Risicoaansprakelijkheid
Risicoaansprakelijkheid is een bijzondere vorm van aansprakelijkheid waarbij iemand verantwoordelijk is voor schade, zonder dat schuld of verwijtbaarheid een rol speelt. Dit betekent dat de benadeelde geen bewijs hoeft te leveren dat de veroorzaker een fout heeft gemaakt. Het enkele feit dat een bepaalde situatie zich voordoet, kan al voldoende zijn om van aansprakelijkheid te kunnen spreken. Denk bijvoorbeeld aan ouders die aansprakelijk zijn voor schade veroorzaakt door hun kinderen. Ook het bezit van dieren, gevaarlijke stoffen of gebrekkige gebouwen kan leiden tot risicoaansprakelijkheid. Deze vorm van aansprakelijkheid is bedoeld om slachtoffers beter te beschermen en de verantwoordelijkheid te leggen bij degene die het meeste controle heeft over het risico. Het moedigt deze persoon dan ook aan om voldoende voorzorgsmaatregelen te treffen en zich goed te verzekeren.
Op deze pagina over risicoaansprakelijkheid

Wat is risicoaansprakelijkheid?
Risicoaansprakelijkheid is een vorm van aansprakelijkheid waarbij iemand verantwoordelijk wordt gehouden voor schade, zonder dat schuld of verwijtbaarheid een rol speelt. Dit betekent dat de benadeelde niet hoeft aan te tonen dat de aansprakelijke partij onzorgvuldig heeft gehandeld. De wetgever heeft risicoaansprakelijkheid ingevoerd om slachtoffers beter te beschermen, met name in situaties waarin het moeilijk is om een concrete fout aan te tonen. Risicoaansprakelijkheid speelt een belangrijke rol bij de bescherming tegen schade aan personen en goederen. Denk bijvoorbeeld aan de aansprakelijkheid van ouders voor schade veroorzaakt door hun minderjarige kinderen of de aansprakelijkheid van werkgevers voor fouten van hun werknemers. In tegenstelling tot foutaansprakelijkheid, waarbij schuld centraal staat, richt risicoaansprakelijkheid zich op het dragen van risico’s die voortvloeien uit bepaalde hoedanigheden of situaties, zoals het bezit van gevaarlijke zaken of dieren.
Belang van risicoaansprakelijkheid
Risicoaansprakelijkheid speelt een cruciale rol in het aansprakelijkheidsrecht en heeft zowel een juridische als een maatschappelijke functie. De kern van deze aansprakelijkheidsvorm ligt in het idee van risicoverdeling en bescherming van benadeelden. In veel gevallen is het moeilijk of zelfs onmogelijk om aan te tonen dat iemand daadwerkelijk een fout heeft gemaakt, terwijl de schade er wel is. Risicoaansprakelijkheid biedt dan uitkomst door slachtoffers in bescherming te nemen en ze recht te geven op een schadevergoeding zonder dat zij het bewijs van schuld hoeven te leveren. Dit geldt vooral in situaties waarin een bepaalde activiteit maatschappelijk nuttig, maar tegelijkertijd risicovol is, zoals het gebruik van motorrijtuigen, het in de handel brengen van goederen en het werken met gevaarlijke stoffen.
Een ander belangrijk aspect van risicoaansprakelijkheid is dat het de kosten van schade eerlijker verdeelt. In plaats van dat een willekeurig slachtoffer met de financiële gevolgen blijft zitten, worden de lasten neergelegd bij degene die het risico creëert. Het is een algemeen principe dat niet de samenleving als geheel, maar juist de direct betrokkenen moeten opdraaien voor de negatieve gevolgen van een activiteit.
