EN

Overhoring, toetsing en examens

In Nederland zijn er verschillende manieren waarop het overhoren, toetsen en examineren plaatsvindt, afhankelijk van de school, de opleiding en de onderwijsvorm. Er bestaat bijvoorbeeld een onderscheid tussen diagnostische toetsen en voortgangstoetsen. Daarnaast bestaat naast het schoolexamen ook een centraal examen.

Inhoud

    Overhoring toetsing en examens

    Overhoring, toetsing en examens per onderwijsvorm

    De manier waarop de kennis en vaardigheden van leerlingen wordt getoetst, is deels door de wet geregeld. Ook hebben scholen relatief veel vrijheid om hieromtrent zelf een beleid te ontwikkelen. In ieder geval zal de manier van overhoren, toetsen en examineren per onderwijsvorm verschillen.

    Basisonderwijs

    Van scholen mag worden verwacht dat ze de ontwikkeling van leerlingen goed volgen en beoordelen. Daarom zullen ook in het basisonderwijs regelmatig toetsen en overhoringen plaatsvinden. Scholen beslissen zelf hoe ze de leerlingontwikkeling in beeld brengen. Dit kan bijvoorbeeld ook door middel van observaties gebeuren. In ieder geval zijn scholen in het basisonderwijs verplicht om een leerlingvolgsysteem te gebruiken en om een eindtoets af te nemen. Deze eindtoets heeft betrekking op de beheersing van het rekenen en de Nederlandse taal.

    Alle informatie over het basisonderwijs

    Voortgezet onderwijs

    In het voortgezet onderwijs maken leerlingen zowel diagnostische toetsen als voortgangstoetsen. In tegenstelling tot een voortgangstoets telt een diagnostische toets niet mee voor het rapport. Een voorbeeld van een voortgangstoets is een schriftelijk proefwerk. In de bovenbouw maakt men ook PTA-toetsen. Deze toetsen tellen mee voor het schoolexamen. Het toetsbeleid zal per school verschillen en is in de schoolgids opgenomen. In het laatste schooljaar dienen de leerlingen ook het centraal examen af te leggen. Het gemiddelde van het centraal examen en de schoolexamens is het eindcijfer voor dit vak.

    Alle informatie over het voortgezet onderwijs

    Middelbaar beroepsonderwijs

    In het middelbaar beroepsonderwijs hebben toetsen het doel om studenten te beoordelen, te onderscheiden en te begeleiden. De manier van toetsen en examineren verschilt per mbo-instelling en opleiding. Vaak kiest men ervoor om praktijksituaties na te spelen. Bij het opstellen van de examens dient men rekening te houden met de kwalificatiedossiers. In de kwalificatiedossiers staat wat de mbo-studenten op het einde van hun opleiding dienen te kunnen.

    Alle informatie over het middelbaar beroepsonderwijs

    Hoger onderwijs

    Aan het einde van een opleiding in het hoger onderwijs zal een examencommissie beoordelen of een student de nodige kennis, inzichten en vaardigheden heeft om te kunnen afstuderen. Per opleiding kunnen er andere afstudeerprogramma’s gelden. Bij een universiteit moet er in de afstudeerfase bijvoorbeeld een wetenschappelijk onderzoek worden uitgevoerd. Bij een hbo-opleiding ligt de focus vooral op beroepsopdrachten en een afstudeerstage. Vaak moet er een bachelorscriptie of een portfolio worden opgesteld.

    Alle informatie over het hoger onderwijs

    Soorten toetsen en examens

    Het quoteren van leerlingen vormt een belangrijk onderdeel van het onderwijssysteem in ons land. Dit staat scholen toe om de voortgang van leerlingen te evalueren en kan bijdragen aan een betere begeleiding. Daarnaast moet het helpen te garanderen dat leerlingen een bepaald niveau hebben bereikt, wat ze op weg moet helpen naar een diploma. Er zijn verschillende manieren waarop de theoretische kennis en de praktijkkennis kan worden getoetst. Daarbij moet onder meer een onderscheid worden gemaakt tussen diagnostische toetsen en voortgangstoetsen.

