EN
Verzekering en aansprakelijkheid bij schade tijdens het parkeren

Verzekering en aansprakelijkheid bij schade tijdens het parkeren

Parkeerschade treedt sneller op dan men denkt. Zelfs met parkeersensoren vliegt een portier misschien iets te snel open of heeft een bestuurder niet gezien dat ook een andere bestuurder een manoeuvre gaat uitvoeren. Hoe dan ook wordt de gemiddelde auto steeds groter terwijl de parkeerplekken zelden mee-evolueren. Wie is er aansprakelijk en vergoedt de verzekeraar parkeerschade? Dat is hieronder te lezen.

Schade aan andere voertuigen tijdens het parkeren

Wanneer er bij het parkeren schade ontstaat, speelt de zogenaamde foutaansprakelijkheid. Hierbij is het de partij die een fout begaat, die de schade aan de ander moet vergoeden. Er worden hoge eisen gesteld aan de stuurmanskunst van verkeersdeelnemers en bovendien moet degene die een bijzonder manoeuvre uitvoert, waartoe ook parkeren behoort, voorrang verlenen aan andere verkeersdeelnemers. Dit volgt uit artikel 54 RVV.

De algemene regel is dan ook dat degene die parkeert, aansprakelijk is wanneer hij tijdens het parkeren een andere auto niet laat voorgaan, bijvoorbeeld wanneer hij even uit het parkeervak rijdt om beter te kunnen inparkeren en daarbij tegen een andere auto rijdt. Enkel wanneer die andere auto iets te verwijten valt, zal er sprake zijn van een gedeelde aansprakelijkheid. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer twee auto's tegelijkertijd aan het parkeren zijn en door onoplettendheid tegen elkaar rijden.

Dezelfde regel geldt ook wanneer er bij het parkeren schade wordt veroorzaakt aan een ander voertuig, zoals een geparkeerde auto, vrachtwagen, oplegger, caravan et cetera. Hierbij kan de bestuurder van het ander voertuig enkel een fout begaan wanneer hij niet correct is geparkeerd of niet over de nodige reflectoren beschikt. In dat geval kan er sprake zijn van gedeelde aansprakelijkheid, maar er moet wel rekening worden gehouden met alle relevante factoren. In sommige gevallen valt de parkeerder zelfs helemaal niks te verwijten en komt de schuld volledig bij de bestuurder van het geparkeerde voertuig te liggen. Het antwoord op onderstaande vragen zal helpen te bepalen of de bestuurder van het foutief geparkeerd voertuig iets te verwijten valt en of er dus al dan niet sprake is van een gedeelde aansprakelijkheid:

  • In welke mate viel het te verwachten dat er zich hier een foutief geparkeerd voertuig bevond?

  • Hoe goed is de chauffeur bekend met de parkeersituatie?

  • Hoe goed of slecht was het foutief geparkeerd voertuig zichtbaar, bv. rekening houdende met begroeiing?

  • Was de weg verlicht en was het foutgeparkeerde voertuig voldoende verlicht?

  • Had het foutgeparkeerde voertuig verlichting of alarmlichten aan?

  • Had het foutgeparkeerde voertuig reflectoren?

  • Stond er een gevarendriehoek?

  • Was het daglicht, nacht of schemer?

  • Wat was het weer op het moment van de aanrijding?

  • Enzovoort

Disculperende stilstandsduur

Bij de beoordeling van het schadegeval speelt de disculperende stilstandsduur een rol. Het gaat dan om een voertuig dat reeds een manoeuvre heeft ingezet, maar vervolgens gedurende enige tijd stilstaat. Op dat moment wordt aangenomen dat het voertuig opnieuw een stilstaand voertuig wordt. Meestal geldt dat een voertuig daarvoor 15 tot 20 seconden moet stilstaan alvorens het opnieuw een stilstaand voertuig wordt.

OVS-regeling bij parkeerschade

Bij het parkeren speelt de Overeenkomst Vereenvoudigde Schaderegeling een rol. Op basis van deze overeenkomst trachten de verzekeraars de complexe afhandeling van schadegevallen te vereenvoudigen. Volgens deze regeling is het steeds de verzekeraar van het rijdend voertuig dat de schade aan het geparkeerd voertuig moet vergoeden. Wanneer twee voertuigen tegelijkertijd tegen elkaar rijden bij het parkeren, geldt dan weer de 50/50-regel.

Deze OVS-regeling wordt echter alleen gebruikt om de financiële vergoedingen te regelen en zegt niks over de aansprakelijkheid van de bestuurder. Enkel als de bestuurder ook effectief schuld treft, mag dit gevolgen hebben voor de schadevrije jaren en/of de no-claimkorting.