Daarnaast speelt risicoaansprakelijkheid een rol bij de schadespreiding. In veel gevallen wordt de aansprakelijkheidslast namelijk niet door een enkel individu gedragen, maar door een groep premiebetalers die beschikken over aansprakelijkheidsverzekeringen. Hierdoor wordt het risico collectief verdeeld en wordt voorkomen dat een enkele persoon of bedrijf financieel te zwaar wordt belast door een schadeclaim. Dit maakt het voor bedrijven mogelijk om hun (risicovolle) activiteiten voort te zetten zonder constant rekening te moeten houden met mogelijke aansprakelijkheidsrisico’s. Denk bijvoorbeeld aan een producent die de kosten van een productaansprakelijkheidsverzekering doorberekent in de verkoopprijs van een product. Hierdoor dragen alle producenten én consumenten samen bij aan het gevaar van productontwikkelingen. Dat is eerlijker dan het lijkt: producenten maken per slot van rekening producten omdat consumenten ze wensen te kopen.
Juridische grondslag van risicoaansprakelijkheid
Risicoaansprakelijkheid is een vorm van wettelijke aansprakelijkheid. Dit betekent dat de wet expliciet bepaalt in welke gevallen iemand zonder schuld aansprakelijk is. De kern van risicoaansprakelijkheid situeert zich in het Burgerlijk Wetboek, waarin specifieke situaties worden benoemd waarin aansprakelijkheid rust op basis van het enkele feit dat iemand een bepaalde positie bekleedt of een bepaald goed bezit. De gedachte hierachter is dat degene die het voordeel geniet van een bepaalde situatie of activiteit, ook de lasten en risico’s moet dragen. Zo wordt in het recht onderscheid gemaakt tussen risicoaansprakelijkheid voor zaken, personen en activiteiten. Daarnaast bestaat er een tussenvorm: foutaansprakelijkheid met omgekeerde bewijslast. In deze gevallen wordt aansprakelijkheid vermoed, tenzij de aangesprokene bewijst dat hem geen verwijt treft. De belangrijke wetsartikelen over risicoaansprakelijkheid zijn hieronder weergegeven. Verschillende van deze artikelen worden verder op deze pagina nader besproken.
Artikel 6:169 BW: Aansprakelijkheid van ouders voor schade veroorzaakt door hun kinderen.
Artikel 6:170 BW: Aansprakelijkheid van werkgevers voor fouten van hun werknemers.
Artikel 6:171 BW: Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten, zoals aannemers.
Artikel 6:172 BW: Aansprakelijkheid voor vertegenwoordigers bij rechtshandelingen.
Artikel 6:173 BW: Aansprakelijkheid voor gebrekkige zaken.
Artikel 6:174 BW: Aansprakelijkheid voor gebrekkige opstallen, zoals gebouwen en bruggen.
Artikel 6:175 BW: Aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen.
Artikel 6:179 BW: Aansprakelijkheid van de bezitter van een dier voor schade veroorzaakt door dat dier.
Artikel 185 WVW: Aansprakelijkheid van gemotoriseerde verkeersdeelnemers voor schade aan zwakkere verkeersdeelnemers (zoals voetgangers en fietsers).
Artikel 6:197 BW: Beperking van regresrechten voor verzekeraars en risicodragers bij toepassing van risicoaansprakelijkheid.
Risicoaansprakelijkheid in de praktijk
Bij risicoaansprakelijkheid wordt de aansprakelijkheid vastgesteld op basis van objectieve criteria, zonder dat de vraag of de dader daadwerkelijk een verwijt treft een rol speelt. Dit houdt in dat een persoon of entiteit verantwoordelijk wordt gehouden voor schade die ontstaat uit een bepaalde activiteit of hoedanigheid, ook als deze persoon zelf geen nalatigheid heeft vertoond. Een voorbeeld hiervan is de aansprakelijkheid van een werkgever voor fouten van zijn werknemers of de aansprakelijkheid van een bezitter van een dier voor schade die door dat dier wordt veroorzaakt. De gedachte hierachter is dat wie voordeel haalt uit een activiteit (bijvoorbeeld een financieel voordeel of een mentaal voordeel), ook de bijbehorende risico’s moet dragen, zodat de schade niet bij een willekeurig slachtoffer terechtkomt.
