EN
Aansprakelijkheid bij letselschade tijdens sport en spel

Aansprakelijkheid bij letselschade tijdens sport en spel

Bij sport en spel geldt een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel. Hierdoor is niet elke tackle, zelfs als deze door de spelregels als onrechtmatig wordt beschouwd, ook juridisch onrechtmatig. Dit wil echter niet zeggen dat medespelers nooit aansprakelijk kunnen zijn. Bovendien rust er ook veel verantwoordelijkheid op de organisator.

Aansprakelijkheid van deelnemers aan sport en spel

In principe is men aansprakelijk van zodra men een fout begaat en daarbij schade veroorzaakt. Voor sporters zou zo'n situatie onwenselijk zijn. Zo zou een voetballer voor elke overtreding van een spelregel, wat toch wel vaststaat als hij een gele kaart krijgt, ook aansprakelijk zijn. De meeste mensen voelen aan dat zo'n situatie niet meteen bevorderlijk is voor het spel. Gelukkig zijn er bij sport en spel andere regels van toepassing.

Deze bijzondere afwijking komt er omdat wie aan een training of sportwedstrijd deelneemt, bepaalde gevaarlijke gedragingen mag verwachten. Door daaraan deel te nemen gaat men akkoord met dit risico. Het risico wordt met andere woorden tot op een zekere hoogte getolereerd. Dit klinkt heel bijzonder, maar dat is het niet. Bij bijvoorbeeld bedrijven vinden we het logisch dat zij elkaar concurrentie mogen aandoen, dat hoort bij het economisch spel, zolang deze concurrentie maar niet oneerlijk is. Zo gaat het ook bij sport. Ergens is er een ongeschreven fairplayregel die deelnemers niet mogen overschrijden.

Verschillen op en naast het veld

Dit werd ook bevestigd in de het Natrap-arrest (ECLI:NL:HR:1991:ZC0300). Toen had de speler Dekker bij een wedstrijd tussen Achilles 94 en VC Drachten 2 nagetrapt op de speler Van der Heide toen die laatste niet meer in balbezit was. Van der Heide liep daarbij een blijvend knieletsel op. De Hoge Raad oordeelde toen dat een sporter minder snel onrechtmatig handelt, omdat sporters onderling gevaarlijke gedragingen uitlokken. Het bevestigde met andere woorden dat er binnen en buiten het sportveld andere regels gelden: van zodra een voetballer het veld opstapt, mag hij een groter risico verwachten en daardoor kan hij zijn medespeler niet zomaar aansprakelijk stellen. Het is pas wanneer bepaalde gedragingen niet te verwachten zijn, zoals natrappen of een kopstoot, dat een gedraging onrechtmatig is en dat een schadeclaim wel mogelijk wordt. Het is net om deze reden dat de aansprakelijkheid hier wel werd aanvaard.

Verschillen tussen sportvelden

De overtreding van een spelregel resulteert dus niet meteen in de aansprakelijkheid van de speler. Wel zal er rekening mee worden gehouden bij de beoordeling van de claim. Dit omdat het wel degelijk relevant is wat in de sport al dan niet acceptabel is. Een vuistslag op een voetbalveld kan niet, maar in het boksen is dit heel normaal. Niet alleen zijn er dus andere regels op en naast het sportveld, maar er zijn ook verschillen tussen de sportvelden onderling.

Verschillen tussen sportniveaus

De overtreding van een spelregel zorgt dus nog niet meteen voor aansprakelijkheid, maar men houdt er wel rekening mee. Bepalender is het dan weer wat de deelnemers over en weer van elkaar mogen verwachten, wat natuurlijk deels door de spelregels wordt bepaald, maar ook door de praktische spelleiding. Dit houdt ook in dat men niet zomaar tussen verschillende sporten kan variëren, maar ook tussen verschillende niveaus. Op amateurniveau kan men bijvoorbeeld eerder een fout door een gebrekkige techniek verwachten.