De verzekerde is bovendien niet verplicht om akkoord te gaan met de schadeafhandeling van de OVS-regeling. Het staat de verzekerde vrij om dit aan te kaarten bij de verzekeraar. Wanneer dit niet het gewenste effect heeft, kan er zelfs een klacht worden ingediend. Het is mogelijk om hiervoor een beroep te doen op de rechtsbijstandverzekering.

Schade aan voetgangers of fietsers tijdens het parkeren

Niet alleen motorrijtuigen kunnen schade oplopen tijdens het parkeren. Zo kan de bestuurder tijdens het parkeren ook een fietser, voetganger of een ander niet-gemotoriseerde weggebruiker aanrijden. In dergelijke gevallen spelen de bepalingen van artikel 185 WVW een rol. Dit artikel wijkt af van de hierboven beschreven foutaansprakelijkheid en geeft aan dat voetgangers, fietsers en andere niet-gemotoriseerde weggebruikers (bv. step of skateboard) steeds minimaal 50% van hun schade vergoed krijgen. Dat is ook het geval wanneer zij een fout begaan en zelfs wanneer een fietser tegen een geparkeerd voertuig aanrijdt.

  • Voetgangers en fietsers tot 14 jaar hebben steeds recht op een schadevergoeding van 100%

  • Voetgangers en fietsers van 14 jaar en ouder hebben steeds recht op een schadevergoeding van minstens 50%

Schade aan voetgangers of fietsers tijdens het parkeren

De bezitter van de auto kan wel nog aan zijn aansprakelijkheid ontsnappen als hij overmacht kan aantonen. Een gebrek aan de auto, zoals het niet-functioneren van de parkeersensoren, is geen overmacht. Eigen schuld van de voetganger of fietser speelt slechts heel beperkt een rol:

  • Voor kinderen jonger dan 14 jaar: enkel bij opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid

  • Voor kinderen van 14 jaar of ouder: het volstaat dat de bestuurder aantoont dat hem geen enkel verwijt kan worden gemaakt (de rechter beoordeelt dit heel streng)

Schade bij het parkeren op een parkeerterrein

Bovenstaande regels gelden enkel voor de openbare weg. Dat wil echter nog niet zeggen dat parkeerterreinen niet tot de openbare weg behoren. Ook parkeerterreinen waarvoor eenvoudig een ticket kan worden aangekocht, kunnen tot de openbare weg behoren. Op zo'n parkeerterreinen gelden eveneens de beschermingsregels voor fietsers en voetgangers. Enkel als een parkeerterrein niet tot de openbare weg behoort, is dat niet het geval. Denk dan bijvoorbeeld aan een privéparkeerterrein waar een landbouwer zijn tractoren parkeert. Onder andere de aanwezigheid van hekwerk en borden, die wijzen op het privékarakter, kan ervoor zorgen dat een terrein niet tot de openbare weg behoort.

Schade aan het eigen voertuig tijdens het parkeren

Tijdens het parkeren kan er ook schade ontstaan omdat de parkeerder zelf tegen een obstakel of paaltje rijdt. In zo'n geval kan de beheerder van het parkeerterrein of de wegbeheerder aansprakelijk zijn wanneer de beheerder een gevaarlijke situatie creëerde of in stand hield. Hierbij kan er wel sprake zijn van een gedeelde aansprakelijkheid. Het blijft met andere woorden belangrijk om uiterst voorzichtig te zijn tijdens het parkeren.

Wat de aansprakelijkheid van de wegbeheerder betreft, moet er bovendien rekening worden gehouden met het feit dat de wegbeheerder minder snel aansprakelijk is. Er kan niet van de wegbeheerder worden verwacht dat hij overal te lande tegelijkertijd gevaarlijke situaties kan opheffen. Als er bijvoorbeeld door een eerder ongeval een overhellend paaltje ontstond, moet de wegbeheerder een redelijke tijd krijgen om het te herstellen. En als de situatie de wegbeheerder niet bekend is, kan er eveneens geen sprake zijn van aansprakelijkheid.

Verzekeringen bij schade tijdens het parkeren

Welke verzekeraar de schade zal vergoeden, is afhankelijk van de aansprakelijkheidsvraag.

De WA-verzekering dekt bijvoorbeeld enkel de schade die ten gevolge van de aansprakelijkheid van de verzekerde aan een ander werd veroorzaakt. Is de eigenaar van een auto voor 100% aansprakelijk voor de schade die hij aan een ander heeft veroorzaakt, dan zal de WA-verzekeraar ook 100% van de schade vergoeden. Bij een lager aansprakelijkheidspercentage ligt het uitgekeerd bedrag natuurlijk lager.