In een meer ruime zin betekent dit dat iemand ook juridisch verantwoordelijk kan worden gesteld voor schade, louter op basis van het bestaan van een bepaalde situatie of hoedanigheid. Dit betekent dat de vraag of er sprake is van een verwijtbare fout, of zelfs van een gedraging, niet eens meer relevant is. Deze vorm van aansprakelijkheid wordt vooral toegepast in situaties waarin de wetgever bepaalde risico’s niet wil afwentelen op individuele slachtoffers. Denk aan de risicoaansprakelijkheid voor gebrekkige zaken of gevaarlijke stoffen. Hier is de gedachte dat de persoon die zeggenschap heeft over het risico ook de schade moet dragen als dat risico zich verwezenlijkt. Hierdoor wordt niet alleen de positie van het slachtoffer versterkt, maar ontstaat er ook een grote prikkel om preventieve maatregelen te treffen. Ook verzekeraars moedigen dit laatste aan, bijvoorbeeld door een Scope 10-keuring verplicht te stellen.
Fout en de risicoaansprakelijkheid
Hoewel risicoaansprakelijkheid in principe losstaat van schuld of verwijtbaarheid – een belangrijk verschil met de foutaansprakelijkheid, iets waarop we verder terug zullen komen –, spelen fout-elementen in veel gevallen toch een rol. Pure risicoaansprakelijkheid, waarbij aansprakelijkheid volledig losstaat van een fout, is in de praktijk enorm zeldzaam. In veel gevallen bevat risicoaansprakelijkheid ook sporen van foutaansprakelijkheid. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de situatie waarbij ouders aansprakelijk zijn voor de fouten van hun kinderen. Men neemt aan dat dit wel een gevolg moet zijn van een gebrek in de opvoeding of het toezicht, wat dus ook een fout impliceert.
Soms kunnen de fout-elementen meer verborgen aanwezig zijn, bijvoorbeeld bij risicoaansprakelijkheid voor gebrekkige zaken of opstallen. In theorie kan hier sprake zijn van een fout, omdat men bijvoorbeeld niet voldoende vaak gecontroleerd heeft of het gebouw nog in goede staat was. Dit valt echter moeilijk aan te tonen. In zulke gevallen hoeft het slachtoffer daarom geen fout aan te tonen, maar hoeft enkel te worden aangetoond dat er sprake is van een gebrekkige toestand die tot aansprakelijkheid leidt. De afwezigheid van een concreet aan te tonen verwijt betekent niet altijd dat aansprakelijkheid volledig onafhankelijk is van nalatigheid of gebrekkig handelen, men hoeft het enkel niet te bewijzen.
Verschil met foutaansprakelijkheid
Risicoaansprakelijkheid en foutaansprakelijkheid worden vaak als tegenpolen gezien, maar in de praktijk vertonen ze belangrijke raakvlakken waarvan er hierboven al één werd benoemd. Het fundamentele onderscheid is dat bij foutaansprakelijkheid de aansprakelijkheid berust op een verwijtbare gedraging, terwijl risicoaansprakelijkheid niet afhankelijk is van schuld of nalatigheid. Dit betekent dat bij foutaansprakelijkheid de benadeelde moet aantonen dat de dader onzorgvuldig of niet correct heeft gehandeld, terwijl bij risicoaansprakelijkheid de enkele verwezenlijking van een gevaarlijk risico al kan leiden tot aansprakelijkheid. Hierboven haalden we al aan dat het in de praktijk niet zo zwart-wit is en het onderscheid meestal niet zo scherp is.
In sommige gevallen verschuift foutaansprakelijkheid naar een vorm van risicoaansprakelijkheid, bijvoorbeeld door de omkering van de bewijslast. Dit kan de facto een vorm van risicoaansprakelijkheid veroorzaken, omdat de aansprakelijk gestelde partij het tegenbewijs dient te leveren, wat erg moeilijk of zelfs onmogelijk kan zijn. In bepaalde situaties kan de rechter dan weer hoge eisen stellen aan voorzorgsmaatregelen, waardoor de aansprakelijkheid feitelijk ontstaat zodra een risico zich verwezenlijkt. Dit komt bijvoorbeeld voor in gevallen waarin een persoon of instelling een verhoogde zorgplicht heeft, zoals ziekenhuizen of wegbeheerders. In die zin kunnen foutaansprakelijkheid en risicoaansprakelijkheid in de praktijk in elkaar overlopen, afhankelijk van de juridische beoordeling en de specifieke omstandigheden van het geval.
