EN

Minderjarige verdachte

Jongeren die een misdrijf plegen, worden op een andere manier berecht dan volwassenen. Dit komt omdat de jeugdberechting een meer pedagogische aard heeft. Men wil dat de jongere bijleert en dat het gedrag wordt aangepast. Uit onderzoek blijkt dat voortijdige schoolverlaters veel vaker als jeugdverdachte worden geregistreerd en dat onder meer leerstraffen erg nuttig zijn. Vooral vermogensmisdrijven (winkeldiefstal) komen volgens het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) vaak voor bij jongeren.t

Op deze pagina over de minderjarige verdachte

    Politie tikt op de helm van een jongere op een step

    Berechting als minderjarige of volwassene

    Een minderjarige verdachte is iemand die op het moment van het plegen van het delict nog geen achttien jaar was, maar wel twaalf jaar of ouder. Deze leeftijd is belangrijk, want in Nederland maken we een onderscheid tussen het jeugdstrafrecht en het volwassenenstrafrecht. Jongeren van twaalf tot achttien jaar krijgen te maken met het jeugdstrafrecht. Wie ouder is dan achttien jaar is onderhevig aan het klassieke strafrecht. En wie jonger is dan twaalf jaar kan in ons land niet strafrechtelijk worden vervolgd. Kenmerkend aan het jeugdstrafrecht is dat de focus eerder ligt op pedagogie en minder op vergelding.

    Leeftijd is niet doorslaggevend

    Soms kan de rechter beslissen om een minderjarige toch als een meerderjarige te berechten. Daarbij houdt men rekening met de mate van volwassenheid en ontwikkeling van de verdachte. Het omgekeerde kan ook: wie tussen de 18 en 23 jaar oud is, kan toch als minderjarige worden berecht. Ook hier is het ontwikkelingsniveau de doorslaggevende factor. De verdachte is dan op papier wel meerderjarig, maar heeft een geestelijk niveau van een minderjarige.

    Neurobiologisch onderzoek benadrukt niet voor niets de diversiteit in de ontwikkeling van de hersenen bij jongeren, wat resulteert in significante verschillen in hun geestelijk niveau. Een 20-jarige kan bijvoorbeeld geestelijk nog op het niveau van een puber functioneren, met weinig zelfinzicht en een hoge mate van beïnvloedbaarheid. En dat terwijl een 17-jarige al een volwassen besef van zijn gedrag kan tonen. Cruciale hersenfuncties die essentieel zijn voor volwassen besluitvorming ontwikkelen zich soms pas volledig na de leeftijd van 18 jaar. Dit proces varieert sterk per individu. In reactie hierop tonen rechters flexibiliteit door jongeren tussen de 16 en 23 jaar oud, afhankelijk van hun ontwikkelingsniveau, ofwel volgens het jeugdstrafrecht ofwel volgens het volwassenenstrafrecht te berechten.

    Rechten van de minderjarige verdachte

    Minderjarige verdachten genieten van een specifieke bescherming tijdens het strafproces. Dit is vastgesteld in Richtlijn 2016/800/EU. Deze richtlijn is er om ervoor te zorgen dat de unieke positie en behoeften van minderjarigen binnen het rechtssysteem worden erkend en gerespecteerd. Deze rechten omvatten onder andere het informeren van de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, het recht op juridische bijstand en het recht op een medisch onderzoek. Daarnaast wordt de privacy van de minderjarige beschermd en hebben zij het recht om tijdens rechtszittingen vergezeld te worden door een ouder of voogd, evenals het recht om hier persoonlijk aan deel te nemen. Deze richtlijn legt tevens verplichtingen op aan de lidstaten om ervoor te zorgen dat de strafrechtelijke behandeling van minderjarigen met de nodige spoed en zorgvuldigheid plaatsvindt. Het beperken van de duur van vrijheidsbeneming is daarbij belangrijk, net als de scheiding van volwassenen en kinderen bij de detentie.

    Alle rechten van de verdachte

    Aanhouding en berechting van de jongere

    Wanneer een jongere tussen de 12 en 18 jaar een strafbaar feit pleegt, wordt een specifieke procedure gevolgd die rekening houdt met hun leeftijd en ontwikkelingsniveau. Dit proces begint bij de aanhouding en kan leiden tot verschillende uitkomsten, afhankelijk van de ernst van het vergrijp en de omstandigheden.

