EN
man ondervindt de gevolgen van een schadevergoeding voor de bijstandsuitkering in zijn portemonee
rechtsbijstandverzekering28.2.2024

Schadevergoeding en de invloed op de bijstandsuitkering

Een bijstandsuitkering is er zodat mensen met weinig middelen toch een menswaardig leven kunnen leiden. Bij het toekennen van een bijstandsuitkering wordt dan ook rekening gehouden met de middelen waarover men beschikt, namelijk met het inkomen en het vermogen. Een toegekende schadevergoeding, bijvoorbeeld na een medische fout of een bedrijfsongeval, kan hierdoor gevolgen hebben voor de bijstandsuitkering. In de praktijk hebben gemeenten beleidsvrijheid, wat voor onduidelijk en rechtsongelijkheid kan zorgen.

    Bijstandsuitkering en het verrekenen van inkomsten

    Een bijstandsinkomen is er om het inkomen aan te vullen tot aan de bijstandsnorm. De bijstand is een vangnet om ervoor te zorgen dat mensen die niet over voldoende middelen beschikken, toch alle noodzakelijke kosten van hun levensonderhoud kunnen blijven betalen. Bij het toekennen van een bijstandsuitkering wordt er rekening gehouden met de middelen van de bijstandsgerechtigde. De middelen bestaan uit het inkomen en het vermogen.

    De inkomsten worden in principe van de uitkering afgetrokken. Voor een aantal van deze inkomsten geldt er echter een uitzondering. Om in aanmerking te komen voor een bijstandsinkomen mag ook het vermogen van een bijstandsgerechtigde niet te hoog zijn. In 2021 geldt een maximaal toegestaan vermogen van 6.295 euro voor een alleenstaande zonder inwonende kinderen en 12.590 euro voor een alleenstaande ouder of bij een gezamenlijke huishouding. Dit wordt de vermogensvrijstelling genoemd. Ook een eigen huis maakt deel uit van het eigen vermogen en kan net als een ontvangen schadevergoeding het eigen vermogen opkrikken, wat dan weer gevolgen kan hebben voor de bijstandsuitkering.

    Principe: gemeente mag schadevergoedingen verrekenen met de bijstandsuitkering

    De gemeente mag een toegekende schadevergoeding met de bijstandsuitkering verrekenen, maar is niet verplicht om dat te doen. Voor bijvoorbeeld schadevergoedingen die een inkomensverlies moeten compenseren, is het niet onlogisch dat de gemeente dit doet. Zonder een schadevergoeding zou men namelijk inkomsten hebben gehad, wat met de bijstand zou worden verrekend. De schadevergoeding wordt dan net als de klassieke inkomsten behandeld.

    In sommige gevallen zou het dan weer onredelijk aanvoelen als de gemeente de schadevergoeding van de bijstandsuitkering zou aftrekken. Bijvoorbeeld als een schadevergoeding eigenlijk werd betaald om de zorgkosten voor de komende twintig jaar te vergoeden. Het maken van de nodige afwegingen is dan ook maatwerk. Daarom krijgt de gemeente veel vrijheid en kan het zelfstandig beslissen om de schadevergoeding al dan niet van de bijstandsuitkering af te trekken. Ook een tussenoplossing is mogelijk. De gemeente telt dan een deel van de schadepost bij het eigen vermogen en een deel niet. De schadepost wordt dus gedeeltelijk verrekend met de bijstandsuitkering.

    De meeste gemeenten zullen dan ook heel gedetailleerd willen weten waarom het slachtoffer een letselschade-uitkering ontvangt. De gemeente zal vervolgens per schadepost bepalen of dit al dan niet invloed heeft op de bijstandsuitkering. Hoewel het beleid per gemeente kan verschillen, zijn er vaak een aantal gelijkenissen. Een schadevergoeding voor het verlies van arbeidsvermogen wordt bijvoorbeeld vrijwel altijd tot de eigen middelen (inkomsten en vermogen) gerekend. Uitzonderingen hebben dan weer vrijwel altijd betrekking op de schadeposten die niet tot het verlies aan verdienvermogen behoren en die een specifieke bestemming hebben, bijvoorbeeld het vergoeden van een huishoudhulp.

    Uitzondering: de gemeente mag niet verrekenen met de bijstandsuitkering

    In de Participatiewet zijn er allerlei uitzonderingen opgenomen waarbij het de gemeente dan weer verboden is om te verrekenen. Op basis van deze uitzonderingen mag de gemeente bepaalde schadevergoedingen, uitkeringen en tegemoetkomingen dan ook niet verrekenen. Deze uitzonderingen zijn opgenomen in artikel 7 van de .

    Hieronder zijn de belangrijkste en de meest spraakmakende wettelijke uitzonderingen besproken. Een aantal van deze uitzonderingen zijn enkel nog historisch relevant, maar tonen mooi het bijzondere karakter aan waarvoor het kabinet een uitzondering wilde maken.