Soorten risicoaansprakelijkheid
Risicoaansprakelijkheid kent verschillende verschijningsvormen die elk betrekking hebben op specifieke situaties waarin iemand aansprakelijk is zonder dat schuld of verwijtbaarheid een rol speelt. De wetgever heeft deze aansprakelijkheidsgronden ingevoerd om slachtoffers beter te beschermen en om de verantwoordelijkheid te leggen bij degene die het meeste zeggenschap heeft over de risico’s. Zo zijn ouders aansprakelijk voor hun kinderen, werkgevers voor hun werknemers en wegbeheerders voor de veiligheid van infrastructuur. Daarnaast bestaan er risicoaansprakelijkheden voor gevaarlijke situaties, zoals de aansprakelijkheid voor gebrekkige opstallen en gevaarlijke stoffen. In al deze gevallen geldt dat de benadeelde geen fout hoeft aan te tonen, maar slechts hoeft te bewijzen dat de schade is ontstaan in een situatie waarin risicoaansprakelijkheid geldt.
Aansprakelijkheid van ouders voor schade veroorzaakt door hun kinderen
Ouders en voogden zijn aansprakelijk voor schade die hun kinderen veroorzaken, omdat zij verantwoordelijk zijn voor hun opvoeding en toezicht. De wet maakt hierbij onderscheid tussen kinderen onder de veertien jaar en kinderen tussen veertien en zestien jaar. Voor kinderen onder de veertien geldt een strikte risicoaansprakelijkheid, waarbij de ouders altijd aansprakelijk zijn, ongeacht of zij nalatig waren in hun toezicht. Voor kinderen tussen de veertien en zestien jaar geldt een vermoeden van aansprakelijkheid, wat betekent dat de ouders aansprakelijk zijn, tenzij zij kunnen aantonen dat hen geen verwijt treft. Deze regeling voorkomt dat slachtoffers met schade blijven zitten en stimuleert ouders om voldoende toezicht te houden op hun kinderen.
Meer informatie over aansprakelijkheid van ouders (art. 6:169 BW)Aansprakelijkheid van werkgevers voor fouten van hun werknemers
Werkgevers zijn aansprakelijk voor fouten die hun werknemers maken tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden. Dit betekent dat als een werknemer schade toebrengt aan een derde terwijl hij werkt, de werkgever daarvoor aansprakelijk is. De ratio hierachter is dat de werkgever profiteert van het werk van zijn werknemers en daarom ook de risico’s moet dragen. Bovendien wordt aangenomen dat werkgevers een zekere mate van controle hebben over hun werknemers en hen kunnen instrueren om schade te voorkomen. Ze kunnen werknemers bijvoorbeeld voldoende opleiden of toezicht voorzien. De werkgever kan alleen onder de aansprakelijkheid uitkomen als hij kan aantonen dat hij voldoende voorzorgsmaatregelen heeft genomen om fouten te voorkomen of als er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.
Meer informatie over werkgeversaansprakelijkheid (art. 6:170 BW)Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten
In sommige gevallen kan een opdrachtgever aansprakelijk zijn voor fouten van een zelfstandige opdrachtnemer (zoals een aannemer), ook al is er geen sprake van een dienstverband. Dit geldt wanneer de opdrachtnemer een fout maakt bij werkzaamheden die in het maatschappelijk verkeer als onderdeel van het bedrijf van de opdrachtgever worden beschouwd. De gedachte hierachter is dat een bedrijf zich niet aan zijn aansprakelijkheid kan onttrekken door werk uit te besteden aan derden. Denk bijvoorbeeld aan een winkel die een extern schoonmaakbedrijf inhuurt en waarbij een klant uitglijdt over een natte vloer. De winkel kan in dat geval toch aansprakelijk worden gesteld, ook al was de schoonmaker geen werknemer.