    1. Aanhouding en verhoor

      Na de aanhouding wordt de jongere naar het politiebureau gebracht voor verhoor. Voorafgaand aan dit verhoor heeft de jongere het recht om met een advocaat te spreken. Deze advocaat wordt door de politie geregeld. Dit gesprek is cruciaal, aangezien het de jongere voorbereidt op het verhoor en informeert over zijn rechten, zoals het recht om te zwijgen. Tijdens het verhoor kan een advocaat aanwezig zijn om de jongere bij te staan.

    2. Beslissing over thuislaten of vasthouden

      Na het verhoor beoordeelt de politie of de jongere naar huis kan of langer moet worden vastgehouden. Als de jongere naar huis mag, wordt de zaak overgedragen aan de officier van justitie. De Raad voor de Kinderbescherming wordt geïnformeerd en er wordt een dossier opgebouwd. Wanneer men beslist om de jongere langer vast te houden, is de goedkeuring van de officier van justitie vereist. Deze beslissing wordt genomen na een aanvullend verhoor, waarbij gekeken wordt of verdere detentie wel degelijk noodzakelijk is voor het onderzoek.

    3. Onderzoek en advies door de Raad voor de Kinderbescherming

      De Raad voor de Kinderbescherming voert een onderzoek uit naar de persoonlijke omstandigheden van de jongere en de aard van het strafbare feit. Dit onderzoek kan thuis, op school of op het politiebureau plaatsvinden en is bedoeld om een volledig beeld te krijgen van de situatie. Op basis van het onderzoek geeft de Raad voor de Kinderbescherming een strafadvies aan de officier van justitie of de rechter. Dit advies houdt rekening met het belang van zowel de jongere als de maatschappij en richt zich op heropvoeding en het voorkomen van recidive.

    4. Beslissing van de officier van justitie

      De officier van justitie neemt een beslissing over de verdere vervolging van de jongere, gebaseerd op het dossier, het advies van de Raad voor de Kinderbescherming en de ernst van het strafbare feit. Dit kan leiden tot een strafbeschikking of een dagvaarding voor de rechter.

    5. De rechtszitting

      Bij een dagvaarding verschijnt de jongere voor de rechter, waar de zaak inhoudelijk wordt behandeld. Ouders of voogden zijn verplicht aanwezig te zijn. Tijdens deze zitting krijgt de jongere de kans om zijn verhaal te doen, waarna de rechter een oordeel velt. De rechter doet uitspraak en bepaalt de straf of maatregel. Deze uitspraak is gericht op het bevorderen van de ontwikkeling van de jongere en het voorkomen van nieuwe strafbare feiten. Binnen 14 dagen wordt de definitieve beslissing bekendgemaakt.

    Rol van diverse partijen bij het berechten van minderjarigen

    Jongeren kunnen op verschillende manieren in contact komen met de politie, bijvoorbeeld na een winkeldiefstal, na een seksueel misdrijf of nadat ze zijn ingeschakeld als money mule. Bij de berechting van minderjarigen spelen diverse partijen een cruciale rol, elk met hun eigen verantwoordelijkheden en taken. Het hoofddoel is om de jongere zo goed mogelijk te begeleiden en te beschermen binnen het juridische proces. Deze samenwerking tussen diverse partijen zorgt ervoor dat niet alleen de juridische aspecten worden belicht, maar dat er ook wordt gekeken naar het welzijn en de ontwikkeling van de jongere zelf.

    Minderjarige zelf

    De minderjarige verdachte staat centraal in het gehele proces. Zijn of haar rechten, zoals het recht op bijstand door een advocaat, worden strikt beschermd. De jongere wordt aangemoedigd om actief deel te nemen aan het proces, van het verhoor tot aan de zitting. Zijn of haar mening en perspectief zijn van belang, vooral bij het bepalen van de meest passende maatregelen. Deze benadering houdt de jongere verantwoordelijk voor het eigen gedrag, maar biedt tegelijkertijd ook de mogelijkheid tot een positieve ontwikkeling.

    Politie

    De politie is vaak de eerste instantie die in contact komt met de minderjarige verdachte. Hun rol is dan ook cruciaal in het initiëren van het juridische proces, met name door de aanhouding en het voorbereidende onderzoek. Na de aanhouding zorgt de politie ervoor dat de jongere en zijn ouders of voogd op de hoogte worden gesteld van de situatie. Zij zijn verantwoordelijk voor het afnemen van het verhoor, waarbij zij de rechten van de minderjarige moeten waarborgen, zoals het recht op bijstand van een advocaat. De politie stelt het proces-verbaal op dat de basis vormt voor de verdere juridische besluitvorming.

