EN
Letselschade bij een tramongeval: wie moet dat betalen?

Letselschade bij een tramongeval: wie moet dat betalen?

Een tram heeft dan wel een vast traject, maar haalt toch een hoge snelheid en heeft een hoge massa. Hierdoor kan een tram best wel veel schade aanrichten wanneer het een auto, voetganger of fietser aanrijdt. Daarnaast kunnen ook de passagiers letselschade oplopen, bijvoorbeeld wanneer een trambestuurder ineens aan de noodrem trekt. Wie er in zo'n gevallen aansprakelijk is? Dat zal afhankelijk zijn van de praktische factoren. Hieronder een bespreking van verschillende situaties die zich kunnen voordoen.

Verkeersongeval tussen een tram en een auto

In dit geval spelen de voorrangsregels een belangrijke rol. Zo geeft artikel 15 Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) aan dat autobestuurders op kruispunten altijd voorrang moeten verlenen aan een tram. Ook in artikel 18 RVV is er voorzien dat een tram voorrang heeft. Samengevat luiden de voorrangsregels als volgt:

  • Een tram heeft voorrang op gelijkwaardige kruispunten, zelfs wanneer de auto van rechts komt.

  • Op een voorrangsweg heeft een auto voorrang op trams die de voorrangskruising naderen. Hier worden vaak verkeerslichten voorzien om de oversteek veilig te laten verlopen.

  • Een autobestuurder mag een tram rechts inhalen.

  • De regel dat rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg voorrang heeft, geldt niet. Wanneer een tegemoetkomende tram naar links afslaat, moet het rechtdoorgaand verkeer toch voorrang aan de tram verlenen.

Rol van de autoverzekering

Op basis van deze aansprakelijkheidsregels wordt vastgelegd of de autobestuurder al dan niet aansprakelijk is voor de veroorzaakte schade. Net omdat een tram vrijwel altijd voorrang heeft, is dat meestal wel het geval. De WA-verzekeraar zal dan de schade vergoeden. Soms begaat de bestuurder van de tram dan weer een fout. Dan is het natuurlijk mogelijk om de trammaatschappij aansprakelijk te stellen. Deze regels gelden overigens ook voor andere gemotoriseerde voertuigen zoals scooters, motors, vrachtwagens et cetera.

Verkeersongeval tussen een tram en een voetganger of fietser

Voetgangers en fietsers genieten binnen de verkeerswetgeving extra bescherming. Deze bescherming houdt in dat de houder van een gemotoriseerd voertuig steeds voor minstens 50% of 100% (-14-jarigen) aansprakelijk is voor de schade, zelfs wanneer er sprake is van eigen schuld. Het probleem is dan weer dat een tram in principe niet wordt gelijkgesteld met gemotoriseerde voertuigen. Dat komt omdat artikel 1 WVW aangeeft dat een gemotoriseerd voertuig niet over spoorstaven beschikt. De Arnhemse trolleybus is dus een gemotoriseerd voertuig, maar een tram met spoorstaven niet.

Desondanks is in de rechtspraak de gewoonte ontwikkeld om de regels die gelden bij gemotoriseerde voertuigen toch ook gewoon op trams toe te passen. De redenering is, en dat voelen de meeste mensen ook wel zo aan, dat het onbillijk zou zijn om een aanrijding door een tram ongunstiger te behandelen dan een aanrijding door pakweg een scooter. Hierdoor passen rechters een billijkheidscorrectie toe waardoor de beschermingsregels die in andere gevallen voor voetgangers en fietsers gelden eigenlijk (minstens) worden nagebootst. Deze billijkheidscorrectie is onder andere gebaseerd op het gevaar dat een tram met een hoge massa en snelheid inneemt.

Een voorbeeld vinden we in een uitspraak van 22 december 2009 door Gerechtshof Amsterdam. Toen was de trambestuurder onoplettend, voerde hij tijdens het besturen van de tram een gesprek met een conducteur en had hij geen belsignaal geluid. De tram reed daarop een voetganger aan. Diezelfde voetganger had ook fouten gemaakt en had onder andere een waarschuwingssignaal genegeerd. Na een billijkheidscorrectie werd echter alsnog geoordeeld dat de voetganger recht had op een schadevergoeding van 100%.