Aansprakelijkheid voor vertegenwoordigers bij rechtshandelingen
Een vertegenwoordiger die namens een ander een rechtshandeling verricht, kan aansprakelijkheid creëren voor de vertegenwoordigde partij. Dit betekent dat als iemand in naam van een ander een contract aangaat of een andere juridische handeling verricht, de vertegenwoordigde partij ook verantwoordelijk is voor eventuele schade die uit deze rechtshandeling voortvloeit. Dit principe is van groot belang in het handelsrecht en voorkomt dat vertegenwoordigers zonder gevolgen kunnen handelen namens anderen. Ook hier voorkomt het een soort van uitbesteden van risico’s en aansprakelijkheden aan derde partijen.
Aansprakelijkheid voor gebrekkige zaken
De bezitter van een zaak is aansprakelijk voor schade die ontstaat door een gebrek aan de veiligheid van die zaak. Dit betekent dat als een voorwerp, machine of apparaat gebrekkig is en daardoor schade veroorzaakt, de bezitter hiervoor verantwoordelijk wordt gehouden. Het gaat hierbij niet om normale slijtage of onbedoeld verkeerd gebruik, maar om situaties waarin de zaak niet voldoet aan de eisen die men in redelijkheid mag stellen aan de veiligheid ervan. Stel bijvoorbeeld dat iemand een boormachine aan zijn buurman leent, maar de kabel van de boormachine is stuk en de buurman krijgt een elektrische schok. Dan kan de uitlener van de boormachine aansprakelijk zijn. Deze aansprakelijkheidsgrond stimuleert eigenaren om hun zaken goed te onderhouden en onveilige defecten tijdig te herstellen.
Aansprakelijkheid voor gebrekkige opstallen
Een opstal is een duurzaam met de grond verbonden bouwwerk, zoals een huis, een brug of een openbare weg. De eigenaar of beheerder van een opstal is aansprakelijk als deze een gebrek vertoont en daardoor schade veroorzaakt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een balkon instort, een loszittende dakpan op een voorbijganger valt of een slecht onderhouden brug schade veroorzaakt aan een voertuig. De aansprakelijkheid geldt ongeacht of de bezitter zich bewust was van het gebrek, wat betekent dat er een sterke prikkel ontstaat om opstallen goed te onderhouden. Voor openbare infrastructuur, zoals wegen en bruggen, kan de aansprakelijkheid rusten op de overheid of de wegbeheerder. Dit maakt risicoaansprakelijkheid voor opstallen een belangrijk instrument om de veiligheid in de gebouwde omgeving te waarborgen. Het afsluiten van een opstalverzekering wordt eveneens gestimuleerd.
Meer informatie over aansprakelijkheid voor gebrekkige opstallen (art. 6:174 BW)Aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen
Het werken met gevaarlijke stoffen brengt aanzienlijke risico’s met zich mee, zowel voor direct betrokkenen als voor de omgeving. Daarom kent de wet een speciale aansprakelijkheidsregeling voor schade veroorzaakt door dergelijke stoffen. Dit omvat chemische stoffen, explosieven, vuurwerk en andere substanties die bij onjuist gebruik of onvoorziene omstandigheden ernstige schade kunnen aanrichten. Een fabriek die schadelijke gassen verwerkt of een transportbedrijf dat chemische stoffen vervoert, kan aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat door lekkages, ontploffingen of andere incidenten, zelfs als er geen sprake is van nalatigheid. De wetgever heeft ervoor gekozen om hier een strikte risicoaansprakelijkheid toe te passen, zodat slachtoffers niet hoeven te bewijzen dat er een fout is gemaakt. Dit creëert een sterke prikkel voor bedrijven om strenge veiligheidsmaatregelen te treffen en zorgvuldig om te gaan met gevaarlijke stoffen.