Verschillen tijdens en na het spel

Vaak wordt aangenomen dat het spel en het aanvaarden van het hoger risico stopt na het laatste fluitsignaal, maar zo eenvoudig is het niet. Ook tijdens de rust of na het laatste fluitsignaal kan de minder strenge zorgplicht behouden blijven. Twee voorbeelden tonen dit aan.

Verschillen tijdens en na het spel

In de eerste plaats is er het tennisbalarrest (ECLI:NL:PHR:1990:AD1456). Bij deze zaak sloeg een tennisspeler na afloop van een game een bal over het net. Deze bal kwam in het oog van een andere speler terecht. De Hoge Raad oordeelde toen dat spelers zich ook tussen games in een spelsituatie bevinden en meer risico's aanvaarden. Anderzijds nuanceerde het wel en gaf het aan dat er tussen games meer zorg mag worden verwacht dan tijdens het spel. Een misslag tussen een game zorgt dus niet automatisch voor aansprakelijkheid, maar men mag wel verwachten dat daarbij met minder kracht en intensiteit wordt geslagen.

Een ander voorbeeld is het judoworp-arrest (ECLI:NL:HR:1994:ZC1533). Bij deze zaak had een judotegenstander na het stopcommando nog een schouderworp ingezet, waarna de tegenspeler een whiplash opliep. Omdat zo'n stopcommando bij de judosport heilig is en spelers echt niet hoeven te verwachten dat zij dan nog op de grond worden geworpen, werd deze daad als onrechtmatig beschouwd.

Eigen schuld bij schade tijdens sport en spel

Wanneer op basis van deze afwegingen vast komt te staan dat een speler onrechtmatig handelde en dit hem toerekenbaar is, is deze speler ook aansprakelijk. De vraag die dan nog kan worden gesteld, is of het slachtoffer ook zelf schuld treft. Uit het Natrap-arrest volgt alvast dat het louter beoefenen van een riskante sport waarbij zware overtredingen veelvuldig voorkomen nog niet volstaat om van eigen schuld te spreken. Ook dan mag men immers aannemen dat andere spelers zich nog steeds behoorlijk zullen gedragen. Wanneer een speler zelf de onrechtmatige daad uitlokt door bijvoorbeeld de andere speler te treiteren en zichzelf onrechtmatig te gedragen, kan er natuurlijk wel sprake zijn van eigen schuld.

Andere aansprakelijken bij schade tijdens sport en spel

Niet alleen kunnen medespelers mogelijk verantwoordelijk zijn voor de letselschade bij sport en spel. Denk ook aan de rol van toeschouwers, organisatoren of zelfs de wegbeheerder wanneer er activiteiten op de openbare weg plaatsvinden. Alle mogelijke situaties bespreken is onbegonnen werk, maar hieronder zijn alvast een aantal veelvoorkomende voorbeelden weergegeven.

Aansprakelijkheid van verenigingen en rechtspersonen die sport(wedstrijden) organiseren

Waar risico's eigen zijn aan de sport en beoefenaars dus niet snel aansprakelijk zijn, mogen we de situatie van de organisatoren niet vergeten. Het is namelijk net daar waar sporters meer gevaar mogen verwachten, dat organisatoren een strengere zorgplicht hebben hen daartegen te beschermen.

Aansprakelijkheid van organisatoren

Een goed voorbeeld hiervan is het Disloque-arrest (ECLI:NL:HR:1995:ZC1836). Toen was een viertienjarige turnster bij het uitvoeren van een zogenaamde disloque gevallen. Ze lag een tijdje in coma, heeft een hersenletsel opgelopen en ze zit sindsdien in een rolstoel. Disloque is een moeilijk onderdeel van turnen waarbij de turnster het risico loopt om aan het eind van de zwaai te vallen. Bij de oefening was een ervaren en gediplomeerd turnster verantwoordelijk voor het opvangen van de jonge turnsters. Volgens de Hoge Raad hadden de trainster en de vereniging meer kunnen doen om de turnster te beschermen, bijvoorbeeld door met twee vangers te werken.