Verzekeringen bij schade tijdens het parkeren

In ieder geval zal de WA-verzekeraar nooit de eigen schade aan het voertuig vergoeden. Voor de eigen schade aan het voertuig moet ofwel worden aangeklopt bij de WA-verzekeraar van de tegenpartij of bij de cascoverzekeraar. De cascoverzekering zal de eigen schade ook bij een eigen fout vergoeden, maar het moet dan wel gaan om een volledige cascoverzekering. De uitbetaling zal bovendien gevolgen hebben voor de schadevrije jaren.

Tips om parkeerschade te voorkomen

Parkeerschade voorkomen is nog steeds beter dan de schade trachten te verhalen op een ander of op de verzekeraar. Gelukkig zijn er een aantal dingen die bestuurders kunnen doen om het risico op parkeerschade te beperken:

  • Probeer steeds achteruit in te parkeren omdat er zo beter zicht is tijdens het wegrijden

  • Klap de autospiegels in na het parkeren zodat niemand ze kan beschadigen

  • Vraag een medepassagier om uit te stappen wanneer niet alles goed zichtbaar is

  • Vermijd bij stormweer parkeerplaatsen onder bomen

  • Kies voor winterbanden wanneer het glad is op de weg

  • Laat parkeerhulpmiddelen installeren, zoals parkeersensoren of een achteruitrijcamera

  • Kies bij nieuwe auto’s voor assistentietechnologie, zoals Park Assist met Park Distance Control

Veelgestelde vragen over parkeerschade

Wie is aansprakelijk bij parkeerschade bij valet parking?

In principe is dat degene die een fout heeft begaan, maar dat valt niet altijd eenvoudig aan te tonen. Zo valt maar moeilijk te bewijzen of de auto werd aangereden door een andere weggebruiker of dat de schade ontstond door het parkeren door de valet. Voort is de parkeeraanbieder in principe wel verplicht om de auto in dezelfde staat terug te bezorgen, maar spelen ook de algemene voorwaarden een rol. Vaker wel dan niet staat daarin te lezen dat de aanbieder niet aansprakelijk is voor eventuele schade wanneer de auto geparkeerd is.

Zijn er bijzondere regels bij het parkeren op het parkeerterrein van het werk?

In principe blijven de algemene aansprakelijkheidsregels gelden, maar kan de werkgever wel aansprakelijk zijn wanneer het parkeerterrein gevaarlijke situaties in het leven roept. Wanneer een werknemer echter voor het werk op stap is en het parkeerongeval tijdens de werktijd gebeurt, is de situatie anders. Dan speelt de werkgeveraansprakelijkheid een rol en is de werkgever aansprakelijk, behalve wanneer er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid.

Wat als mijn geparkeerde auto schade heeft en de dader onbekend is?

Dan begaat de dader een misdaad en kan het slachtoffer zich wenden tot de cascoverzekeraar en/of het Waarborgfonds Motorverkeer. Sommige verzekeraars verplichten hun verzekerden om rechtstreeks bij hen aan te kloppen. Neem in ieder geval eerst even contact op met de verzekeraar en verzamel alvast bewijsmaterialen.

Waar is het verboden om te parkeren?

In de eerste plaats is het verboden om te parkeren waar het bord E2 dat zo aangeeft. Daarnaast is het verboden om te parkeren op plekken waar er gevaar op de weg wordt veroorzaakt of waar het verkeer wordt gehinderd. Het gaat dan bijvoorbeeld om het parkeren op een bocht of op een helling waar het geparkeerde voertuig niet goed zichtbaar is. Vervolgens mag men niet parkeren op weggedeelten die voor anderen zijn bestemd, zoals fietspaden, ruiterpaden en trottoirs. Ten slotte is het niet toegestaan om te parkeren binnen vijf meter van een kruispunt, op een voorrangsweg buiten de bebouwde kom, voor een inrit, voor een uitrit, langs een gele doorgetrokken streep, op een plaats dat moet dienen voor laden of lossen, buiten de aangegeven vakken en natuurlijk is dubbel parkeren evenmin toegestaan. Wanneer er fout wordt geparkeerd, is er altijd het risico dat de parkeerder een ongeval veroorzaakt en aansprakelijk is voor de veroorzaakte schade.

Wat als ik tijdens het parkeren wegmeubilair beschadig?

Artikel 185 WVW biedt niet alleen bescherming aan zwakke verkeersdeelnemers maar ook aan de wegbeheerder. Schade aan wegmeubilair, zoals verkeersborden of lantaarnpalen, valt eveneens onder de reikwijdte van artikel 185 WVW. De (verzekeraar van de) eigenaar van de auto moet dan minstens 50% van de schade aan het wegmeubilair en van de opruimkosten vergoeden.