Meer informatie over aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen (art. 6:175 BW)Aansprakelijkheid van de bezitter van een dier
Dieren kunnen onvoorspelbaar gedrag vertonen en schade veroorzaken, zelfs wanneer hun eigenaar ze goed onder controle probeert te houden. Om deze reden bepaalt de wet dat de bezitter van een dier aansprakelijk is voor de schade die door het dier wordt aangericht. Dit betekent dat als een hond iemand bijt, een paard op hol slaat en een voorbijganger verwondt of een koe uitbreekt en een verkeersongeluk veroorzaakt, de eigenaar verantwoordelijk is voor de schade. Het uitgangspunt van deze aansprakelijkheid is dat de bezitter de risico’s draagt die gepaard gaan met het houden van dieren. Dit voorkomt dat slachtoffers met de schade blijven zitten en moedigt eigenaren aan om voldoende voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals het aanlijnen van honden en het goed afsluiten van weilanden.
Meer informatie over aansprakelijkheid voor dieren (art. 6:179 BW)Aansprakelijkheid van gemotoriseerde verkeersdeelnemers voor schade aan zwakkere verkeersdeelnemers
In het verkeer geldt een bijzondere vorm van risicoaansprakelijkheid voor bestuurders van gemotoriseerde voertuigen ten opzichte van zwakkere verkeersdeelnemers, zoals fietsers en voetgangers. Dit betekent dat als een automobilist een fietser of voetganger aanrijdt, hij in vrijwel alle gevallen aansprakelijk is voor de schade. Alleen in uitzonderlijke situaties kan de bestuurder onder aansprakelijkheid uitkomen. Deze regeling is bedoeld om kwetsbare verkeersdeelnemers extra te beschermen en automobilisten te stimuleren om voorzichtig te rijden. Een fietser of voetganger heeft immers minder bescherming dan een automobilist en loopt bij een ongeval vaak ernstige verwondingen op. Het benadrukt ook het belang van een goede autoverzekering.
Meer informatie over verkeersaansprakelijkheidRisicoaansprakelijkheid en schadevergoeding
Wanneer iemand schade lijdt door een situatie waarin risicoaansprakelijkheid geldt, kan hij of zij een schadevergoeding eisen van de aansprakelijke partij. Omdat er geen sprake hoeft te zijn van schuld of verwijtbaarheid, is dit proces vaak eenvoudiger dan bij foutaansprakelijkheid. Toch moet de benadeelde nog altijd aantonen dat aan bepaalde vereisten is voldaan.
Vaststellen van de toepasselijke risicoaansprakelijkheid
De eerste stap is nagaan of de schade is ontstaan in een situatie waarin risicoaansprakelijkheid geldt. Het kan bijvoorbeeld gaan om schade door een dier, een gebrekkige opstal of een werknemer die tijdens zijn werk een fout heeft gemaakt. De relevante wetsbepalingen, zoals artikel 6:179 BW (aansprakelijkheid voor dieren) of artikel 6:170 BW (werkgeversaansprakelijkheid), bepalen of een bepaalde situatie onder de risicoaansprakelijkheid valt. Als er geen wettelijke grondslag is, kan er geen beroep op risicoaansprakelijkheid worden gedaan. De foutaansprakelijkheid kan dan een oplossing bieden.
Aantonen van schade
Vervolgens moet de benadeelde aantonen dat er daadwerkelijk schade is geleden. Dit kan zowel materiële schade betreffen, zoals medische kosten of schade aan eigendommen, als immateriële schade, zoals pijn en leed. De schade moet concreet en aantoonbaar zijn. Een vage claim zonder bewijs zal niet worden gehonoreerd. Daarom is het belangrijk om bewijzen te verzamelen, zoals medische rapporten, reparatiefacturen of getuigenverklaringen.
Bewijzen van het causaal verband
Er moet een causaal verband zijn tussen de situatie die de risicoaansprakelijkheid in het leven roept en de geleden schade. Dit betekent dat de schade het directe gevolg moet zijn van bijvoorbeeld een gebrekkige zaak, een gevaarlijke stof of een fout van een werknemer. Als het verband te ver gezocht is of als er andere factoren een grotere rol hebben gespeeld, kan de claim worden afgewezen. Het uitgangspunt is dat de schade in redelijkheid aan de aansprakelijke partij moet kunnen worden toegerekend.