    Schoolexamen en centraal examen

    Het schoolexamen bestaat uit de toetsen die voor een vak worden gemaakt en die voor het eindcijfer meetellen. Het is het schoolbestuur dat beslist welke cijfers meetellen voor het eindcijfer. Nog voor het centraal examen horen leerlingen welk cijfer ze voor het schoolexamen hebben behaald. Het kan ook dat niet het cijfer wordt meegedeeld, maar een algemene beoordeling als “goed”, “voldoende” of “onvoldoende”.

    Het centraal examen is het examen dat als afsluitend onderdeel van het voortgezet onderwijs wordt afgenomen. Tijdens het centrale examen wordt alle kennis getest. Het centraal examen bepaalt voor meer dan de helft het eindcijfer en is dus heel belangrijk. Houd er rekening mee dat er een specifieke slaag- en zakregeling geldt voor de eindexamens. Allemaal vijven volstaat nog niet om te slagen.

    Als er in een school een groot verschil is tussen het schoolexamen en het centraal examen en dit vaak het geval is, kan de Onderwijsinspectie dit melden bij de staatssecretaris. De school kan dan de eindexamenlicentie verliezen. Voor scholen is het met andere woorden belangrijk om goede schoolexamens op te stellen die de kennis op een juiste manier toetsen.

    SchoolexamenCentraal examen
    MomentSchoolbestuur beslist, maar in ieder geval voor het centraal examenHetzelfde voor alle examenkandidaten in Nederland
    BeoordelingIntern binnen de schoolDoor een examinator
    Vaststelling cijferIntern binnen de school2 docenten, waarvan 1 onbekende docent
    Invloed eindcijferTelt meeTelt mee

    Diagnostische toetsen en voortgangstoetsen

    Een diagnostische toets is een toets waarmee de school of de docent kan zien of een leerling de leerstof voldoende beheerst. Het moet helpen bij het diagnosticeren van de leerling. Het resultaat wordt gebruikt om eventueel bij te sturen en extra informatie te geven. Meestal telt deze toets niet mee voor het rapport.

    Een voortgangstoets zal net als een diagnostische toets nagaan of de leerling de leerstof voldoende beheerst. Deze toets heeft echter een beoordelende functie. Het zal dus wel meetellen voor het rapport.

    PTA-toetsen

    Een PTA-toets (Programma van Toetsing en Afsluiting) is een toets die meetelt voor het schoolexamen. Scholen stellen dit toetsings- en afsluitingsprogramma zelf samen. Wel moet het programma aan inhoudelijke eisen voldoen. De VO-raad heeft voor middelbare scholen een checklist ontwikkeld waarmee ze kunnen nagaan of hun programma aan deze inhoudelijke eisen voldoet.

    Schriftelijke toets

    Op de middelbare school zijn de meeste toetsen schriftelijk. Schriftelijke toetsen omvatten zowel proefwerken als schriftelijke overhoringen. Een schriftelijke overhoring telt over het algemeen minder zwaar mee voor het rapport dan een proefwerk. Bij een schriftelijke toets dient de leerling vragen te beantwoorden. Het bestaat meestal uit een combinatie van meerkeuzevragen en open vragen.

    Mondelinge toets

    Bij taalvakken wordt er vaak gekozen voor mondelinge toetsen. De leerkracht zal dan bijvoorbeeld een gesprek met de leerling voeren om het mondelinge taalniveau van de leerling te beoordelen. Ook voor andere vakken kan men echter leerlingen mondeling overhoren. In de bovenbouw van het havo en het vwo dienen leerlingen in ieder geval een mondeling examen af te leggen over de boeken die ze voor het vak Nederlands hebben gelezen.

    Leestoets

    Een leestoets is een toets die vaak wordt gebruikt bij taalvakken. Daarbij dienen leerlingen een tekst te lezen en vragen te beantwoorden. Meestal zijn deze vragen meerkeuzevragen. Tekstanalyse is heel belangrijk voor taalvakken. Daarom bestaat bijvoorbeeld ook het centraal examen Nederlands voor een groot deel uit tekstanalyse.

    Praktijktoets

    Bij een praktijktoets dienen leerlingen een praktijkopdracht uit te voeren. De docent kan zowel het proces als het eindresultaat beoordelen. Voorbeelden hiervan zijn tekenopdrachten en practicumopdrachten, bijvoorbeeld voor het vak biologie. Een praktijktoets helpt bij het beoordelen van de mate waarin theoretische kennis in de praktijk kan worden omgezet.