    Tegemoetkoming Uitkeringsregeling Hulpfonds Gedupeerden Bijlmerramp

    De Bijlmerramp is een vliegramp die op 4 oktober 1992 plaatsvond. Hierbij stortte een Israëlische Boeing 747 neer op flats in de Amsterdamse woonwijk Bijlmermeer. Het vliegtuig boorde zich vrijwel verticaal in twee hoogbouwcomplexen die in brand vlogen en gedeeltelijk instortten. Volgens ooggetuigen sprongen mensen van de hogere verdiepingen naar beneden. De ramp kostte 43 mensen het leven.

    Na de ramp werd bekendgemaakt dat het vliegtuig vooral onderdelen, parfum en fruit vervoerde. Ongeveer een jaar na de ramp rapporteerden echter steeds meer buurtbewoners en hulpverleners klachten als slapeloosheid, impotentie, chronische luchtweginfecties en pijn. In de nasleep van de ramp werden ook talloze onthullingen gedaan en ontstonden er diplomatieke spanningen tussen Nederland en Israël. Zo bleek de vlucht naast verarmd uranium ook defensiemateriaal te bevatten, was een deel van de lading niet gecontroleerd en was er sprake van valsheid in geschrifte. NRC Handelsblad onthulde bovendien dat het , de belangrijkste grondstof voor het zenuwgas sarin. Het bezit en de productie van sarin wordt verboden door het multilaterale verdrag Chemical Weapons Convention.

    Voor de gedupeerden van de ramp werd er een hulpfonds opgericht dat forfaitaire en aanvullende tegemoetkomingen toekende. Niet alleen mensen die er woonachtig waren, komen in aanmerking voor een tegemoetkoming, maar ook bezoekers, mensen die in het referentiegebied waren en hulpverleners. Deze tegemoetkoming mag volgens de wet nooit worden verrekend met de bijstandsuitkering.

    Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers

    Asbestschade treedt vaak pas jaren later op en dan is het moeilijk om nog een schadevergoeding te bekomen. Slachtoffers lopen niet alleen tegen allerlei bewijsrechtelijke problemen aan, maar riskeren eveneens dat de werkgever intussen al failliet is en dat het niet langer mogelijk is om een schadevergoeding te bekomen.

    De  kent een eenmalige uitkering toe ter tegemoetkoming in de immateriële schade van werknemers die ernstig ziek zijn geworden ten gevolge van de . De uitkering is er voor werknemers die geen schadevergoeding hebben kunnen krijgen van hun werkgever. De gemeente mag deze eenmalige uitkering en het toegekende voorschot niet verrekenen met de bijstandsuitkering.

    Een soortgelijke uitzondering is er voor een tegemoetkoming aan niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom. Het gaat om de tegemoetkoming die op grond van de  wordt toegekend.

    Vergoedingen voor de slachtoffers van de Legionellaramp

    Begin 1999 brak een van de grootste uitbraken van de veteranenziekte los. Het begon allemaal in Bovenkarspel in West-Friesland, waar tussen 19 en 28 februari een van de grootste overdekte bloemententoonstellingen ter wereld plaatsvond. In Hal 3 waren verschillende bubbelbaden tentoongesteld, waarvan er een gevuld was met behulp van een brandslang waarin zich een zeer agressieve variant van de bacterie legionella pneumophila had ontwikkeld. Omdat er niemand in de bubbelbaden mocht plaatsnemen, had men geen chloor in het water gedaan.

    Vanaf 7 maart 1999 kwamen er patiënten binnen met diverse klachten. Aanvankelijk kon men geen diagnose stellen en werd de hulp ingeroepen van het AMC (Academisch Medisch Centrum) in Amsterdam. Het AMC stelde bij zes patiënten vast dat ze de veteranenziekte hadden opgelopen. In de dagen die volgden, kwamen er honderden nieuwe meldingen binnen. Uit nader onderzoek bleek dat alle patiënten de bloemententoonstelling hadden bezocht. Officieel vielen er 32 doden en 206 personen werden ernstig ziek, waarvan een groot deel permanente gezondheidsproblemen opliep. Mogelijk vielen er meer slachtoffers, maar zijn ze begraven of gecremeerd voordat de infectie was herkend.

    Ter compensatie van de slachtoffers werd er een uitkeringsregeling opgesteld, de Uitkeringsregeling Fonds Slachtoffers Legionella-epidemie. Deze uitkeringsregeling kende een forfaitaire basistegemoetkoming, een forfaitaire aanvullende tegemoetkoming en een financiële tegemoetkoming toe na het overlijden. Al deze tegemoetkomingen mogen niet worden verrekend met de bijstandsuitkering.

