rekening mee dat een remactie ook de persoonlijke aansprakelijkheid kan inluiden. In een woonwijk valt remmen voor overstekende kuikentjes beter te verantwoorden dan op een snelweg waar anderen in gevaar worden gebracht. Daarnaast geldt natuurlijk dat het remmen voor een overstekende kip, om welke reden de kip de straat ook wil oversteken, minder te verantwoorden valt dan het remmen voor een ree. Het gevaar dat de kip aan de bestuurder kan veroorzaken, is per slot van rekening veel kleiner. Wees in ieder geval altijd voorzichtig in een remsituatie.

Schadevergoeding na het aanrijden van een dier

Wanneer iemand aansprakelijk is voor het dier, zoals de bezitter van een overstekende hond, moet deze alle schade vergoeden. Het gaat dan niet alleen om materiële schade aan het voertuig, maar ook om alle gevolgschade. Denk bijvoorbeeld aan de gemaakte telefoonkosten om de werkgever te laten weten dat de bestuurder later op het werk zal zijn, het gemiste vliegtuig enzovoort. Vooral bij letselschade kan de schadevergoeding hoog oplopen. Eerder overleed bijvoorbeeld een fietser toen ze een loslopende hond aanreed. De bezitter diende onder andere volgende schadeposten te betalen:

  • De schade aan de fiets

  • De kosten voor het verblijf in het ziekenhuis

  • Smartengeld voor naasten en nabestaanden

  • Begrafeniskosten

  • Verlies aan inkomen nu de kostwinner is weggevallen

Het toont aan waarom een goede aansprakelijkheidsverzekering aangewezen is voor alle diereneigenaren.

Wat doen na het aanrijden van een huisdier?

Een huisdier mag nooit (voor) dood worden achtergelaten. De bestuurder moet het een en ander doen in kader van het welzijn van het dier. Hieronder een stappenplan.

  1. 144 bellen

    Bel altijd naar het nummer 144, het centrale meldpunt van de dierenpolitie. Doe dit ook wanneer het dier geen zichtbare verwondingen heeft. Een medewerker zal telefonisch de situatie bespreken. Als het dier overleden is, is het niet nodig om 144 te bellen. Breng dan de schade in kaart (belangrijk voor de verzekeraar) en breng het dier naar de lokale dierenambulance.

    144 bellen
  2. Huisdier naar de dierenarts brengen

    Wees altijd voorzichtig. Gewonde dieren kunnen bijten of krabben. Als een gewond dier agressief is, moet dat ook aan de medewerker worden meegegeven. Dan zullen zij iemand ter plaatse sturen om het dier te helpen. Als het dier niet agressief is, probeer het dan vooral even op een doek te leggen en het dier verder zo min mogelijk aan te raken. Ga naar de dichtstbijzijnde dierenarts.

    Huisdier naar de dierenarts brengen
  3. Doe het nodige voor de verzekeraar

    Als er schade aan de auto is, is het belangrijk dat er een aanrijdingsformulier wordt ingevuld. Noteer duidelijk de schade en keer terug naar de plaats van het ongeval om verdere bewijzen te verzamelen zoals bloedsporen op de grond. Als het niet helemaal slecht gaat met het dier, kan er ook voordien al actie worden ondernomen. Denk daarbij aan het noteren van contactgegevens van getuigen.

    Doe het nodige voor de verzekeraar

Veelgestelde vragen over het aanrijden van dieren

Wat moet ik doen als ik een wild dier heb aangereden?

Het is niet toegestaan om weg te rijden en het dier onnodig verder te laten lijden. Ook het achterlaten van een groot kadaver op de weg, waar het ongevallen kan veroorzaken, is niet toegestaan. Neem na de aanrijding van een groot wild dier contact op met de politie. De politie zal vervolgens een jager contacteren die het dier uit het lijden komt verlossen, zullen het overleden dier laten ruimen of zullen via de faunabeheerder het gewonde dier laten opsporen om verdere vervolgacties te bepalen. De faunabeheerder heeft speciaal daarvoor getrainde zweethonden die helpen om het dier op te sporen. Ren dus zeker niet zelf dieren achterna. Dat is bijna een onmogelijke onderneming en bovendien gevaarlijk. Wacht na het bellen altijd de komst van de politie of de faunabeheerder af en geef alles nauwgezet door. Als het om een klein wild dier gaat dat levend wordt aangetroffen, kan er ook contact worden opgenomen met de dierenambulance. Zij zullen zich over het klein wild dier ontfermen.

Heeft de aanrijding van een wild dier gevolgen voor de bonus-malusladder?

In principe niet, maar vaak is er wel een uitzondering voorzien voor gevolgschade. Het gaat dan om de schade die ten gevolge van de aanrijding ontstaat, bijvoorbeeld omdat er na de aanrijding ook een boom werd geraakt. Als er voor een wild dier wordt uitgeweken en daardoor een andere bestuurder wordt geraakt, gelden ook de klassieke bonus-malusregels. Eigenlijk is het dan ook beter om niet uit te wijken en het dier te raken. Dat wordt ook om veiligheidsregels aangeraden: de snelheid minderen, maar vooral niet onverhoeds trachten uit te wijken.

Wat is een veilige snelheid om aanrijdingen met wilde dieren te voorkomen?

Dieren hebben een onvoorspelbaar karakter en in principe is een aanrijding bij elke snelheid mogelijk. Over het algemeen wordt wel aangeraden om de snelheid tot minder dan 60 km/u te beperken. Meestal gaan dieren even voor de auto de weg op en is er dan nog voldoende tijd om te remmen zonder het dier aan te rijden.

Hoe kan ik de aanrijding met een wild dier bewijzen?

Neem altijd foto's van het ongeluk. Fotografeer bijvoorbeeld de schade aan de auto, maar ook eventuele bloedsporen. Noteer daarnaast gegevens van eventuele getuigen. Ook het politierapport kan als bewijs worden gebruikt, net zoals de beelden van de dashboardcamera. Bezorg deze bewijzen altijd samen met het schadeformulier aan de verzekeraar.

Moet ik de bezitter van het huisdier zelf aansprakelijk stellen?

Wanneer de verzekerde een cascoverzekering heeft is dat niet nodig. De verzekeraar kan de schade dan eventueel verhalen. Hopelijk bij de aansprakelijkheidsverzekering van de bezitter, maar daar hoeft de verzekerde zich niet druk om te maken. Wanneer de houder van de auto geen cascoverzekering heeft, is het wel noodzakelijk om de bezitter van het huisdier aansprakelijk te stellen voor eventuele schade. Wie een rechtsbijstandverzekering heeft kan zich daar natuurlijk wel in laten bijstaan.