    Officier van justitie

    De officier van justitie speelt een sleutelrol in de besluitvorming over de vervolgstappen na de aanhouding van een minderjarige. Op basis van het proces-verbaal van de politie en het advies van de Raad voor de Kinderbescherming beslist de officier over de noodzaak van verdere vervolging. Hij of zij kan kiezen voor het opleggen van een strafbeschikking of overgaan tot dagvaarding van de jongere voor de rechter. De officier van justitie beoordeelt de ernst van het delict en houdt ook rekening met eerdere delicten en de persoonlijke omstandigheden van de jongere.

    Rechter

    De rechter heeft de uiteindelijke autoriteit om te oordelen over de schuldvraag en de te nemen maatregelen of straffen. Bij de beoordeling van een jeugdstrafzaak houdt de rechter rekening met de ernst van de feiten, de leeftijd van de verdachte, de aard van het delict en de persoonlijke omstandigheden. De rechterlijke procedure voor minderjarigen verloopt anders dan bij volwassenen. Zo zijn zittingen vaak niet openbaar en wordt er aandacht besteed aan de educatieve en corrigerende aspecten van de straf. De rechter kan ook besluiten tot het opleggen van maatregelen die gericht zijn op hulp en ondersteuning voor de jongere en het gezin.

    Advocaat

    De advocaat speelt een essentiële rol in de bescherming van de rechten van de minderjarige gedurende het gehele strafrechtelijke proces. Vanaf het moment van de aanhouding heeft de minderjarige het recht op bijstand door een advocaat. Deze advocaat zorgt ervoor dat zijn of haar rechten worden gerespecteerd en dat de jongere begrijpt wat er gebeurt. De advocaat biedt juridische bijstand tijdens het verhoor, adviseert over de te volgen strategie en vertegenwoordigt de minderjarige tijdens rechtszittingen. De advocaat werkt nauw samen met de minderjarige en diens ouders of voogd om het beste resultaat te behalen, rekening houdend met zowel de juridische aspecten van de zaak als het welzijn van de jongere.

    Ouders of voogd

    Ouders of voogden hebben een ondersteunende en begeleidende rol tijdens het gehele proces. Zij worden geïnformeerd over de situatie en worden betrokken bij de procedures. Hun aanwezigheid is niet alleen van emotionele waarde voor de minderjarige, maar biedt ook de mogelijkheid tot inzicht in de gezinssituatie en eventuele onderliggende problemen. Ouders of voogden kunnen bijdragen aan het vormgeven van een passende reactie op het gedrag van de jongere, inclusief ondersteuning bij het naleven van eventuele maatregelen of straffen. Daarom hebben ouders ook een verschijningsplicht bij de zitting. Dit geldt echter niet voor ouders zonder gezag, deze ouders zijn wel welkom bij de zitting.

    Raad voor de Kinderbescherming (RvdK)

    De Raad voor de Kinderbescherming speelt een essentiële rol in het proces rondom minderjarige verdachten. Hun werkzaamheden starten vaak na een melding van een strafbaar feit. Een raadsonderzoeker voert een grondig onderzoek uit naar de persoonlijke omstandigheden en gezinsomstandigheden. Dit omvat gesprekken met de jongere, de ouders en eventueel andere betrokkenen, zoals leerkrachten. Dit om een volledig beeld te krijgen van de situatie. De RvdK bekijkt niet alleen de feiten rond het strafbare feit. Het onderzoekt ook of er onderliggende problemen zijn, zoals persoonlijke problemen of gezinsproblemen, die kunnen bijdragen aan het gedrag van de jongere. Het doel is om, indien nodig, hulpverlening op gang te brengen om herhaling van het strafbare gedrag te voorkomen.

    De RvdK brengt een rapport en advies uit aan de officier van justitie en eventueel de rechter, met aanbevelingen voor een passende straf en/of hulpverlening. Dit rapport is gebaseerd op een gedegen analyse en overleg binnen de RvdK, ondersteund door gedragsdeskundigen en juridische experts, en heeft als doel om herhaling te voorkomen en de jongere de beste kans te geven op een positieve ontwikkeling.

    Andere partijen

    Naast de meer direct betrokken partijen zoals de Raad voor de Kinderbescherming en de politie, spelen ook andere partijen een cruciale rol in de berechting en het helpen van minderjarigen. Het gaat dan om onder meer leerkrachten, huisartsen en hulpverleners die vanuit hun professionele of persoonlijke relatie met de minderjarige en het gezin waardevolle inzichten kunnen bieden over de situatie en de behoeften van de jongere. Hun informatie draagt bij aan een vollediger beeld van de achtergrond en de omstandigheden van de minderjarige, wat onder meer essentieel is voor het formuleren van een passend advies of beslissing door de Raad voor de Kinderbescherming.