    DES-gebruik tijdens de zwangerschap

    DES is een medicijn (di-ethylstilbestrol) of eigenlijk een kunstmatig vrouwelijk hormoon dat in de periode tussen 1947 en 1976 aan zwangere vrouwen werd voorgeschreven. Dit hormoon werd voorgeschreven om miskramen te voorkomen. Vrouwen waarbij er een miskraam dreigde of die in het verleden een miskraam hadden gekregen en opnieuw zwanger werden, kregen DES voorgeschreven.

    Achteraf bleek dat het medicijn niet hielp en miskramen niet voorkwam. Het middel bleek zelfs schadelijk te zijn voor de moeders en hun kinderen, mogelijk zelfs voor hun kleinkinderen. Volgens  lopen desmoeders daarbij een groter risico op borstkanker. Desdochters hebben onder andere een verhoogd risico op vaginakanker, borstkanker, baarmoederhalskanker, zwangerschapsproblemen en vruchtbaarheidsproblemen. Deszonen hebben dan weer een verhoogde kans op een epidermale cyste, een goedaardig knobbeltje op de bijbal. Deskleinzonen zijn al in verband gebracht met afwijkingen aan de urinebuis en bij deskleindochters zijn er op dit moment nog geen directe gevolgen vastgesteld.

    Voor de vele desslachtoffers kwam er een vaststellingsovereenkomst voor een collectieve partiële afwikkeling van de schade die mogelijk verband houdt met het DES-gebruik. Deze vaststellingsovereenkomst is verbindend verklaard. De uitkering die hierin wordt vooropgesteld, mag niet worden verrekend met de bijstandsuitkering.

    Slachtoffers van seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk

    Sinds het eind van de twintigste eeuw zijn er talloze onthullingen van priesters en religieuzen binnen de katholieke kerk die minderjarigen hebben misbruikt naar buiten gekomen. Het misbruik vond vooral in de jaren vijftig, zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw plaats, maar pas decennia later brachten de slachtoffers hun verhaal. Dergelijke onthullingen gebeurden wereldwijd, ook in Nederland.

    In ons land kwamen de eerste grote onthullingen begin 2010 naar buiten. Onder andere het misbruik door de salesianen van Don Bosco kon op veel media-aandacht rekenen. De Rooms-Katholieke Kerk richtte zelf een commissie op om de zaken te onderzoeken. Uit de resultaten van deze onderzoekscommissie bleek dat er zich ongeveer duizend penetratiegevallen hadden voorgedaan, waarbij ongeveer 800 daders betrokken waren. Uiteindelijk zouden er ongeveer 10.000 tot 20.000 slachtoffers van seksueel misbruik in Nederland zijn, maar niet allemaal deden ze aangifte.

    Uit onderzoek bleek dat er ook op het bestuursniveau niet correct werd omgegaan met meldingen. Vooral de  deed Nederland gruwelen. Henk Heithuis deed in 1956 aangifte tegen de broeders van het internaat te Harreveld. Henk verklaarde dat hij er seksueel misbruikt werd. De aanklacht werd nauwelijks onderzocht en Henk werd er zelf van beschuldigd de broeders te hebben verleid. Hij werd als pervers omschreven, werd opgenomen in een rooms-katholieke psychiatrische instelling en hij werd uiteindelijk gecastreerd. Uit verklaringen blijkt dat “alles weg” was.

    Op volwassen leeftijd had Henk het plan om een publicitaire en juridische campagne te starten om het onrecht dat hem werd aangedaan aan te klagen. Hij deed toen ook opnieuw aangifte op grond van de castratie. Kort na de aangifte kwam hij bij een auto-ongeluk om het leven. De politie nam alle documenten die betrekking hadden op zijn aangifte mee en vernietigde ze nog op de dag van zijn dood.

    Op grond van de  werden vergoedingen toegekend aan de slachtoffers van dit seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk. De gemeenten mogen deze vergoedingen niet verrekenen met de bijstandsuitkering.

    Slachtoffers van Q-koorts

    Q-koorts is een infectieziekte die van dieren op mensen kan overspringen, maar waarbij mensen de ziekte onderling niet kunnen overdragen. In de periode van 2007 tot en met 2011 woedde er een Q-koortsepidemie in Nederland. In 2009 waren er  maar liefst 2354 meldingen. Ter vergelijking: in 2020 waren dat er zeven.

    De meeste patiënten hebben Q-koorts zonder klachten of krijgen acute Q-koorts, waarbij de klachten variëren van griepachtige verschijnselen tot longontstekingen. Bij ongeveer 2% van de patiënten treedt chronische Q-koorts op, wat soms in de dood resulteert. Ongeveer 20% van de patiënten krijgt te maken met QVS (Q-koortsvermoeidheidssyndroom). Dat blijkt uit cijfers van het RIVM.