Aanspreken van de aansprakelijke partij
De benadeelde moet de partij die op basis van risicoaansprakelijkheid verantwoordelijk is eerst officieel aansprakelijk stellen. Dit gebeurt door middel van een aansprakelijkstelling per brief, waarin de schade wordt toegelicht en een verzoek tot voldoen van de vergoeding wordt gedaan. In deze fase kan de aansprakelijke partij besluiten om de schade vrijwillig te vergoeden, een schikking voor te stellen of de aansprakelijkheid te betwisten.
Naar de voorbeeldbrievenIndienen van een schadeclaim bij een verzekeraar
In veel gevallen is de aansprakelijke partij verzekerd, bijvoorbeeld via een aansprakelijkheidsverzekering of een werkgeversverzekering. De schadeclaim kan dan direct bij de verzekeraar worden ingediend. Verzekeraars hanteren eigen beoordelingscriteria en kunnen aanvullend bewijs vragen voordat zij tot vergoeding overgaan. Het voordeel hiervan is dat de benadeelde sneller zijn schade vergoed krijgt en niet hoeft te procederen.
Juridische stappen ondernemen bij afwijzing
Als de aansprakelijke partij of de verzekeraar weigert de schade te vergoeden, kan de benadeelde juridische stappen ondernemen. Dit begint vaak met een buitengerechtelijke onderhandeling, eventueel met hulp van een advocaat of een rechtsbijstandsverzekeraar. Indien nodig kan een gerechtelijke procedure worden gestart, waarbij de rechter een bindende uitspraak doet over de aansprakelijkheid en de hoogte van de schadevergoeding.
Inschakelen van de rechtsbijstandsverzekeraar
Risicoaansprakelijkheid en verzekering
Omdat risicoaansprakelijkheid ervoor zorgt dat een persoon of organisatie aansprakelijk is voor schade zonder dat schuld een rol speelt, kunnen de financiële gevolgen van een ongeluk aanzienlijk zijn. Gelukkig zijn de meeste vormen van risicoaansprakelijkheid gedekt door aansprakelijkheidsverzekeringen. Voor particulieren biedt de aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) dekking bij risicoaansprakelijkheid, bijvoorbeeld als een kind schade veroorzaakt (art. 6:169 BW) of als een huisdier iemand verwondt (art. 6:179 BW). Voor gemotoriseerde voertuigen geldt de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering (WA-verzekering), die verplicht is en dekking biedt bij verkeersaansprakelijkheid. Werkgevers kunnen zich beschermen tegen werkgeversaansprakelijkheid (art. 6:170 BW) met een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering (AVB), terwijl bedrijven vaak verzekeringen hebben voor schade door gebrekkige opstallen of gevaarlijke stoffen. Dankzij deze verzekeringen worden risico’s beheersbaar en kunnen schadeclaims efficiënter worden afgehandeld.
Beperking van regresrechten voor verzekeraars en risicodragers bij toepassing van risicoaansprakelijkheid (art. 6:197 BW)
Wanneer risicoaansprakelijkheid van toepassing is, kan dit gevolgen hebben voor regresrechten van verzekeraars en andere risicodragers. Regres houdt in dat een verzekeraar die de schade vergoedt, deze schade vervolgens probeert te verhalen op de aansprakelijke partij. Dit is slechts in bepaalde situaties mogelijk. In sommige gevallen beperkt de wet bovendien deze mogelijkheid, bijvoorbeeld om te voorkomen dat de aansprakelijke partij onevenredig zwaar wordt belast. De wetgever heeft bijvoorbeeld in artikel 6:197 BW bepaald dat in bepaalde gevallen regres niet mogelijk is, om te zorgen voor een eerlijke verdeling van lasten binnen het aansprakelijkheidsrecht.