    Deze partijen worden benaderd voor informatie die de Raad voor de Kinderbescherming helpt om een gedegen advies te formuleren. Zij kunnen inzicht geven in de persoonlijke omstandigheden van de minderjarige, zoals de gezondheid en de schoolprestaties, zonder direct betrokken te zijn bij het juridische oordeel. Hun input is vooral gericht op het verstrekken van achtergrondinformatie die nodig is voor het welzijn van het kind. In principe worden minderjarigen en het gezin geïnformeerd over het benaderen van deze informanten, tenzij de situatie dit niet toelaat. De informatie die door deze informanten wordt verstrekt, wordt, indien mogelijk, vooraf ter goedkeuring aan hen voorgelegd, waarbij eventuele correcties of aanvullingen kunnen worden doorgevoerd.

    In gevallen van vermoedens van kindermishandeling, hebben hulp- en zorgverleners het wettelijk meldrecht om, zelfs zonder toestemming van de cliënt of ouders, relevante informatie te delen met 'Veilig Thuis' of direct met de Raad voor de Kinderbescherming.

    Maatregelen en straffen voor jongeren

    In het jeugdstrafrecht worden verschillende maatregelen en straffen ingezet met het doel om jongeren die strafbare feiten hebben gepleegd niet alleen te straffen, maar ook te begeleiden naar beter gedrag in de toekomst. De aanpak richt zich op het voorkomen van herhaling (recidive) en het ondersteunen van de jongere in zijn of haar persoonlijke ontwikkeling.

    Geldboete

    Een geldboete is een financiële straf die door de rechter aan een jongere kan worden opgelegd voor het plegen van een strafbaar feit. De hoogte van de boete varieert en is afhankelijk van de ernst van het vergrijp. De rechter heeft de mogelijkheid om de betaling van de boete in termijnen toe te staan, waarbij de volledige som binnen twee jaar voldaan moet zijn. Indien de jongere in gebreke blijft bij de betaling, kan dit leiden tot verdere consequenties. Deze maatregel dient als een directe financiële sanctie en als een waarschuwing voor de gevolgen van onwettig gedrag.

    Taakstraf

    De taakstraf, bestaande uit een werkstraf, een leerstraf of een combinatie van beide, wordt opgelegd met het doel om de jongere verantwoordelijkheid te laten nemen voor zijn daden. De jongere moet dan iets positiefs bijdragen aan de samenleving of iets leren dat herhaling van het gedrag kan voorkomen. De Raad voor de Kinderbescherming speelt een coördinerende rol in het toewijzen van een passende taakstraf en het toezicht houden op de uitvoering ervan. Belangrijk is dat de ouders betrokken worden bij het proces en hun kind ondersteunen. Het niet naar behoren volbrengen van de taakstraf kan leiden tot verdere juridische consequenties.

    Een leerstraf is bedoeld om de jongere inzicht te geven in zijn gedrag en om herhaling van het strafbare feit te voorkomen. Door middel van trainingen leert de jongere nieuwe vaardigheden aan en wordt hij gestimuleerd om over zijn acties na te denken. De leerstraf kan gericht zijn op het verbeteren van sociale vaardigheden, het omgaan met emoties als woede of het oplossen van conflicten. Ouders worden actief betrokken bij het proces. Bekende leerstraffen zijn TACt, Tools4U en So-Cool.

    Bij een werkstraf dient de jongere de handen uit de mouwen te steken. Het is de coördinator taakstraffen die een geschikte plek zoekt. Ter plaatse krijgt de jongere begeleiding van een werkbegeleider. Als de jongere niet goed meewerkt, kan hij of zij een waarschuwing of gele kaart krijgen. Op het einde van de taakstraf schrijft de coördinator een rapport waarin wordt vermeld hoe de werkstraf is verlopen.

    Jeugddetentie

    Jeugddetentie is een vrijheidsstraf waarbij de jongere voor een bepaalde periode in een justitiële jeugdinrichting wordt geplaatst. De duur van de detentie is afhankelijk van de leeftijd van de jongere op het moment van het plegen van het strafbare feit, met een maximum van één jaar voor jongeren onder de 16 en twee jaar voor die van 16 jaar en ouder. Tijdens de detentie volgt de jongere onderwijs en programma’s die zijn gericht op persoonlijke ontwikkeling, zoals trainingen in sociale vaardigheden en omgaan met woede.