    Werkstuk

    Een werkstuk bestaat uit tekst en afbeeldingen waarbij een bepaald onderwerp op een begrijpelijke wijze wordt uiteengezet. Soms dienen de leerlingen het werkstuk ook te presenteren of te verdedigen.

    Luistertoets

    Luistertoetsen zijn eigen aan taalvakken. Hierbij dienen leerlingen te luisteren, bijvoorbeeld naar een opgenomen gesprek of een radioprogramma. Leerlingen dienen vervolgens een aantal vragen te beantwoorden, meestal meerkeuzevragen. Vaak is er een luisteretappe waarbij leerlingen moeten luisteren en een vraagetappe waarbij ze de vragen moeten beantwoorden. Een voldoende hoog concentratievermogen is hierbij vereist. Soms mogen leerlingen notities nemen tijdens de luisteretappe.

    Spreekbeurt of presentatie

    Bij een spreekbeurt dienen leerlingen een specifiek onderwerp voor de klasgroep te bespreken. Vaak dienen ze daarbij een bepaald format te volgen en moeten ze ook een ondersteunende PowerPoint-presentatie maken. Het voordeel van een spreekbeurt of een presentatie is dat leerlingen meteen ook leren spreken voor een publiek.

    Digitale toets

    Een digitale toets is een toets die wordt afgenomen op een tablet of een laptop. Het voordeel van een digitale toets is dat de resultaten meteen worden verwerkt. Ze kunnen ook heel diepgaand worden geanalyseerd. Zo kan de verwerkingstijd per vraag aantonen met welke vragen leerlingen het gemiddeld moeilijker hebben. Of en hoeveel toetsen digitaal worden afgenomen, verschilt per school.

    Schoolregels voor toetsen en examens

    Elke school kan eigen regels opstellen met betrekking tot toetsen en examens. Dit kan ook per vak verschillen. Voor het vak wiskunde is het logisch dat leerlingen een schriftelijke toets met opgaven maken, al dan niet terwijl ze gebruikmaken van een rekenmachine. Voor het vak Engels is een mondelinge overhoring en een luistertoets een oplossing en voor scheikunde zijn er practicumopdrachten. Verder kan de schoolgids informatie bevatten over het bijhouden van de leerresultaten, bijvoorbeeld in een leerlingvolgsysteem.

    Aankondigen van een toets

    Meestal zal een docent van tevoren aankondigen dat er een toets wordt georganiseerd. In de schoolgids is vaak te lezen hoeveel dagen op voorhand de docent dit moet aankondigen. Soms is het ook mogelijk dat leerlingen onverwacht een toets krijgen. De schoolgids kan ook informatie bevatten over hoeveel toetsen er maximaal op een dag of in een week kunnen worden ingepland.

    Toetsweek

    Sommige scholen hebben op het eind van een trimester een toetsweek. Tijdens de toetsweek krijgen de leerlingen elke dag een of meerdere toetsen. De leerlingen krijgen tijdens de toetsweek geen les en kunnen ook extra vrij krijgen om zich voor te bereiden op de toets. Andere scholen hebben geen toetsweek en nemen gewoon verspreid over het jaar toetsen af. De manier waarop het toetsen wordt georganiseerd, is te lezen in de schoolgids.

    Recht op inhalen en herkansen

    Scholen kunnen zelf een beleid ontwikkelen met betrekking tot het inhalen van een gemiste toets en het herkansen voor een toets. Sommige scholen hanteren bijvoorbeeld een beleid met slechts één herkansing per toetsperiode, terwijl andere scholen meer of minder herkansingen aanbieden. Raadpleeg de schoolgids voor meer informatie hieromtrent.

    Examenreglement

    Het bevoegd gezag van een school zal altijd een examenreglement opstellen. In het examenreglement staan diverse gedragsregels en praktische zaken die ervoor moeten zorgen dat het afnemen van het examen goed en correct verloopt. Het examenreglement omvat onder meer regels over de organisatie van het examen, informatie over de toepassing van sancties bij onregelmatigheden, regels over de herkansing en informatie over het in beroep gaan tegen een resultaat. Bij het vaststellen van het examenreglement heeft de medezeggenschapsraad van de school een instemmingsrecht.