    Ter compensatie van de grote gevolgen van de Q-koortsuitbraak in de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010 kwam er een tegemoetkomingsregeling. De tegemoetkoming bedraagt 15.000 euro per toegewezen aanvraag en mag niet worden verrekend met een bijstandsuitkering.

    Uitzonderingen in het kader van oorlog en dienstplicht

    Veel van de uitzonderingen hebben te maken met het oorlogsverleden. Zo werd er vroeger al een eenmalige tegemoetkoming betaald van 453,78 euro voor militairen die meer dan twee jaar dienst hebben vervuld tijdens de Tweede Wereldoorlog, in het voormalige Nederlands-Indië, in Korea of in het voormalige Nederlands-Nieuw-Guinea. Deze tegemoetkoming mag niet worden verrekend met de bijstandsuitkering. Ook de individuele uitkeringen die in het kader van de Tweede Wereldoorlog werden toegekend aan de leden van de joodse gemeenschappen, de Sinti, de Roma en de Indische gemeenschappen mogen niet worden verrekend.

    Veelgestelde vragen over de bijstandsuitkering en schadevergoedingen

    Het is net doordat gemeenten eigen beleidsregels hebben en dat deze onderling vaak sterk verschillen, dat mensen hier wel wat vragen over hebben. Dit is logisch en volstrekt normaal. Hieronder zijn een aantal prangende vragen beantwoord. De gemeente is en blijft echter het eerste aanspreekpunt bij vragen over de bijstandsuitkering en de gevolgen van een schadevergoeding.

    Welke andere inkomsten gaan niet van de bijstandsuitkering af?

    In artikel 31 van de Participatiewet zijn alle inkomsten opgenomen die de gemeente niet met de bijstandsuitkering mag verrekenen. Het gaat om een heel uitgebreide lijst. De belangrijkste uitzonderingen zijn deze voor de kinderbijslag, het persoonsgebonden budget voor het inkopen van zorg (pgb), het kindgebonden budget, de inkomsten op grond van de Algemene wet inkomensonafhankelijke regelingen (AWIR), rente over het spaargeld en onkostenvergoedingen. Inkomsten op grond van de AWIR zijn onder andere de zorgtoeslag, de kinderopvangtoeslag en de huurtoeslag.

    Verrekent de gemeente smartengeld met de bijstandsuitkering?

    Dit behoort tot de beleidsvrijheid van de gemeente. Elke gemeente heeft eigen beleidsregels en hierdoor is deze vraag niet eenvoudig te beantwoorden. Over het algemeen is het zo dat een deel van de letselschade-uitkering vrij te besteden is en dat een deel ervan wordt verrekend met de bijstandsuitkering. In de praktijk zorgt dit voor een grote rechtsongelijkheid. Er zijn gemeenten die het smartengeld geheel vrijstellen en er zijn gemeenten die tot 2/3 van het smartengeld claimen. Dit wil zeggen dat het slachtoffer maar 1/3 van het smartengeld krijgt, want de rest wordt op de bijstandsuitkering gekort.

    Verrekent de gemeente een schadevergoeding voor inkomensschade met de bijstandsuitkering?

    Dit behoort tot de beleidsvrijheid van de gemeente, maar over het algemeen heeft een schadevergoeding voor inkomensschade vrijwel altijd gevolgen voor de bijstandsuitkering. Veel gemeenten zullen zelfs de toegekende bijstandsuitkering vanaf de datum van het ongeval terugvorderen.

    Kan men het krijgen van een schadevergoeding niet beter verzwijgen voor de gemeente?

    Dat is geen goed idee. Bijstandsgerechtigden hebben namelijk een informatieplicht ten opzichte van de gemeente. Dit wil zeggen dat ze alles moeten melden wat van belang kan zijn voor hun vermogenspositie en inkomenspositie. Ook het krijgen of het mogelijk krijgen van een schadevergoeding omwille van letselschade valt hieronder. Wie niet aan deze informatieplicht voldoet, riskeert sancties. Het recht op de bijstandsuitkering kan bijvoorbeeld worden herzien, er kan een korting op de bijstandsuitkering worden toegepast of de bijstandsuitkering kan worden ingetrokken. Daarom is volledige transparantie verplicht, bij voorkeur nog voordat de schadevergoeding wordt ontvangen.

    Houdt de verzekeraar rekening met het verlies van een deel van de bijstandsuitkering?

    Het deel van de bijstandsuitkering dat verloren gaat, komt in aanmerking voor een schadevergoeding. Bij de begroting van de schadevergoeding kan er rekening worden gehouden met de impact op de bijstandsuitkering. Daarom is voorafgaand overleg met de gemeente wenselijk. De berekening hiervan is behoorlijk complex, waardoor het aan te raden is om een beroep te doen op een letselschade-expert.