Aansprakelijkheid van de werkgever

Bij sportieve activiteiten handelt een sporter soms in de hoedanigheid van werknemer, bijvoorbeeld als werknemer van een voetbalclub of wanneer de werkgever een tennistornooi organiseert. In dergelijke gevallen kan de werkgever aansprakelijk zijn. Dit zal geval per geval moeten worden bekeken.

Andere partijen die aansprakelijk kunnen zijn

Ten slotte kunnen ook derden aansprakelijk zijn voor schade tijdens sportieve gebeurtenissen. Denk maar aan een hond die losbreekt en op het wielrenparkoers terechtkomt, een toeschouwer die een object gooit naar een speler of een firma die een fout beging bij het onderhoud van de grasmat. Per uniek geval zal er moeten worden nagegaan of en wie er aansprakelijk is voor de veroorzaakte schade.

Veelgestelde vragen over de aansprakelijkheid bij sport en spel

Wanneer is er sprake van een sport- en spelsituatie?

Dit is een feitenkwestie. Onder andere de aanwezigheid van sportieve en competitieve elementen kunnen hierop wijzen, net zoals duidelijke spelregels of spelelementen. Onder andere bij een voetbal- of hockeywedstrijd zal er sprake zijn van een sportsituatie waarbij de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel geldt. Een fietstochtje met vrienden of kinderen die tikkertje spelen valt hier niet onder. Er is dan geen sprake van een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel. Een actueel voorbeeld hiervan is een ongeval dat plaatsvond tijdens een introductiefeest onder studenten (ECLI:NL:RBDHA:2019:4173). Toen sprong een student van het podium in de armen van andere studenten. Hierbij werd een medestudent verwond. Volgens de aanwezigen was er sprake van een situatie die met sport en spel te vergelijken is. De rechtbank hield er rekening mee dat de student nog nooit op zo'n feest was geweest en er niemand eerder van het podium was gesprongen. Volgens de rechter was er geen sprake van sport en spel en hoefde de medestudent niet beducht te zijn voor andere studenten die onverhoeds van een podium springen.

Geldt de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel enkel voor deelnemers?

Nee, het is niet vereist dat men aan het spel deelneemt. Ook bijvoorbeeld een bankzitter of zelfs een toeschouwer aanvaardt het hogere risico dat bij het spel hoort. Hierdoor kan ook een toeschouwer die een bal in het gezicht krijgt niet zomaar de voetbalspeler aansprakelijk stellen.

Dekt de aansprakelijkheidsverzekering de aansprakelijkheid bij sport en spel?

De AVP zal deze aansprakelijkheid in principe niet dekken. Dit net door de hoge aansprakelijkheidsdrempel: als de verzekerde zich netjes aan de regels houdt of eens een kleine fout maakt, is hij niet aansprakelijk. Als dit wel het geval is, moet de speler over de schreef zijn gegaan. Er zijn echter een aantal verzekeraars die een sport- en spelclausule hebben die wel is opengesteld voor deze vorm van aansprakelijkheid. Het gaat in zo'n geval vrijwel altijd alleen om schade die aangericht is aan toeschouwers.

Bestaan er verzekeringen die dergelijke risico's opvangen?

Ja, er zijn talloze verzekeringen die sportrisico's dekken. Zo sluiten veel verenigingen en sportclubs een sport-ongeschiktheidsverzekering af om de spelers te beschermen. Ook aansprakelijkheidsverzekeringen voor bijvoorbeeld toeschouwers zijn aangeraden. Op professioneel niveau gaan de dekkingen soms heel ver. Zo kan men zelfs de transferwaarde van een speler verzekeren zodat een enkele tackle geen miljoenenverlies inluidt.