Schadevergoeding voor schade als passagier van de tram

Wanneer een passagier verwondingen of schade oploopt in de tram, bijvoorbeeld een whiplash of een tandletsel, is de bestuurder en zo ook de trammaatschappij vrijwel altijd aansprakelijk. Een trammaatschappij heeft per slot van rekening een (gemaximeerde) vervoerdersaansprakelijkheid ten opzichte van zijn passagiers.

Schadevergoeding voor schade als passagier van de tram

Hierop zijn natuurlijk wel uitzonderingen mogelijk. Dat is het geval wanneer er sprake is van overmacht, de trambestuurder zorgvuldig handelde en de bestuurder op geen enkele manier het ongeval kon afwenden. Ook kan de passagier zelf een fout maken en dan moet er rekening worden gehouden met eigen schuld. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer een dronken passagier zonder aanleiding in een stilstaande tram ten val komt. Ten slotte gelden de maximale aansprakelijkheidsbedragen niet wanneer de vervoerder opzettelijk of bewust roekeloos handelde.

Verder gaat de vervoerdersaansprakelijkheid vrij ver. Zo is de vervoerder bijvoorbeeld ook aansprakelijk voor de aangeboden hulpmiddelen. Onder andere voor een te hoge opstap of voor een defect stoeltje kan de vervoerder dus aansprakelijk zijn. De tram hoeft dus niet eens te rijden om de aansprakelijkheid in het gedrang te brengen.

De nodige bewijzen verzamelen

Bij een ongeval in de tram is het belangrijk om meteen bewijs te verzamelen. Meld het ongeval altijd aan de conducteur, noteer het nummer van de tram en het tramstel en noteer ook gegevens van getuigen. Breng nadien altijd een bezoek aan de huisarts. Vaak is er maar één kans, meteen na het ongeval, om de nodige bewijzen te vergaren. Mis die kans niet.

Andere aansprakelijke bij schade in de tram

Wanneer de trammaatschappij niks te verwijten valt, is het soms mogelijk om iemand anders aansprakelijk te stellen. Denk daarbij aan situaties als:

  • Een auto ramt met grote snelheid een tram

  • Een andere passagier laat een medepassagier opzettelijk vallen

  • Een kraan valt plotsklaps op de tram

Als voorbeeld kunnen we verwijzen naar de Utrechtse tramaanslag (ECLI:NL:RBMNE:2020:1046). Op 18 maart 2019 was een dader in het achterste stel van de tram ingestapt. Toen de deuren sloten en de tram vertrok, heeft de dader vrijwel meteen een geweer met een geluidsdemper getrokken. Vervolgens richtte hij het pistool op het achterhoofd van een passagier, maar het pistool weigerde dienst. De dader probeerde het toen bij een ander slachtoffer, maar het pistool weigerde opnieuw. Bij een derde slachtoffer werkte het pistool tot wel.

Hij schoot meteen ook op het vorige slachtoffer en er ontstond meteen paniek in de tram. Vooraan de tram probeerden passagiers de deuren te openen, maar dat lukte niet. De dader wandelde in hun richting en opende ook daar het vuur. De dader liep verschillende keren heen en weer in de tram en heeft ook de tijd genomen om het pistool te herladen. Er vielen vier doden en zes gewonden, waarvan twee zwaargewonden.

De dader werd aansprakelijk gesteld en veroordeeld tot de betaling van schadevergoedingen aan de verschillende slachtoffers en hun familieleden. De vader van het eerste overleden slachtoffer kreeg een schadevergoeding van 20.000 euro toegewezen voor het aangedane leed.