    Sancties bij onregelmatigheden

    Als er bij het afnemen van de examens onregelmatigheden optreden, is het schoolhoofd bevoegd om sancties op te leggen. Het schoolhoofd kan dan beslissen om voor het schoolexamen om een 1 toe te kennen. Ook kan er worden overgegaan tot een uitsluiting van verdere deelname aan bepaalde examenonderdelen, kan men een of meer afgelegde toetsen ongeldig verklaren of kan men de leerling verplichten om een hernieuwd examen af te leggen. De sanctiemaatregel zal altijd schriftelijk aan de ouders worden verzonden indien de leerling minderjarig is. Er kan in beroep worden gegaan tegen deze sanctiemaatregel.

    Toetsen, examens en recht op informatie

    Ouders hebben recht op informatie met betrekking tot de voortgang van de studie. Alle ouders hebben dit recht, er wordt in de wet geen onderscheid gemaakt tussen verzorgende ouders en niet-verzorgende ouders. Zowel de leerling als de ouders (of de wettelijke vertegenwoordigers) hebben het recht om het centraal examenwerk in te zien. Er dient dan altijd iemand van de school aanwezig te zijn bij het inzien van het werk.

    Alles over ouders hun recht op informatie

    Veelgestelde vragen over de overhoring, toetsing en examens

    Veel studenten en ouders hebben vragen over de manier waarop wordt getoetst en waarop examens worden afgenomen. Examens en toetsen veroorzaken veel stress en dat is goed te begrijpen, want het resultaat kan verregaande gevolgen hebben voor de verdere studieloopbaan. We beantwoorden een aantal veelgestelde vragen over dit thema en hopen op deze manier wat onduidelijkheid weg te nemen.

    Hoelang moet een school examenmateriaal bewaren?

    De school is verplicht om het centraal examenwerk van een leerling minimaal zes maanden na de vaststelling van de uitslag te bewaren, juist als de daarbij horende cijferlijst. Voor schoolexamens geldt geen wettelijke bewaartermijn.

    Wat mag ik meenemen naar het centraal examen?

    Schrijfmateriaal, een tekenpotlood, een blauw kleurpotlood, een rood kleurpotlood, een liniaal met millimeterverdeling, een passer, een geometrische driehoek, een vlakgum en een rekenmachine met basisverwerkingen zijn altijd toegestaan. Soms zijn ook een woordenboek, De Grote Bosatlas, een grafische rekenmachine en ander informatiemateriaal toegestaan. Deze spullen mogen tijdens het examen niet worden uitgeleend.

    Welke rekenmachine mag ik gebruiken op het examen?

    Een rekenmachine met basisverwerkingen is altijd toegestaan. De algemene regel is dat examenkandidaten op het vmbo en de mavo geen grafische rekenmachine mogen gebruiken. Voor sommige examens is het gebruik van een grafische rekenmachine per uitzondering wel toegestaan. In de regeling voor toegestane hulpmiddelen staat welke grafische rekenmachines al dan niet zijn toegestaan. In artikel 3.2.3 van Bijlage 1b bijbehorende Regeling toegestane hulpmiddelen voor de centrale examens vo 2023 staat dat de volgende grafische rekenmachines mogen worden gebruikt: Casio fx-9860GII(SD), Casio fx-CG50, HP Prime, TI-84 Plus CE-T, TI-Nspire CX (alleen de versie zonder CAS) en TI-Nspire CX II-T (zowel versie met als zonder CAS).

    Wat is de taak van de examensecretaris?

    De examensecretaris moet er samen met de directeur voor zorgen dat het eindexamen correct verloopt. Daarbij heeft de examensecretaris een ondersteunende functie. De directeur zal een of meerdere personeelsleden als examensecretaris aanwijzen. Ook een docent kan als examensecretaris worden aangeduid.

    Wat is het programma van toetsing en afsluiting (pta)?

    Het programma van toetsing en afsluiting is een programma met daarin informatie over de inhoud, de planning en de beoordeling van het schoolexamen. Het pta moet elk jaar voor 1 oktober worden vastgesteld door de school. De medezeggenschapsraad beschikt daarbij over een instemmingsrecht. In het programma staat onder andere welke examenstof wordt getoetst, de tijdvakken waarin de kandidaten de toetsen en de herkansingen maken, de mogelijkheden op het gebied van herkansen en de wijze waarop het schoolexamencijfer tot stand komt.