Veelgestelde vragen over de risicoaansprakelijkheid
Risicoaansprakelijkheid is een belangrijk onderdeel van het aansprakelijkheidsrecht, maar het is zeker niet het eenvoudigste onderdeel. Wanneer geldt risicoaansprakelijkheid? Kan een particulier ook hiermee te maken krijgen? En hoe zit het met situaties waarin meerdere partijen aansprakelijk lijken te zijn? In deze FAQ beantwoorden we enkele veelgestelde vragen over risicoaansprakelijkheid.
Geldt risicoaansprakelijkheid alleen voor particulieren of ook voor bedrijven?
Nee, risicoaansprakelijkheid geldt zowel voor particulieren als voor bedrijven. Particulieren kunnen bijvoorbeeld aansprakelijk zijn voor schade veroorzaakt door hun kinderen of huisdieren, terwijl bedrijven aansprakelijk kunnen zijn voor schade door gebrekkige producten, opstallen of werknemers. Werkgevers, producenten en wegbeheerders worden regelmatig aangesproken op basis van de risicoaansprakelijkheid.
Kan men zich bij risicoaansprakelijkheid beroepen op overmacht?
Bij risicoaansprakelijkheid speelt schuld geen rol, wat betekent dat overmacht of onwetendheid meestal ook geen geldige verweren zijn. Een eigenaar van een dier blijft bijvoorbeeld aansprakelijk, ook als hij niet had kunnen voorzien dat zijn hond iemand zou bijten. Alleen in uitzonderlijke situaties, zoals extreme natuurkrachten, kan overmacht wel degelijk een rol spelen.
Kan er sprake zijn van gedeelde risicoaansprakelijkheid?
Ja, in sommige gevallen kunnen meerdere partijen tegelijkertijd aansprakelijk zijn op grond van de risicoaansprakelijkheid. In dergelijke situaties kan de schadevergoedingsplicht over deze partijen worden verdeeld.
Hoe verschilt risicoaansprakelijkheid van productaansprakelijkheid?
Productaansprakelijkheid is een specifieke vorm van risicoaansprakelijkheid die betrekking heeft op gebrekkige producten. Volgens de wet kan een producent aansprakelijk worden gehouden voor schade die wordt veroorzaakt door een defect product, zonder dat de consument hoeft te bewijzen dat de producent nalatig is geweest. Dit is een strengere vorm van aansprakelijkheid die bedoeld is om consumenten te beschermen.
Kan iemand aansprakelijk worden gesteld voor schade door zijn eigendom, ook als hij het niet gebruikt?
Ja, de bezitter van een zaak of opstal kan aansprakelijk zijn voor schade, zelfs als hij deze niet actief gebruikt. Dit geldt bijvoorbeeld voor een huis dat leegstaat, maar waarvan een loszittende dakpan schade aanricht. De eigenaar blijft verantwoordelijk voor het onderhoud en de veiligheid van zijn eigendom, ook als hij er zelf niet aanwezig is.
Hoe verhoudt risicoaansprakelijkheid zich tot aansprakelijkheid bij sport en spel?
Bij sport en spel geldt een verhoogde drempel voor aansprakelijkheid. Deelnemers accepteren een zekere mate van risico, waardoor niet iedere schade automatisch leidt tot aansprakelijkheid. Toch kan er sprake zijn van risicoaansprakelijkheid, bijvoorbeeld als een sportaccommodatie gebrekkig is.
Is risicoaansprakelijkheid overal ter wereld hetzelfde geregeld?
Nee, de regels rond risicoaansprakelijkheid verschillen per land. Sommige landen hanteren striktere vormen van risicoaansprakelijkheid, terwijl andere rechtssystemen een grotere rol toekennen aan schuld en verwijtbaarheid. Binnen de Europese Unie bestaan wel geharmoniseerde regels voor een aantal heel specifieke vormen van aansprakelijkheid, zoals productaansprakelijkheid, maar er blijven ook dan nog nationale verschillen op het gebied van interpretatie en toepassing.