Schadevergoeding na een ongeval met de tram

Bij een verkeersongeval waarbij de tram een fout beging, heeft het slachtoffer recht op een volledige schadevergoeding. Dat is natuurlijk eventueel aan te passen in functie van het percentage eigen schuld. De schadevergoeding moet onder andere volgende schadeposten vergoeden:

  • Inkomensschade door arbeidsongeschiktheid

  • Medische kosten (eigen risico en eigen bijdragen)

  • Pensioenschade

  • Verlies van een studiejaar

  • Kosten voor huishoudelijke hulp

  • Kosten voor hulp met het onderhoud van de tuin

  • Reiskosten

  • Administratiekosten

  • Smartengeld (bv. voor depressieve gevoelens en angstklachten)

Veelgestelde vragen over ongevallen met een tram

Mag een trambestuurder alleen vertrouwen op zijn sensoren en controlesystemen?

Neen. Een trambestuurder is verplicht om voortdurend visueel de omgeving te controleren. Hij moet opmerken of er een gevaarlijke situatie is en moet er bedacht op zijn dat voetgangers of fietsers de tram wel eens niet zouden opmerken. Indien nodig moet hij op de rem gaan staan en moet hij de voetgangers van zijn aanwezigheid attenderen met de bel.

Kan de wegbeheerder ook aansprakelijk worden gesteld?

Soms is dat inderdaad mogelijk. Het gaat dan voornamelijk om situaties waarbij de wegbeheerder tekort heeft geschoten in zijn verplichtingen en waarbij er gevaarlijke verkeerssituaties ontstonden. In de praktijk is dat echter niet eenvoudig. Bovendien ontbreekt het aan duidelijke richtlijnen m.b.t. waarschuwingssystemen waardoor het moeilijk is om de wegbeheerder hiervoor aansprakelijk te houden.

Heeft een kind altijd recht op een schadevergoeding van 100% bij een aanrijding door een tram?

Als het kind, voetganger of fietser, jonger is dan 14 jaar dan is dat meestal wel het geval. Hoewel artikel 185 WVW in theorie niet van toepassing is, wordt het door de rechtspraak wel toegepast. De voorwaarde is enkel dat er geen sprake is van opzet of aan opzet grenzende bewuste roekeloosheid. Zo is de vervoerder wellicht niet aansprakelijk wanneer een jong kind zich van het leven wil beroven door zich voor de tram te werpen.

Geniet ik deze bescherming ook met een elektrische fiets?

Ja. Ook bij een botsing tussen een elektrische fiets en een tram blijven de beschermingsregels gelden. Een elektrische fiets wordt per slot van rekening niet gelijkgesteld met een gemotoriseerd rijtuig.

Heb ik recht op een schadevergoeding wanneer de tram bruusk remt en ik val?

Meestal wel, maar toch is dat niet altijd het geval. Neem bijvoorbeeld de uitspraak van 28 maart 2014 van Rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2014:1985). Toen was een buspassagier (de redenering bij een tram is identiek) ten val gekomen toen de buschauffeur hard op de rem ging staan. Toch werd geoordeeld dat de chauffeur niks te verwijten viel. Toen had de buschauffeur een passagier gevraagd om te gaan zitten en niet recht te staan. Toch ging de passagier tot twee keer toe rechtstaan, waarna de buschauffeur de passagier telkens vroeg om opnieuw te gaan zitten. Niet veel later moest de buschauffeur op de rem gaan staan om een aanrijding met een scooter te voorkomen. De passagier, die klaarblijkelijk opnieuw rechtstond, is toen gevallen. De bus reed niet te snel en de chauffeur had geen fout begaan. Er werd toen beslist dat de busmaatschappij niet aansprakelijk was. Ook op de tram kan zoiets steeds beslist worden en is gezond verstand vereist.

Krijg ik een schadevergoeding van mijn inzittendenverzekering bij een ongeval in de tram?

Dat kan, maar is afhankelijk van de polisvoorwaarden. Bij de uitgebreide inzittendenverzekeringen, dit wordt soms ook wel eens de verkeersschadeverzekering genoemd, is dat alvast het geval. Hierbij is onder andere schade als passagier van een metro, trein of tram gewoon gedekt.