    PJI-maatregel

    De PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen) is een specifieke interventie die is gericht op jongeren met ernstige gedragsproblemen die een misdrijf hebben gepleegd vanuit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Deze maatregel houdt in dat de jongere wordt geplaatst in een justitiële jeugdinrichting voor een initiële periode van drie jaar, met als hoofddoel: intensieve behandeling en begeleiding bieden om recidive te voorkomen. Afhankelijk van de voortgang en de beoordeling van het risico op herhaling, kan deze maatregel één of twee keer worden verlengd, tot een totale duur van wel zeven jaar. Indien na deze periode nog altijd een aanzienlijk risico voor de veiligheid van de maatschappij bestaat, kan de maatregel worden omgezet in een terbeschikkingstelling (tbs).

    Aansprakelijkheid van en voor minderjarigen

    Wanneer een minderjarige een strafbaar feit pleegt, kan dit niet alleen leiden tot strafrechtelijke gevolgen, maar ook tot civielrechtelijke aansprakelijkheid. Het slachtoffer kan dan om een schadevergoeding vragen. Deze schadevergoeding is bedoeld om de geleden schade te compenseren en kan naast de strafrechtelijke sancties worden opgelegd. De ouders of voogden van de minderjarige kunnen onder bepaalde omstandigheden worden verplicht om deze schadevergoeding te betalen. Dan is dit mogelijk gedekt door de AVP-verzekering. Dit is gebaseerd op het principe van ouderlijke aansprakelijkheid, waarbij ouders verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de schade veroorzaakt door hun minderjarige kinderen.

    Veelgestelde vragen over de minderjarige verdachte en het jeugdstrafrecht

    Het jeugdstrafrecht is een speciaal rechtsgebied binnen het Nederlandse rechtssysteem, ontworpen om rekening te houden met de unieke situatie en behoeften van minderjarige verdachten. Het erkent dat jongeren in ontwikkeling zijn en biedt daarom een andere aanpak dan het volwassenenstrafrecht, met een sterke focus op heropvoeding en de preventie van toekomstige criminaliteit. Deze FAQ is er speciaal voor wie vragen heeft over het jeugdstrafrecht en de berechting van de minderjarige verdachte.

    Wat is jeugdstrafrecht?

    Jeugdstrafrecht is een onderdeel van het strafrecht, specifiek ontworpen voor personen die ten tijde van het plegen van het strafbare feit jonger zijn dan 18 jaar. Het richt zich op zowel de bescherming van de maatschappij als op de heropvoeding en re-integratie van de jongere in de samenleving, met de intentie om herhaling van het gedrag te voorkomen.

    Waarom bestaat jeugdstrafrecht?

    Het jeugdstrafrecht bestaat om een aangepaste behandeling te bieden aan minderjarigen die een strafbaar feit hebben gepleegd. Erkenning van de ontwikkelingsfase waarin jongeren zich bevinden en de potentie voor verandering en verbetering speelt hierbij een belangrijke rol. Het jeugdstrafrecht biedt ruimte voor maatregelen die gericht zijn op heropvoeding, in plaats van enkel te focussen op straffen.

    Wanneer is het jeugdstrafrecht van toepassing?

    Het jeugdstrafrecht is van toepassing op jongeren van 12 tot 18 jaar die verdacht worden van het plegen van een strafbaar feit. Soms kan het jeugdstrafrecht ook van toepassing zijn op jongvolwassenen tot 23 jaar, afhankelijk van hun persoonlijke ontwikkeling en omstandigheden.

    Mag een minderjarige verhoord worden door de politie?

    Ja, een minderjarige mag worden verhoord door de politie indien hij of zij verdacht wordt van een strafbaar feit. Er gelden wel specifieke regels om de rechten en het welzijn van de minderjarige tijdens het verhoor te beschermen.

    Mag een advocaat een minderjarig kind bij het verhoor bijstaan?

    Ja, een minderjarige heeft het recht om tijdens een politieverhoor te worden bijgestaan door een advocaat. Dit recht op juridische bijstand is een belangrijk onderdeel van de bescherming die het jeugdstrafrecht biedt.

    Wat is de Raad voor de Kinderbescherming?

    De Raad voor de Kinderbescherming is een overheidsinstantie die als taak heeft om de rechten en het welzijn van kinderen te beschermen. In het kader van het strafrecht onderzoekt de Raad de situatie van minderjarige verdachten en adviseert het over passende maatregelen of straffen.

    Wat doet de Raad voor de Kinderbescherming bij een minderjarige verdachte?

    Bij een minderjarige verdachte onderzoekt de Raad voor de Kinderbescherming de persoonlijke omstandigheden, de gezinssituatie en de onderliggende problematiek. Op basis van dit onderzoek adviseert de Raad over een passende aanpak die zowel recht doet aan de ernst van het delict als aan de ontwikkelingsbehoeften van de jongere.