EN
De schadebeperkingsplicht: ook slachtoffers dragen verantwoordelijkheid

De schadebeperkingsplicht: ook slachtoffers dragen verantwoordelijkheid

Het komt wel vaker voor dat verzekeraars een deel van de schade niet willen vergoeden omdat het slachtoffer de schadebeperkingsplicht zou hebben geschonden. Het is inderdaad zo dat slachtoffers de schade moeten beperken, maar anderzijds is het slachtoffer ook vrij om bij de afwikkeling van het schadedossier een aantal keuzes te maken. Hier dient een redelijk evenwicht te worden gevonden.

De theorie van de schadebeperkingsplicht

Een schadevergoeding moet ervoor zorgen dat de schade van het slachtoffer wordt hersteld in de staat alsof de onrechtmatige daad of de schadeveroorzakende gebeurtenis niet had plaatsgevonden. In Nederland hanteren we dan ook het principe van de volledige schadevergoeding: de volledige schade moet worden vergoed, niets meer of minder. Eventueel wordt daarbij rekening gehouden met de aansprakelijkheidsverdeling. In de praktijk heeft een rechter behoorlijk wat vrijheid bij het begroten van de schade. Dit is dan ook noodzakelijk, want bij complexe zaken is de schade vaak niet heel concreet te begroten. Hierbij beschikt de rechter over een matigingsbevoegdheid.

Veel van de bovenstaande zaken zijn geregeld in artikel 6:101 BW. Op basis van de interpretatie van dit artikel is er ook een schadebeperkingsplicht ontstaan. Deze schadebeperkingsplicht wordt vaak gedefinieerd als de plicht van het slachtoffer om binnen redelijke grenzen maatregelen te treffen die de schade voorkomen of beperken.

De schadebeperkingsplicht houdt in de praktijk in dat het slachtoffer de schade zo beperkt mogelijk moet houden, in de mate dat dit redelijkerwijs van hem mag worden verwacht. Indien het slachtoffer dit niet doet, treft het slachtoffer zelf schuld en kan de schadevergoeding worden beperkt. De schadebeperkingsplicht heeft echter ook gevolgen voor de wederpartij.

Gevolgen van de schadebeperkingsplicht voor het slachtoffer

In de praktijk is er geen absolute schadebeperkingsplicht, maar moet er altijd een belangenafweging worden gemaakt. Het slachtoffer is met andere woorden nog altijd vrij om bij de afwikkeling van het schadegeval zelf keuzes te maken, op voorwaarde dat deze keuzes redelijk zijn. Het slachtoffer zal er onder andere op moeten toezien dat de gemaakte kosten redelijk zijn, dat er geen passende hulp wordt afgewezen en dat het slachtoffer aan de re-integratie bijdraagt.

De gemaakte kosten moeten redelijk zijn

Het slachtoffer is niet verplicht om altijd de goedkoopste oplossing te kiezen. Zo mag het slachtoffer een medisch expert opzoeken die gespecialiseerd is in het letsel, ook wanneer er voordeligere opties zijn. Een slachtoffer hoeft evenmin de goedkoopste advocaat te kiezen, hij kan gerust kiezen voor een dure advocaat die in de materie is gespecialiseerd.

De gemaakte kosten moeten redelijk zijn

Deze vrijheid moet echter redelijk worden gebruikt. Wanneer bijvoorbeeld een Peugeot 308 na een auto-ongeval stuk is, is het redelijk dat het slachtoffer een soortgelijke auto huurt. Het zou dan onredelijk zijn als het slachtoffer een peperdure Maserati kiest. Er is dan sprake van een schending van de schadebeperkingsplicht. De wederpartij hoeft de duurdere optie niet te vergoeden.

Het slachtoffer moet tijdig hulp zoeken en er gebruik van maken

Het slachtoffer moet niet alleen redelijke keuzes maken bij de afwikkeling van de schade, maar bovendien moet het slachtoffer redelijke maatregelen treffen om de schade te beperken of te voorkomen. Als een slachtoffer door zijn huisarts wordt doorverwezen naar een revalidatiearts, mag van het slachtoffer worden verwacht dat hij zich ook daadwerkelijk door de revalidatiearts laat behandelen. Wanneer het slachtoffer dit niet doet en louter hierdoor niet langer kan werken, hoeft de wederpartij deze schade niet zomaar te vergoeden.

Of er al dan niet sprake is van een schending van de schadebeperkingsplicht moet geval per geval worden bekeken, waarbij men rekening dient te houden met alle feiten. Voor een voorbeeld hiervan verwijzen we naar een zaak uit 2015 (ECLI:NL:RBDHA:2015:10309). Bij deze zaak had een slachtoffer te kampen met een schouderluxatie na mishandeling. Het slachtoffer was niet verschenen bij een medisch consult. De rechter vond dat dit een schending van de schadebeperkingsplicht was.

Het slachtoffer moet aanspraak maken op bestaande voorzieningen

Verder heeft de schadebeperkingsplicht het gevolg dat het slachtoffer eerst bestaande voorzieningen moet aanwenden. Als het slachtoffer bijvoorbeeld recht heeft op een tegemoetkoming van de gemeente om de woning aan te passen, moet het slachtoffer deze tegemoetkoming aanvragen. Ook kan er worden verwacht dat het slachtoffer eerst een beroep doet op verzekeringen. Het slachtoffer mag andere vormen van hulp niet zomaar afwijzen of links laten liggen om vervolgens alles bij de aansprakelijke partij te claimen.

Of een slachtoffer bestaande voorzieningen al dan niet hoeft aan te wenden, wordt geval per geval bekeken. Een illustratie hiervan is een zaak uit 2014 (ECLI:NL:RBNHO:2014:9243). Toen had een slachtoffer een dwarslaesie opgelopen nadat hij zonder reden van zeer nabij werd aangevallen. Het slachtoffer had verschillende schot- en steekverwondingen in de hals, ter hoogte van de lever en op de rug. Het slachtoffer heeft nadien geen beroep gedaan op de WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning). Dit was volgens de rechter geen schending van de schadebeperkingsplicht, omdat de Centrale Raad van Beroep al had aangegeven dat de gemeente wellicht toch had geweigerd om een uitkering beschikbaar te stellen.

Bijdragen aan de re-integratie

Een laatste gevolg van de schadebeperkingsplicht is dat slachtoffers die door een ongeval hun baan verliezen, ook hun best zullen moeten doen om opnieuw passend werk te vinden. Van het slachtoffer mag dan ook worden verwacht dat hij meewerkt aan de re-integratie. Ook hier moet er opnieuw rekening worden gehouden met een redelijke belangenafweging. Het slachtoffer zal niet zomaar alle banen dienen te accepteren. Iemand die in Breda woont, zal bijvoorbeeld niet per se een baan op Schiermonnikoog moeten accepteren. En een architect hoeft niet zomaar in de supermarkt te werken. Wat al dan niet redelijk is, is vaak voer voor discussie.

Bijdragen aan de re-integratie

Een voorbeeld hiervan vinden we in een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam in 2019 (ECLI:NL:RBROT:2019:8407). Bij deze zaak was een scooterbestuurder gewond raakt bij een ongeval. Voor het ongeval werkte hij in het restaurant van zijn vader en broer. Na het ongeval kon het slachtoffer niet langer werken en stemde hij vrijwillig in met de beëindiging van het dienstverband, waarna hij om een schadevergoeding voor het verlies van inkomen vroeg. Volgens de verzekeraar was dit een schending van de schadebeperkingsplicht. Het slachtoffer had namelijk recht kunnen hebben op de doorbetaling van het loon en het slachtoffer zou volgens de verzekeraar re-integreren als het dienstverband niet was beëindigd. De rechter oordeelde echter dat er geen sprake was van een schending van de schadebeperkingsplicht, onder andere omdat de verzekeraar onvoldoende had onderbouwd waarom hij dacht dat het slachtoffer spoedig zou re-integreren.

Gevolgen van de schadebeperkingsplicht voor de wederpartij

De schadebeperkingsplicht heeft niet alleen gevolgen voor het slachtoffer, maar ook voor de verzekeraar of de aansprakelijke wederpartij. Het betekent dat zij zich moeten inspannen om de schade te beperken en te voorkomen dat deze schade erger wordt. Bovendien kan de wederpartij de schadebeperkingsplicht gebruiken om bepaalde claims af te wimpelen. Het is mogelijk dat de wederpartij ook bepaalde schadebeperkingskosten moet vergoeden. Het naleven van de schadebeperkingsplicht is dus van belang voor zowel het slachtoffer als de wederpartij.

Redelijke schadebeperkingskosten vergoeden

Door de schadebeperkingsplicht moet het slachtoffer soms extra kosten maken, zoals de kosten voor het plaatsen van een zeildoek om wateroverlast ten gevolge van dakschade te voorkomen. Deze kosten komen ook in aanmerking voor de schadevergoeding, op voorwaarde dat ze redelijk zijn. Het is namelijk niet de bedoeling dat de schadebeperkingskosten zo hoog oplopen dat het beter was om de schade te laten optreden. Wat al dan niet redelijk is, mag niet louter vanuit een financieel oogpunt worden bekeken. Zo kan het bijvoorbeeld acceptabel zijn dat een huisdier een dure operatie ondergaat, terwijl het voordeliger was om het beestje in te laten slapen.

Schadebeperkend letselschadetraject

De tegenpartij heeft niet alleen een schadevergoedingsplicht, maar ook een plicht om verdere schade te voorkomen of te beperken. Dit betekent dat de verzekeraar of de veroorzaker van het letsel zich moet inzetten om het proces van letselschadeafwikkeling zo soepel mogelijk te laten verlopen. Zelfs als de omvang van de schade nog niet helemaal duidelijk is, moet de wederpartij actief meewerken en voorschotten betalen om het slachtoffer in staat te stellen aan zijn schadebeperkingsplicht te voldoen.

Een ander gevolg is dat de verzekeraar zich bij de afhandeling van het letselschadedossier redelijk moet gedragen. Een verzekeraar zal bijvoorbeeld niet zomaar alle beweringen van het slachtoffer steeds weer in twijfel mogen trekken. Dit is psychisch belastend voor het slachtoffer en dit kan extra klachten veroorzaken of de bestaande klachten verergeren. Dit laatste werd eerder al door de Hoge Raad bevestigd (ECLI:NL:HR:2015:308). Hierbij had de verzekeraar talloze verweren gevoerd die op voorhand (zo goed als) kansloos waren en had hij de beweringen van het slachtoffer voortdurend in twijfel getrokken. De deskundige psychiater oordeelde dat een deel van de psychische klachten op het conto van de verzekeraar te schrijven waren, wat een schending van de schadebeperkingsplicht inhoudt. Vooral professionele partijen als verzekeraars zouden zich bewust moeten zijn van de schade die ze hierdoor veroorzaken.

De schadebeperkingsplicht is de garantie op een redelijk aansprakelijkheidsrecht

De schadebeperkingsplicht zorgt ervoor dat het aansprakelijkheidsrecht redelijk blijft. Slachtoffers dienen zich namelijk redelijk te gedragen en mogen een schadegeval niet uitbuiten. Ze moeten zich inspannen om te re-integreren, ze moeten hulp zoeken en ze moeten inspanningen verrichten om de schade te beperken. Anderzijds moet de wederpartij de kosten die hieraan verbonden zijn ook vergoeden. Bovendien moet de wederpartij zich redelijk gedragen en moet een verzekeraar bijvoorbeeld voorschotten toekennen.

Veelgestelde vragen over de schadebeperkingsplicht

Als je schade hebt geleden door de fout of het handelen van een ander, dan is het belangrijk om de schade zo veel mogelijk te beperken. Dit wordt ook wel de schadebeperkingsplicht genoemd. In deze FAQ lees je meer over wat dit precies inhoudt en welke verplichtingen je als benadeelde hebt om verdere schade te voorkomen.

Wat zijn de gevolgen als het slachtoffer de schadebeperkingsplicht schendt?

Het slachtoffer loopt het risico dat hij geen aanspraak kan maken op een volledige schadevergoeding. Onredelijke kosten kunnen namelijk worden geweerd en worden dan niet terugbetaald. Bovendien kan een deel van de schade aan de persoonlijke fout worden toegewezen, waardoor bijvoorbeeld ook het smartengeld lager zal liggen.

Wat zijn de gevolgen als de wederpartij de schadebeperkingsplicht schendt?

Dan is de wederpartij aansprakelijk voor de schade die hij op deze manier veroorzaakt en moet hij deze schade vergoeden. Dit is ook het geval als de schade niet ten gevolge van het oorspronkelijke schadegeval ontstaat, maar enkel ten gevolge van de schending van de schadebeperkingsplicht.

Krijg ik als letselschadeslachtoffer voorschotten van de verzekeraar?

De Gedragscode Behandeling Letselschade schrijft voor dat slachtoffers recht hebben op voorschotten. Deze voorschotten zijn er om de schade te vergoeden die men ondergaat voordat het letselschadedossier definitief is afgewikkeld. Hierover kunnen afspraken worden gemaakt tussen de verzekeraar en het slachtoffer of zijn belangenbehartiger. Kosten die in aanmerking komen voor een voorschot zijn onder meer de kosten van juridische bijstand, een gederfd inkomen, kosten voor het inschakelen van huishoudhulp enzovoort. Kosten die pas in de toekomst zullen ontstaan, komen niet in aanmerking.

Moet ik de kosten eerst zelf vergoeden voordat ik een voorschot krijg?

Nee, de Gedragscode Behandeling Letselschade is hier duidelijk over: voorschotten zijn geen ‘naschotten'. Dit wil zeggen dat het slachtoffer ze niet eerst zelf moet voorschieten. Integendeel, de verzekeraar moet de voorschotten tijdig betalen om te voorkomen dat het slachtoffer in de problemen komt.

De verzekeraar erkent de aansprakelijkheid niet. Kan ik al voorschotten krijgen?

Het betalen van een voorschot houdt niet in dat de verzekeraar de aansprakelijkheid erkent. Ook zonder een erkenning van de aansprakelijkheid kan de verzekeraar dus al voorschotten toekennen. Wanneer het uiteindelijk komt vast te staan dat er geen sprake is van aansprakelijkheid, kunnen deze voorschotten natuurlijk gewoon worden teruggevorderd.